3.1 Soorten water

de blauwe planeet 
70%  van het aardoppervlak bestaat uit water 
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

de blauwe planeet 
70%  van het aardoppervlak bestaat uit water 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Slide 4 - Tekstslide

4 soorten water
  • zeewater: zeeën en oceanen → zout
  • regenwater: uit de wolken op het land
  • grondwater: water in de grond
  • oppervlaktewater: rivieren, meren, sloten → zoet

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Waar wordt drinkwater van gemaakt?
A
Van grondwater
B
Van rioolwater

Slide 7 - Quizvraag

Thuis gebruik je iedere dag water.
Waar komt dit water vandaan?
A
uit het riool
B
van het waterbedrijf
C
van het installatie-bedrijf

Slide 8 - Quizvraag

Wat doet het installatie-bedrijf?
A
Water zuiveren,
B
Waterbuizen en rioolbuizen aanleggen
C
van zout water, zoet water maken
D
Houdt bij hoeveel water iedereen gebruikt

Slide 9 - Quizvraag

Regenwater

Slide 10 - Tekstslide

Is het verstandig om grote hoeveelheden regenwater te drinken?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Regenwater
Vroeger dronken mensen regenwater. Nu kan dat niet meer:

Regenwater is vervuild door giftige stoffen uit fabrieken en auto's.

De stoffen komen in de lucht en gaan in het regenwater zitten (zure regen). Bomen en planten kunnen doodgaan van zure regen.

Slide 12 - Tekstslide

Grondwater
(Vervuild) regenwater zakt weg in de grond. Op sommige plaatsen zit het ondiep en op andere plaatsen diep.

Het grondwater zakt ieder jaar een paar meter verder in de grond.

Het zand werkt als een filter. Hoe dieper je de grond in gaat, hoe schoner het grondwater is.

Slide 13 - Tekstslide

Oppervlakte-water; water in rivieren, meren en sloten

Vaak vervuild door afvalwater van fabrieken en huizen
Grondwater

Slide 14 - Tekstslide

Duinwater
Zout duinwater --> Zeewater
Het zand filtert het water. Het water smaakt nog zout, omdat het zout niet gefilterd wordt

Zoet duinwater --> Regenwater
Verder weg van de zee. Het zand van de duinen filtert het regenwater. Je kunt er goed drinkwater van maken

Slide 15 - Tekstslide

Hoe heet water in rivieren?
A
grondwater
B
oppervlaktewater
C
regenwater
D
zeewater

Slide 16 - Quizvraag

Wat is schoner ?

A
Oppervlaktewater
B
Grondwater

Slide 17 - Quizvraag

Uit welke twee soorten water wordt in ons land drinkwater gemaakt?
A
rivier en zeewater
B
grondwater en zeewater
C
grondwater en zout oppervlaktewater
D
grondwater en zoet oppervlaktewater

Slide 18 - Quizvraag

Vast, vloeibaar en gasvormig




Water komt in de natuur voor:
  1. als vaste stof: ijs
  2. als vloeistof: (vloeibaar) water
  3. als gas: waterdamp
Hoofdstuk 3 Water
§3.1 IJs - water - waterdamp

Slide 19 - Tekstslide

Waterdamp

In de lucht die je uitademt, zit veel waterdamp. 

Waterdamp is een onzichtbare gas.
Bij koud weer kan de waterdamp in je adem overgaan in kleine waterdruppeltjes.

Je ziet dan een klein nevelwolkje voor je mond verschijnen

Slide 20 - Tekstslide

In welke fase is het water van de waterval?
A
vaste fase
B
vloeibare fase
C
gasvormige fase

Slide 21 - Quizvraag

Je ziet herbruikbare plastic ijsklontjes.

In welke fase is het water in de ijsklontjes?
A
vaste fase
B
vloeibare fase
C
gasvormige fase

Slide 22 - Quizvraag

Kristallen
Sneeuw bestaat uit kristallen.
Elke sneeuwvlokje ziet er anders uit, maar er zijn ook overeenkomsten.


Hoofdstuk 3 Water
§3.1 IJs - water - waterdamp
Een stuk bergkristal

Slide 23 - Tekstslide

Bekijk welke fase de stof (GEEL) is en sleep het naar de fase (ROOD)
Vast
Vloeibaar
Gas
regen
rijp
dauw
hagel
sneeuw
ijzel

Slide 24 - Sleepvraag

Welke uitspraak over ijzel is waar?

A
IJzel bestaat uit kristallen.
B
IJzel is een vaste stof.
C
IJzel is een vloeistof.
D
IJzel is waterdamp.

Slide 25 - Quizvraag

Welke neerslag hoort bij welke afbeelding?
Rijp
Sneeuw
Regen
Dauw
IJzel
Hagel

Slide 26 - Sleepvraag

Aan de slag!
Basis
Kader
Maak 3.1
Opdracht 1 t/m 13
start blz 132
Maak 3.1
Opdracht 1 t/m 7
start blz 95

Slide 27 - Tekstslide