V4 - p2 - KA16: kruistochten

1 / 56
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 56 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

14.1 Welke motieven kon een koning, graaf of hertog
hebben om een stad bepaalde stadsrechten te geven?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

14.1 Welke motieven kon een koning, graaf of hertog
hebben om een stad bepaalde stadsrechten te geven?
- Een economisch motief: een heer wilde soms een gebied economisch verder ontwikkelen door het marktrecht te verlenen aan een stad;
- Een financieel motief: als een heer geld nodig
had kon hij privileges verkopen voor geld.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

14.2 Wat was het gevolg van het toenemende aantal stadsrechten?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

14.2 Wat was het gevolg van het toenemende aantal stadsrechten?
Dat steden steeds zelfstandiger en onafhankelijker
werden

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

14.3 ​Welke niet-adellijke bevolkingsgroep had aanvankelijk de meeste macht in de steden?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

14.3 ​Welke niet-adellijke bevolkingsgroep had aanvankelijk de meeste macht in de steden?
De handelaren.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

14.4 Leg uit wat een gilde is.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

14.4 Leg uit wat een gilde is.
Een soort beroepsvereniging die op alle terreinen
zorg droeg voor zijn leden: economisch en sociaal.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

14.5 De gilden werden vooral opgericht uit economische overwegingen. Leg dat uit.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

14.5 De gilden werden vooral opgericht uit economische overwegingen. Leg dat uit.
Het was de bedoeling om als beroepsgroep sterker te staan door 
- samen inkoop van grondstoffen te regelen, maar ook de 
- kwaliteit van de producten te waarborgen en 
- de concurrentie niet te groot te maken door niet iedereen lid te laten worden.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

14.6 ​Leg uit dat:
– gilden uitgingen van een solidariteitsprincipe

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

14.6 ​Leg uit dat:
– gilden uitgingen van een solidariteitsprincipe, 
Van gildebroeders werd verwacht dat ze geld inlegden en tijd vrijmaakten om elkaar te helpen in moeilijke tijden. 
Voorbeelden uit de bron zijn de ‘verzekering’ van vier Hollandse penningen per week, om uit te keren aan gildebroeders in nood; het aanwezig zijn bij elkaars’ bruiloften en begrafenissen; en de garantie dat kinderen van gildebroeders zich bij het gilde mogen voegen onder bepaalde voorwaarden

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

– en gildeleden sociale controle op elkaar uitoefenden

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

– en gildeleden sociale controle op elkaar uitoefenden
Gildeleden bepaalden wat wel en niet mocht, en letten erop dat hun gildebroeders zich allemaal. 

Voorbeelden uit de bron zijn het 
verbod op werken op feestdagen en 
de boetes die opgelegd worden bij het niet naleven van de regels in bepaling 3 en 6.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is er zo op de afbeelding te zien?

Slide 16 - Tekstslide

Wat gebeurd hier?

Slide 17 - Tekstslide

Wat gebeurd hier?

Slide 18 - Tekstslide

Wat gebeurd hier?

Slide 19 - Tekstslide

Wat gebeurd hier?

Slide 20 - Tekstslide

Wat gebeurd hier?

Slide 21 - Tekstslide

Wat gebeurd hier?

Slide 22 - Tekstslide

Wat gebeurd hier?
Periode 2
2023-2024
Tijdvak 3 & 4
Les - De Kruistochten (KA 16)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we vandaag doen?
  • Inleiding van de les (gedaan)
  • Hoofdvraag
  • Uitleg: de kruistochten
  • Video
  • Nabespreking
  • Afsluiting / Huiswerk

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdvraag
Waarom gingen mensen op kruistocht?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

rond 1000: chaotisch

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

groei van religie

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maar ook de machtslust van de koningen en zonen van leenmannen die niet de oudste zijn.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ondertussen in het Oosten

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Islam veroverd veel gebied en wordt in het Westen gezien als dreiging
Ondertussen in het Oosten..........

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dan veroveren ze delen van het Byzantijnse Rijk (Oost-Romeinse Rijk)  en .......... Jeruzalem

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Byzantijnse keizer vraagt hulp aan de Paus

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Paus Urbanus II roept in 1095 op tot een kruistocht om Jeruzalem te bevrijden

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ca. 60.000 mensen reageren (waaronder 7000 ridders / edelmannen en meerdere koningen)

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een hele lange wandeling

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met regelmatig gevechten

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alvorens het echte doel veroverd kon
worden: Jeruzalem

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

het wordt een ware slachtpartij... de eerste van velen. 

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Totaal waren er 9 kruistochten. In de bekendste kruistochten streden Richard Leeuwenhart en Saladin tegen elkaar.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kingdom of Heaven 1:49:00 - 2:00:00 uur

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Alhoewel men in Europa niet de detials wist, wist men wel dat op kruistocht gaan geen pretje was...

De edelen namen de gok, hopend op land en macht. 


Maar waarom ging de 'gewone' man?

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
10:00

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
1
Je krijgt 13 bronnen. 
Deze komen uit het boek 'De Gouden Dolk' van Thea Beckman. 

Je krijgt 13 bronnen. 
Deze komen uit het boek 'De Gouden Dolk' van Thea Beckman. 

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




In het jaar 1147 gaat Jiri Rembor, zoon van een smid in een klein Frans dorpje, mee op kruistocht. Hij doet dat vol overtuiging en heeft grootse verwachtingen van zijn strijd tegen de Saracenen (moslims). 
Je krijgt 13 bronnen. 
Deze komen uit het boek 'De Gouden Dolk' van Thea Beckman. 

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1
1
Tussen de bronnen zitten vier hoofdmotieven die een reden aangeven voor Jiri om te gaan. 
Zoek deze 4 hoofmotieven. 

timer
8:00

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreken
De vier motieven:
kaart 4 - bijgeloof in  visioenen
kaart 5 - oproep geestelijken
kaart 8 - de koning/herendiensten, 
kaart 10 - (familie)eer

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2


Bekijk en analyseer de andere fragmenten
- bij welke van de vier hoofdmotieven hoort het fragment?
- versterkt of verzwakte het de reden?
    + is versterkt, 
    - is verzwakt

timer
8:00
De vier motieven:
kaart 4 - bijgeloof in visioenen
kaart 5 - oproep geestelijken
kaart 8 - de koning/herendiensten, 
kaart 10 - (familie)eer

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreken
kaart 4 - bijgeloof in visioenen
kaart 5 - geïnspireerd door oproep geestelijkheid
    9   -
    12 -     Moslims blijken helemaal niet zo gruwelijk als verteld is. 
    13 - 
kaart 8 - onder de indruk van de koning / herendienst
    1
    2
kaart 10 - de eer van opa (familie) hooghouden
    3   +       opa mag niet voor niets gestorven zijn. 

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreken
kaart 8 - onder de indruk van de koning / herendienst
    1  -  koning blijkt in werkelijkheid helemaal niet zo nobel (gaat om macht)
    2  -  geen goede legerleider (om vertrouwen in te hebben)
    6 -  leger van Koenraad heeft allerlei verkeerde dingen gedaan
    7 -  koningen maken er een machtspelletje van 
    11 +  sommige koningen / koninginnen maken indruk (en worden gevolgd om hun imago)
kaart 10 - de eer van opa (familie) hooghouden
    3   +       opa mag niet voor niets gestorven zijn. 

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreken 1
Je hebt 4 hoofdmotieven gevonden: 
1) de koning/herendiensten, 
2) oproep geestelijken
3) bijgeloof/visoenen
4) (familie)eer 


Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreken 2
Je hebt 4 hoofdmotieven gevonden: 
1) de koning/herendiensten, 
2) oproep geestelijken
3) bijgeloof/visoenen
4) (familie)eer 


Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreken
Je hebt 4 hoofdmotieven gevonden: 

Welke conclusie kan je trekken over de motieven om op kruistocht te gaan?



(Dit is natuurlijk een roman. Maar wel gebaseerd op ware bronnen. )

Slide 55 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
maken de opdrachten van ka 16, 16.1 t/m 16.5. 

Slide 56 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies