BS 2:

Water in de wolken noem je
A
neerslag
B
oppervlaktewater
C
hemelwater
D
grondwater
1 / 14
volgende
Slide 1: Quizvraag
mens en natuurMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Water in de wolken noem je
A
neerslag
B
oppervlaktewater
C
hemelwater
D
grondwater

Slide 1 - Quizvraag

Water in rivier de Rijn heet
A
neerslag
B
oppervlaktewater
C
hemelwater
D
grondwater

Slide 2 - Quizvraag

Dit water zie je wel, en bevindt zich op aarde
A
Grondwater
B
Oppervlaktewater
C
Hemelwater

Slide 3 - Quizvraag

Regen en sneeuw zijn voorbeelden van
A
neerslag
B
oppervlaktewater
C
hemelwater
D
grondwater

Slide 4 - Quizvraag

Dit water zie je niet, maar bevindt zich ook niet op aarde
A
Grondwater
B
Oppervlaktewater
C
Hemelwater

Slide 5 - Quizvraag

Noem 3 voorbeelden van oppervlakte water.

Slide 6 - Open vraag

Wat is het grote verschil tussen grondwater en oppervlakte water
A
oppervlakte water is erg zout
B
grondwater is heel schaars
C
Er zit ijzeroxide in grondwater
D
grondwater is al gefiltreerd

Slide 7 - Quizvraag

Oppervlakte water is altijd zoet water
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Wat is oppervlakte water?
A
Water in sloten, meren, rivieren, kanalen en plassen
B
Water uit de bodem die aan de oppervlakte komt
C
Water alleen van rivieren en de zee
D
Alleen zoet water van de oppervlakte

Slide 9 - Quizvraag

Welke fase-overgang vindt er plaats als water ijs wordt?
A
smelten
B
verdampen
C
condenseren
D
stollen (bevriezen)

Slide 10 - Quizvraag

Water, ijs en waterdamp zijn drie verschillende stoffen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

In welke fase is het  water bij de volgende weersverschijnselen?
Vloeibaar

Gas


Vast

Regen
Sneeuw
Hagel
Mist
Rijp

Slide 12 - Sleepvraag

Heb je deze les begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

Onder de grond bevindt zich
A
neerslag
B
oppervlaktewater
C
hemelwater
D
grondwater

Slide 14 - Quizvraag