Mediawijsheid les 2 - Bronnen beoordelen

Mediagebruik - Mediawijsheid les 1
  Mediawijsheid
  

Les 2 -  Bronnen beoordelen
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMediawijsheidMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1,2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Mediagebruik - Mediawijsheid les 1
  Mediawijsheid
  

Les 2 -  Bronnen beoordelen

Slide 1 - Tekstslide

De tweede les rondom mediawijsheid introduceren. Deze les gaat over bronnen beoordelen.

  • Kun je verschillende soorten bronnen onderscheiden
  • Kun je beoordelen hoe betrouwbaar een bron is
  • Weet je waar je op moet letten voor je een bron gebruikt
  • (bron beoordelen)
Aan het einde van deze les:

Slide 2 - Tekstslide

Duidelijk vertellen wat de leerlingen kunnen verwachten van de les aan de hand van deze leerdoelen.
Mediawijsheid

  • 8 competenties (vaardigheden)   
Mediawijsheid vaardigheden

Slide 3 - Tekstslide

Terugkomen op het begrip mediawijsheid en de vaardigheden die daaronder vallen.

(mediawijsheid: een verzameling competenties (vaardigheden) die je nodig hebt om actief, kritisch en bewust deel te nemen aan onze digitale samenleving.)

  • Betrouwbare informatie vinden

  • Bronnen onderscheiden

  • Bronnen beoordelen
Mediawijsheid vaardigheden

Slide 4 - Tekstslide

  • Vertellen dat deze les focust op het onderdeel vinden van informatie.
  • De punten langsgaan waar de les zich op focust.
Welke soorten
bronnen ken je

Slide 5 - Woordweb

  • Om de voorkennis van de leerlingen op te halen, de leerlingen deze vraag laten invullen met de inlogcode die gegeven wordt.
  • Nadat de leerlingen dit hebben ingevuld, kun je een aantal antwoorden bij langs gaan.
  • Let op! De leerlingen niet uit laten loggen en vertellen dat er later nog meer vragen beantwoordt moeten worden. 
Soorten bronnen

Slide 6 - Tekstslide

Na het woordweb wordt hier een overzicht getoond van verschillende soorten bronnen.
  • Aanwijzen of vertellen of de leerlingen er een aantal hadden genoemd.
Onder te verdelen in:
  • Geschreven bronnen
  • Ongeschreven bronnen

Verschillende soorten bronnen

Slide 7 - Tekstslide

Hier volgt een stukje theorie over soorten bronnen.
  • Uitleggen dat bronnen onder te verdelen zijn in geschreven- en ongeschreven bronnen.
Informatie vastgelegd in tekst
  • Boeken
  • (Nieuws)artikelen
  • Rapporten
  • Wetenschappelijke artikels
  • Dagboeken
  • Documenten
Geschreven bronnen

Slide 8 - Tekstslide

Geschreven bronnen
  • Uitleggen dat in de bronnen informatie is vastgelegd in tekst.
  • Genoemde voorbeelden bij langs gaan en benoemen.
Bronnen die verwijzen naar informatie (niet geschreven) 
  • Afbeeldingen
  • Objecten en voorwerpen
  • Video's
  • Geluid
Ongeschreven bronnen

Slide 9 - Tekstslide

Ongeschreven bronnen
  • Uitleggen dat dit bronnen zijn die verwijzen naar informatie
  • Genoemde voorbeelden bij langs gaan en benoemen.
Sleep de afbeeldingen naar de juiste plek
Ongeschreven bron
Geschreven bron

Slide 10 - Sleepvraag

Herhalingsvraag. 
  • Leerlingen de vraag laten maken.
  • Eventueel bespreken.
(Alles met tekst is geschreven. Hiërogliefen zijn ook geschreven. 
De andere afbeeldingen zijn ongeschreven bronnen.)
Waar je op moet letten:
  • Persoon: wie heeft de bron gemaakt?
  • Tijd: wanneer is de bron gemaakt?
  • Plaats: waar is de bron gemaakt?
  • Bedoeling: wat is het doel van de maker?
Hoe betrouwbaar is een bron?

Slide 11 - Tekstslide

Verder met theorie over de betrouwbaarheid van bronnen. 
Uitleggen dat er 4 punten zijn waar je op moet letten.

Persoon: 
  • Heeft de persoon verstand van het onderwerp? Is hij een expert?
Tijd: 
  • Is de bron nog relevant voor nu?
Plaats: 
  • Context en achtergrond informatie bij het maken van een bron kunnen belangrijk zijn bij het beoordelen.
Bedoeling:
  • Is de bron wel feitelijk of wilt de maker je bijvoorbeeld overtuigen of beïnvloeden?
 Bekijk dit fragment van tv-programma 'DUS IK BEN'


Bron fragment: HUMAN

Slide 12 - Tekstslide

Fragment ter illustratie van de behandelde theorie. (Zorg ervoor dat voor de les de video al klaar staat).

