Examenidioom 3M week 24 deel 2
1 / 14
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat betekent
"der Sondermüll"?
"der Sondermüll"?
A
het GFT afval
B
het uitzonderlijk geval
C
de uitzondering
D
het chemisch afval
Slide 2 - Quizvraag
Wat betekent
"der Anlass"?
"der Anlass"?
A
het tegenhouden
B
het aan laten
C
het gevolg
D
de aanleiding
Slide 3 - Quizvraag
Wat betekent
"die Wärmedämmung"?
"die Wärmedämmung"?
A
de warme zomeravond
B
de nazomer
C
de warmte-isolatie
D
de warmtebron
Slide 4 - Quizvraag
Wat betekent
"wiederverwenden"?
"wiederverwenden"?
Slide 5 - Open vraag
Wat betekent
"sich durchsetzen"?
"sich durchsetzen"?
Slide 6 - Open vraag
Wat betekent
"die Gegend"?
"die Gegend"?
Slide 7 - Woordweb
Wat betekent
"streicheln"?
"streicheln"?
Slide 8 - Woordweb
Wat staat er op het plaatje?
A
fahren
B
wachsen
C
klautern
D
reiten
Slide 9 - Quizvraag
Wat staat er op het plaatje?
A
der Sonnenschein
B
der Sonnenkollektor
C
die Sonnenwiese
D
das Sonnenglas
Slide 10 - Quizvraag
der Bauernhof
trennen
der Zaun
Slide 11 - Sleepvraag
die Kläranlage
die Dämmerung
der Hügel
Slide 12 - Sleepvraag
Wat betekent
"der Klimawandel"?
"der Klimawandel"?
A
de klimaatbescherming
B
de klimaatbeheersing
C
de klimaatwandeling
D
de klimaatverandering
Slide 13 - Quizvraag
Wat staat er op het plaatje?
A
das Glatteis
B
die Hitzewelle
C
die Wettervorhersage
D
die Nässe
