Waarom was het toen (in het Krijt) zo warm op aarde?
1b
Slide 17 - Open vraag
Hoe onderzoekt men klimaten uit het verleden?
1c
Slide 18 - Open vraag
Lees paragraaf 2.2 Broeikasaarde en bekijk de figuren.
Slide 19 - Tekstslide
"Net als tijdens de woestijnaarde stond de zeespiegel lager dan nu."
2
-1
A
Juist
B
Onjuist
Slide 20 - Quizvraag
"Het CO2-gehalte is na de broeikasaarde niet meer zo hoog geweest."
2
-2
A
Juist
B
Onjuist
Slide 21 - Quizvraag
"Het actualiteitsprincipe berust op de veronderstelling dat alles wat in het verleden is gebeurd, ook in het heden kan gebeuren."
2
-3
A
Juist
B
Onjuist
Slide 22 - Quizvraag
"Door een meteorietinslag op de grens van Krijt en Tertiair kwam er een abrupt einde aan de broeikasaarde."
2
-4
A
Juist
B
Onjuist
Slide 23 - Quizvraag
Bekijk de figuren 2.15 en 2.16.
Slide 24 - Tekstslide
Figuur 2.15: De koolstofcyclus.
Figuur 2.16: CO2-gehalte en temperatuur in de atmosfeer in het verleden.
Slide 25 - Tekstslide
Neem in je schrift in de notities app W12 over en vul die met behulp van figuur 2.15 in. Maak een foto/screenshot en lever die hier in!
3a
Slide 26 - Open vraag
Reken uit hoe hoog het percentage koolstof is dat opgeslagen ligt in het sedimentgesteente.
3b
Slide 27 - Open vraag
Op welke twee manieren zou de koolstof in het sedimentgesteente weer in de atmosfeer kunnen terechtkomen?
3c
Slide 28 - Open vraag
Gebruik figuur 2.13 en 2.15.
Slide 29 - Tekstslide
Figuur 2.15: De koolstofcyclus.
Figuur 2.13: Het uiteenvallen van Pangea.
Slide 30 - Tekstslide
Wat is het verband tussen het uiteendrijven van de continenten en de stijging van de temperatuur in het Krijt?
4a
Slide 31 - Open vraag
Wat is het verband tussen de hoge zeespiegelstand en de snelle aanmaak van oceanische korst in het Krijt?
4c
Slide 32 - Open vraag
Leg uit waardoor de temperatuurstijging in het Krijt door de uitbundige (vele) vegetatie op een gegeven moment werd geremd. Je antwoord moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.
4d
Slide 33 - Open vraag
Bekijk W13: Terugkoppeling tussen het snel uit elkaar drijven van continenten en het klimaat.
Slide 34 - Tekstslide
Is de volgende stelling juist of onjuist? Licht je antwoord toe.
"Het snel uit elkaar drijven van de continenten veroorzaakt een negatieve terugkoppeling op het warmer worden van de aarde."
5a
Slide 35 - Open vraag
Bekijk figuur 2.14: De temperaturen in het Krijt en nu, op verschillende breedtegraden.
Slide 36 - Tekstslide
Bij vergelijking van de temperatuur in het Krijt met die van nu is het verschil niet op elke breedtegraad even groot.
Waar is het verschil het grootst en waar het kleinst?
6a
Slide 37 - Open vraag
Bij vergelijking van de temperatuur in het Krijt met die van nu is het verschil niet op elke breedtegraad even groot.
Waar is het verschil het grootst en waar het kleinst?
6a
Slide 38 - Open vraag
Geef twee argumenten als verklaring voor dit verschil.
6b
Slide 39 - Open vraag
Bekijk figuur 2.17 t/m 2.19.
Slide 40 - Tekstslide
Wat zijn vermoedelijk de twee oorzaken van het uitsterven van de dinosaurussen?
7a
Slide 41 - Open vraag
Welk geologisch bewijs levert figuur 2.18 dat de meteorietinslag niet plaatsvond in Europa, maar in de Golf van Mexico?
7b
Slide 42 - Open vraag
Waarom vormen de basaltlagen van figuur 2.19 een bewijs voor zeer heftige vulkaanuitbarstingen?
7c
Slide 43 - Open vraag
Je hebt het huiswerk voor deze week af. Lekker bezig!