Oefentoets Unit 4

Een proeftoets over unit 4!
Succes!
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Een proeftoets over unit 4!
Succes!

Slide 1 - Tekstslide

Vertaal: surplus

Slide 2 - Open vraag

Vertaal: concessions

Slide 3 - Open vraag

Vertaal: incentive

Slide 4 - Open vraag

Vertaal: favourable

Slide 5 - Open vraag

Kies het juist woord:
I would like to …………………………. a new phone today.
A
vendor
B
charge a fee
C
get out of hand
D
purchase

Slide 6 - Quizvraag

Kies het juist woord:
This American store doesn’t …………………………. to Europe. Beware of that if you buy online.
A
deposit money
B
ship goods
C
charge a fee
D
tricky

Slide 7 - Quizvraag

Kies het juist woord:
There is a great hotdog …………………………. at the corner of 59th and East Street.
A
vendor
B
condition
C
get out of hand
D
purchase

Slide 8 - Quizvraag

Kies het juist woord:
When you buy a house, your parents can be your financial ………………………….
A
deposit money
B
direct debit
C
fundraising
D
safety net

Slide 9 - Quizvraag

Vertaal: Last week I …………………………. (geld opnemen) £100 and now I’ve used most of it!

Slide 10 - Open vraag

Vertaal: I got the ticket two days ago. They………………………(in rekening brengen) me £10.

Slide 11 - Open vraag

Vertaal: I can give you a …………………………. (lening) of £20, but that’s all I have myself.

Slide 12 - Open vraag

When my sister got married, she was dressed all in ……………… red.
A
the
B
zero article

Slide 13 - Quizvraag

Where did you go on holiday in ……………… summer of 2010?
A
the
B
zero article

Slide 14 - Quizvraag

My dad always goes to work by ……………… car, he never cycles.
A
the
B
zero article

Slide 15 - Quizvraag

The coldest time of year is usually ……………… winter.
A
the
B
zero article

Slide 16 - Quizvraag

The boy was taken to ……………… hospital in Green Street.
A
the
B
zero article

Slide 17 - Quizvraag

Op de volgende slides
kies uit:
present simple
present continuous
present perfect
(gebruik geen afkortingen)

Slide 18 - Tekstslide

Emma (water) the flowers once a week.

Slide 19 - Open vraag

Now, she (water) flowers.

Slide 20 - Open vraag

She (already water) all flowers in the living room.

Slide 21 - Open vraag

They (just arrive) from San Francisco.

Slide 22 - Open vraag

(you/ever/be) there?

Slide 23 - Open vraag

It (be) an amazing place.

Slide 24 - Open vraag

They (always/produce) so much noice!

Slide 25 - Open vraag

Our annual meetings (be/normally) in spring.

Slide 26 - Open vraag

But this year we (have) them in winter.

Slide 27 - Open vraag

Last week we went to the zoo. It’s been remodelled recently, and it looked great! The animals have much more space now and they …………………………. (bouwen) a new pen for the elephants.
A
are building
B
will build
C
shall build
D
build

Slide 28 - Quizvraag

That …………………………. (openen) to the public on July 1st.
A
is going to open
B
will open
C
shall open
D
is opening

Slide 29 - Quizvraag

…………………………. (we + gaan) to the zoo together then?
A
Are we going to go
B
Are we going
C
Shall we go
D
Will we go

Slide 30 - Quizvraag

By the way, they said they …………………………. (ook + maken) a new tiger cage, but they don’t know when they can start that.
A
are also going to make
B
are also making
C
shall also make
D
will also make

Slide 31 - Quizvraag

I think it …………………………. (niet + zijn) ready before we go, but you never know.
A
is not going to be
B
is not being
C
isn't
D
won't be

Slide 32 - Quizvraag

Translate: We hebben niet genoeg geld.

Slide 33 - Open vraag

Translate: Wat gaan we daaraan doen?

Slide 34 - Open vraag

Translate: Ben jij goed in bakken?

Slide 35 - Open vraag

Translate: Ik heb het nog niet eerder geprobeerd.

Slide 36 - Open vraag

Translate: Dit is wat wij volgens mij moeten doen.

Slide 37 - Open vraag

Translate: Ik denk niet dat het gaat lukken.

Slide 38 - Open vraag

Vul het missende woord in:
Catch - Caught - ? - Vangen/halen

Slide 39 - Open vraag

Vul het missende woord in:
Cut - Cut - ? - Snijden

Slide 40 - Open vraag

Vul het missende woord in:
Feel- ? - Felt - Voelen

Slide 41 - Open vraag

Vul het missende woord in:
? - Kept - Kept - Houden

Slide 42 - Open vraag

Vul het missende woord in:
? - Laid - Laid - Leggen

Slide 43 - Open vraag

Geef het:
voltooid deelwoord van: sturen

Slide 44 - Open vraag

Geef het:
voltooid deelwoord van: zingen

Slide 45 - Open vraag

Geef het:
voltooid deelwoord van: zinken

Slide 46 - Open vraag