De tijd van nu brengt ook voordelen met zich mee, je kunt makkelijker de persoon achter de bron opzoeken en beoordelen.
Feit of mening
  • Feit: iets dat vast staat, te controleren is en niet verandert
  • Mening: wat iemand persoonlijk van iets vindt
Hoe betrouwbaar is een bron?

Slide 13 - Tekstslide

Theorie over feit of mening.
  • Uitleggen wat op de dia staat.
Eventuele voorbeelden:
Feit: Auto's kunnen niet vliegen
Rupsen worden vlinders
Mening: Katten zijn heel lief
Onweer is fijn om in te slapen
Hoe betrouwbaar is een bron?
  • Wat zeggen andere bronnen over hetzelfde onderwerp?
  • Check en vergelijk informatie!


Hoe betrouwbaar is een bron?

Slide 14 - Tekstslide

  • Duidelijk maken dat één bron niet veel zegt. 
  • Altijd belangrijk om te bekijken wat meerdere bronnen over een onderwerp zeggen en daar op beoordelen.
 Bekijk dit fragment van tv-programma 'DUS IK BEN'


Bron fragment: HUMAN

Slide 15 - Tekstslide

Fragment ter illustratie van de behandelde theorie. Hoe beoordeel je bronnen (van bijv. Google)? Wat is betrouwbaar?

Milka heeft de beste chocolade
A
Feit
B
Mening

Slide 16 - Quizvraag

Hier volgt een quiz deel. Laat de leerlingen de vragen maken. Leg eventueel uit als de leerlingen een antwoord niet snappen.
Gamen is veel leuker dan schoolwerk
A
Feit
B
Mening

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Goede bronnen zijn gebaseerd op feiten
A
Feit
B
Mening

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Piet is een ervaren fietsenmaker. Hij schrijft een artikel over auto's. Is dit een betrouwbare bron?
A
Ja, dit is betrouwbaar
B
Nee, dit is niet betrouwbaar
C
Ligt aan Piet zijn kennis over auto's

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Waarom is het belangrijk om te weten wanneer een bron gemaakt is?
A
Om de bron op het internet te vinden
B
Om te weten waar het gemaakt is
C
Om te beoordelen of de informatie nog relevant is

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Waarom is het belangrijk om te weten wat het doel is van de maker?
A
Om te weten of de maker veel geld heeft verdiend
B
Om te beoordelen of de informatie feitelijk is
C
Om te weten of de maker veel invloed heeft

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Denk aan de punten:
Persoon
Tijd
Plaats
Bedoeling

Slide 22 - Tekstslide

Onderdeel: samen een bron beoordelen.
Hier staat een bron van de overheid. Laat de leerlingen eerst zelf nadenken over de volgende punten: 

Persoon, tijd, plaats, bedoeling

Klik eventueel op het vragenteken om de leerlingen op weg te helpen.

Bespreek wat de leerlingen hebben ondervonden.

Resultaat: deze bron is betrouwbaar. Waarom?
  • Persoon: het is informatie van de overheid (expert/autoriteit).
  • Tijd: de overheid geeft relevante informatie .
  • Plaats: gemaakt op een online platform zodat mensen de informatie makkelijk kunnen vinden.
  • Bedoeling: de overheid wil haar burgers informeren over bepaalde onderwerpen.

  • Maak groepjes van drie
  • Bekijk en vergelijk de 3 gegeven bronnen
  • Beoordeel welke bron het meest betrouwbaar is
  • Maak een top 3 van betrouwbaarheid, waarbij de meest betrouwbare bron op 1 staat
  • Bespreek de antwoorden en leg uit

Slide 23 - Tekstslide

Nu mogen de leerlingen zelf aan de slag om bronnen te beoordelen.
  • Leg uit wat er op de dia staat.
  • Zorg dat ze de bijgevoegde links kunnen openen.
  • Bespreek aan het einde de antwoorden en zorg voor terugkoppeling met de behandelde theorie.

  • Betrouwbare informatie vinden

  • Bronnen onderscheiden

  • Bronnen beoordelen
Mediawijsheid vaardigheden

Slide 24 - Tekstslide

Terugkijken naar wat er in de les behandeld is. 
De punten weer even langs gaan en de koppeling maken naar de vaardigheden van mediawijsheid (begin van de les). 


  • Kun je verschillende soorten bronnen onderscheiden
  • Kun je beoordelen hoe betrouwbaar een bron is
  • Weet je waar je op moet letten voor je een bron gebruikt
  • (bron beoordelen)
Aan het einde van deze les:

Slide 25 - Tekstslide

Leerdoelen laten zien en kort langs gaan of ze behaald zijn. 
Mediagebruik - Mediawijsheid les 1
  Einde
Les 2 -  Bronnen beoordelen

Slide 26 - Tekstslide

Afronding van de les.