Klassieke oudheid

Klassieken
oudheid tot en met de vierde eeuw
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
ArtSecondary Education

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Klassieken
oudheid tot en met de vierde eeuw

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk je aan bij de klassieke oudheid?

Slide 2 - Woordweb

Tragedies en Komedies
Het westerse theater ontstond in de 6e eeuw voor Christus in de Griekse cultuur, vanuit religieuze rituelen ter ere van Dionysus. Deze rituelen waren de basis vanzowel tragedies als komedies. Dankzij de werken van Aristoteles werd het Griekse theater in de renaissance herontdekt, en het heeft nog steeds invloed op het hedendaagse theater.

Slide 3 - Tekstslide

Theatergenres in Athene
In de 5e eeuw v.Chr. werd theater in Athene tweemaal per jaar opgevoerd tijdens festivals voor Dionysus. Het publiek bestond uit burgers en het theater diende zowel voor religieuze als politieke gebeurtenissen. Er werden tragedies en komedies opgevoerd. Tragedies waren serieuze stukken waarin menselijke fouten en ingrepen van de goden centraal stonden, terwijl komedies vaak satirisch waren en actuele gebeurtenissen bespraken.

Slide 4 - Tekstslide

Tragedies
De drie grote tragische dichters waren Aeschylus, Sophocles en Euripides. In de 5e eeuw v.Chr. stond niet meer het lot, maar menselijke handelingen centraal in tragedies. Verhalen gingen vaak over conflicten zonder duidelijke oplossingen, zoals bij het verhaal van Oedipus van Sophocles, waarin de hoofdpersoon zijn moeder trouwt en zijn vader doodt zonder dit te beseffen.

Slide 5 - Tekstslide

Aristoteles' analyse van tragedie
Aristoteles analyseerde tragedie in zijn werk Poëtica en stelde dat tragedies zich op één plaats en tijd moesten afspelen. Hij introduceerde het idee van catharsis, waarbij het publiek zuivering en medeleven ervaart door identificatie met de tragische held. Aristoteles' ideeën beïnvloedden niet alleen het klassieke theater, maar ook de latere renaissancetragedies.

Slide 6 - Tekstslide

Komedies
Griekse komedies waren minder ernstig dan tragedies en bevatten vaak humoristische verwijzingen naar politiek en maatschappelijke thema’s. Een belangrijke schrijver van komedies was Aristophanes. Komedies speelden zich af in een herkenbare setting en maakten gebruik van satire, politiek commentaar en grappige verwikkelingen.

Slide 7 - Tekstslide

Theater van Epidaurus
Het Griekse theater was gebouwd in een halve cirkel op een helling, met een uitstekend akoestisch ontwerp waardoor toeschouwers op afstand alles goed konden horen. Het theater werd gebruikt voor het opvoeren van tragedies en komedies en is nog steeds in gebruik voor klassieke opvoeringen.

Slide 8 - Tekstslide

Griekse muziek en mythologie
In de Griekse mythologie heeft muziek een goddelijke oorsprong. Ze werd vaak gebruikt tijdens religieuze ceremonies en was verbonden met goden zoals Apollo en Dionysus. Griekse muziekinstrumenten zoals de lier en de fluit werden beschouwd als geïnspireerd door de goden en hadden een belangrijk symbolisch karakter.

Slide 9 - Tekstslide

Pythagorese muziektheorie
Pythagoras ontdekte in de 6e eeuw v.Chr. de wiskundige basis van muziekharmonieën, waarbij hij intervallen zoals octaven koppelde aan verhoudingen. Hij stelde vast dat harmonie afhing van wiskundige relaties, en deze theorieën hadden grote invloed op de westerse muziekontwikkeling.

Slide 10 - Tekstslide

Romeinse muziek
De Romeinen namen veel over van de Grieken, inclusief muziek. Muziek speelde een rol in religieuze en militaire ceremonies, evenals in theateropvoeringen. Ze gebruikten blaasinstrumenten en koperen instrumenten en voerden muziek op tijdens openbare evenementen zoals gladiatorengevechten.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Griekse beeldhouwkunst
Griekse beeldhouwkunst uit de klassieke periode (490-323 v.Chr.) benadrukte de perfecte verhoudingen van het menselijk lichaam. In de Hellenistische periode werd deze stijl realistischer. Beeldhouwwerken portretteerden goden en mythologische figuren, maar ook atleten en helden.

Slide 13 - Tekstslide

Romeinse beeldhouwkunst
De Romeinen kopieerden veel van de Griekse beeldhouwkunst, maar gaven beelden vaak een meer realistische, menselijke weergave. Ze creëerden beelden van keizers en belangrijke figuren in de samenleving. Een bekend voorbeeld is de Augustus van Prima Porta, die keizer Augustus afbeeldt als een perfecte leider.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Romeinse bouwkunst
De Romeinen voegden nieuwe technieken toe aan de Griekse architectuur, zoals het gebruik van beton en baksteen, en ze introduceerden bogen en gewelven om grotere structuren mogelijk te maken. Amfitheaters zoals het Colosseum in Rome zijn bekende voorbeelden van deze bouwstijl.

Slide 16 - Tekstslide

Romeinse theaters en amfitheaters
In tegenstelling tot Griekse theaters, die tegen heuvels waren gebouwd, maakten de Romeinen gebruik van gewelven en bogen om vrije theaters te creëren. Romeinse theaters dienden zowel voor toneelvoorstellingen als voor gevechten en sportevenementen. Ze introduceerden ook de eerste amfitheaters, speciaal ontworpen voor gladiatorengevechten.

Slide 17 - Tekstslide

De invloed van het christendom
Vanaf de 4e eeuw na Christus kreeg het christendom meer invloed in het Romeinse Rijk, wat leidde tot veranderingen in de cultuur en architectuur. Veel Romeinse tradities werden aangepast of samengevoegd met christelijke symboliek, wat ook de bouw van kerken en basilieken beïnvloedde.

Slide 18 - Tekstslide

Griekse tempelbouw
De Grieken ontwikkelden een indrukwekkende monumentale architectuur, waarvan het Parthenon in Athene een bekend voorbeeld is. Ze gebruikten drie klassieke stijlen: Dorisch, Ionisch en Korinthisch, herkenbaar aan de zuilen en kapitelen. Deze architectuur legde de basis voor latere bouwwerken in de Romeinse en Europese tradities.

Slide 19 - Tekstslide

Dorische zuil
Ionische zuil
Korintische zuil

Slide 20 - Sleepvraag

Welke klassieke elementen zie jij om je heen?

Slide 21 - Woordweb

Deze vragen heb ik nog

Slide 22 - Woordweb

Hoe was deze les voor jou?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll