5.3 Stad en macht

• Art
• Secondary Education

5.3 Stad en macht

Wat weet je nog van de vorige les?

23. Leg uit waarom in de 17e eeuwse republiek lering en vermaak hand in hand gaan.

24. Welke levensles krijgt de toeschouwer niet op dit schilderij van Jan Steen?

1. De luit, die met zijn bolle buik naar voren aan de wand hangt, verwijst naar de gevolgen van losbandigheid: vrijen en mogelijk overspel.
2. het bellenblazende jongetje – wijst erop dat het aardse leven van korte duur is. Het spoort aan een zedig leven te leiden, zodat men in het hiernamaals wordt beloond.
3. De blauwe kleding - destijds droeg iedereen zwart en blauw verwijst naar de hemel
4. Het doodshoofd wijst op het tijdelijke karakter van het leven

25. Wat betekent
Verscheyden aert dient niet ghepaert

1. Als je arm geboren wordt, wordt je nooit rijk
2. Als mensen niet bij elkaar passen, moet je ze niet koppelen
3. Als je niet gezond eet, wordt je niet gezond
4. Paarden rennen sneller dan koeien

26. Waarom bekwaamden 17e eeuwse kunstenaars zich in kunst en wetenschap?

1. Om populairder te worden
2. Om homo universalis te zijn
3. Om meer geld te verdienen
4. Om politieke invloed te vergroten

27. Na de oprichting van de Duytsche academie duurt het nog meer dan 20 jaar voor de opening van de stadsschouwburg. Waarom?

28. Waarom komen er in het 17e eeuwse toneel veel allegorische figuren voor?

1. Als decoratieve elementen voor het toneelstuk.
2. Als symbolen van politieke macht.
3. Om historische gebeurtenissen te dramatiseren.
4. Om abstracte begrippen te verbeelden en moralistische boodschappen over te brengen.

29. Het 17e eeuwse treurspel volgt de klassieke theaterwetten. Welke is niet goed.

1. Kent zes bedrijven
2. De eerste vier bedrijven worden afgesloten met een rei.
3. Volgt Aristoteles’ eenheid van tijd, plaats en handeling.
4. Vaak eindigt het vijfde bedrijf met een deus ex machina (Latijn voor ‘God uit een machine). Een onverwachte ontknoping door het ingrijpen van een goddelijk of bovennatuurlijk personage.

30. Aran en Titus bevat veel gruweldaden als waarschuwing. Leg uit a.d.h.v. het begrip catharsis

31. Wat is de functie van een rei binnen een toneelstuk en welke praktische reden hebben schrijvers voor reien op een bestaande melodie?

32. In Gysbreght van Aemstel komen geschiedenis en nationalisme samen. Leg uit.

33. Amsterdam ken in de 17e eeuw een bloeiende danscultuur. Leg uit en gebruik het woord burgercultuur.

35. Waarom is dit stuk niet
geschikt voor de protestantse
eredienst?

35. Wat is geen kenmerk van een toccata?

1. De compositie heeft geen vaste vorm, maar varieert op een thema (tijdens uitvoeringen werd er dan ook veel geïmproviseerd).
2. De melodie beweegt over het hele klavier (hoog en laag).
3. De compositie kent grote verschillen in dynamiek en snelheid (ze begint langzaam in het middenregister, maar wordt steeds sneller en hoger).
4. De compositie komt erg statisch over, wat ook wel blijkt uit de bezetting van het orgel

36. Wat is een kenmerk van een genrestuk?

1. Het is een voorstelling uit het dagelijkse leven, zoals huiskamertaferelen, keukenscènes, markten en herbergen en de weergave van diverse beroepen.
2. het gaat meestal om specifieke individuen.
3. Vaak zit in de voorstelling geen levensles of morele boodschap verborgen.
4. Lichtzinnige taferelen kunnen enkel als vermaak worden geïnterpreteerd.

Leerdoelen

• Aan het einde van de les kunt je de groei en uitbreiding van Amsterdam in de 17e eeuw beschrijven.
• Aan het einde van de les begrijp je de principes van de Amsterdamse stedenbouw zoals toegepast in Batavia.
• Aan het einde van de les kunt je uitleggen waarom en hoe het nieuwe stadhuis van Amsterdam in 1640 werd gebouwd.
• Aan het einde van de les kun je de kenmerken van de klassieke architectuur uit de zeventiende eeuw beschrijven, zoals toegepast in het nieuwe stadhuis van Amsterdam.

Wat weet je al over de groei van Amsterdam in de 17e eeuw?

Bouw van het nieuwe stadhuis van Amsterdam in 1640

• Amsterdamse bestuurders besloten tot de bouw van een nieuw stadhuis.
• Het stadhuis zou in het economische en religieuze hart van de stad komen te staan.
• Architect Jacob van Campen ontwierp het stadhuis volgens klassieke principes.

Kenmerken van de klassieke architectuur uit de zeventiende eeuw

• Klassieke architectuur volgt strenge klassieke principes.
• Het nieuwe stadhuis van Amsterdam is hier een voorbeeld van.
• De architectuur is gebaseerd op de principes geformuleerd door Vitruvius.

Groei en uitbreiding van Amsterdam in de 17e eeuw

• Amsterdam groeide snel in de 17e eeuw.
• Grachten en kaden werden aangelegd rond het oude stadscentrum.

Stedenbouwkundige principes van Amsterdam toegepast in Batavia

• Amsterdamse stedenbouwprincipes werden gebruikt bij het ontwerpen van Batavia.
• Het systeem van grachten en kaden werd toegepast.
• Dit zorgde voor een georganiseerde en functionele stad.

Definitielijst

• Klassieke architectuur: Een stijl van architectuur die wordt gekenmerkt door de toepassing van strenge klassieke principes, met name in kerken en openbare gebouwen.
• Gulden Snede: Een wiskundig principe dat wordt toegepast in de klassieke architectuur voor esthetische proporties.

Hoe was deze les voor jou?

😒🙁😐🙂😃