les maandag 1 november T2C

Hoi T2C 
Fijn dat jullie er zijn!
voor de herkansers/inhalers inloggen op lesson up 
voor de niet-herkansers: Water, vriend of vijand? 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoi T2C 
Fijn dat jullie er zijn!
voor de herkansers/inhalers inloggen op lesson up 
voor de niet-herkansers: Water, vriend of vijand? 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen? 
- Oefenen voor de Toets
- Specifieke vragen?

Slide 2 - Tekstslide

Wat is GEEN product dat Nederland veel exporteert?
A
Bloemen
B
Zuivel
C
auto's
D
Vlees

Slide 3 - Quizvraag

Hoe noemen we het dat boeren steeds grotere stukken land gingen bewerken?
A
Mechanisatie
B
Schaalvergroting
C
Specialisatie
D
Biodiversiteit

Slide 4 - Quizvraag

De redenen waarom bedrijven voor een bepaalde plaats kiezen, noemen we?
A
Industriële inertie
B
Vertrekredenen
C
Vestigingsredenen
D
Denken ze daar over na?

Slide 5 - Quizvraag

De afstand die je wil afleggen voor een voorziening of product noemen we?
A
Verzoringsgebied
B
Reikwijdte
C
Agglomeratie-effect
D
Baliefunctie

Slide 6 - Quizvraag

Drempelwaarde is...
A
De hoogte van een drempel
B
Minimaal aantal klanten dat nodig is om een zaak draaiend te houden
C
De afstand die klanten afleggen
D
Afname van het aantal jonge mensen in de bevolking

Slide 7 - Quizvraag

Veel boeren richten zich op één soort landbouw dat doen ze om meer te kunnen produceren hoe wordt dat genoemd?
A
gemengde landbouw
B
intensivering
C
mechanisatie
D
specialisatie

Slide 8 - Quizvraag

'Een Nederlandse boer kan vergeleken met 1950, veel meer stukken grond bewerken'

Welk begrip hoort bij dit stukje tekst?
A
Seizoensarbeid
B
Biodiversiteit
C
Schaalvergroting
D
Mechanisatie

Slide 9 - Quizvraag

Wat doet de eetgewoonte van de mens met de biodiversiteit op aarde?
A
De biodiversiteit neemt toe
B
De biodiversiteit neemt af
C
De biodiversiteit veranderd niet

Slide 10 - Quizvraag

Bij agglomeratie-voordelen ......
A
stoten bedrijven elkaar af
B
trekken bedrijven elkaar aan

Slide 11 - Quizvraag

Noem eens wat agglomeratie voordelen

Slide 12 - Open vraag

Schrijf op welke vestigingsplaatsvoordelen er kunnen zijn.

Slide 13 - Open vraag

Wat zie je hier?
A
massagoederen
B
stukgoederen

Slide 14 - Quizvraag

wat is het verschil tussen de twee groepen vrachtgoed?
A
stukgoederen zijn verpakt en massa goederen niet
B
massa goederen zijn verpakt en stukgoederen niet
C
massa goederen worden altijd met de vrachtwagen vervoerd en stukgoederen met de boot

Slide 15 - Quizvraag

Noem een voorbeeld van stukgoederen

Slide 16 - Open vraag

Waarom is het belangrijk dat bloemen snel naar de klant vervoerd worden?

Slide 17 - Open vraag

Noem een beroep in de Secundaire sector

Slide 18 - Open vraag

Noem een beroep in de Tertiaire Sector

Slide 19 - Open vraag

Wat is het verschil tussen commercieel en niet-commercieel?

Slide 20 - Open vraag

Waarom heeft Zwolle een groter verzorgingsgebied dan Zaandam?

Slide 21 - Tekstslide

vragen?

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide