Grenzen Verpleegtechnisch handelen voor verpleegkundigen

Grenzen Verpleegtechnisch handelen voor verpleegkundigen
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Grenzen Verpleegtechnisch handelen voor verpleegkundigen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geen registratie BIG register of medisch tuchtrecht.
Wèl registratie in het BIG-register en medisch tuchtrecht.
Tandarts
Apotheker
Fysiotherapeut
Verpleegkundigen
Verloskundigen
VIG'er
Huidtherapeut
Logopedist
Ergotherapeut
Tandprotheticus
Psychotherapeut

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de wet BIG?
A
Wet op de Bedrijven in de individuele gezondheidszorg
B
Wet op de Bedrijven in de Inititiele gezondheidszorg
C
Wet op de Beroepen in de individuele gezondheidszorg
D
wet op de Beroepen in de Initiele gezondheidszorg

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Alle voorbehouden handelingen zijn ​
risicovol maar niet alle risicovolle handelingen zijn ​
voorbehouden handelingen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Katheteriseren is een
A
voorbehouden handeling
B
risicovolle handeling
C
voorbehouden en risicovolle handeling

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is injecteren een risicovolle of een voorbehouden handeling?
A
Risicovol
B
Voorbehouden
C
risicovol & voorbehouden
D
Iedereen mag injecteren na een cursus

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I.M. injecteren is een
A
voorbehouden handeling
B
risicovolle handeling
C
voorbehouden en risicovolle handeling
D
een handeling

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ga jij om met voorbehouden en risicovolle handelingen?
A
Ik voer zelfstandig voorbehouden en risicovolle handelingen uit, ook als daar geen uitvoeringsverzoek van de arts voor is.
B
Ik voer alleen voorbehouden en risicovolle handelingen uit waarvoor ik bekwaam ben en waarvoor een uitvoeringverzoek van de arts is.
C
Ik weet niet precies wat onder voorbehouden en risicovolle handelingen wordt verstaan
D
In een acute situatie kan ik zelfstandig handelen en draag ik zorg voor een juiste behandeling van de zorgvrager

Slide 8 - Quizvraag

Zorgmedewerkers mogen alleen voorbehouden en risicovolle handelingen uitvoeren als ze hiervoor een uitvoeringsverzoek van de arts hebben én bekwaam zijn.
Het verwisselen van een infuuszak is een risicovolle handeling, maar geen voorbehouden handeling
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Neusmaag sonde inbrengen, is dit een risicovolle handeling of een voorbehouden handeling?
A
risicovolle handeling
B
voorbehouden handeling

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is injecteren een risicovolle of een voorbehouden handeling?
A
Risicovol
B
Voorbehouden
C
geen van beide

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de WMO?
A
In deze wet is vastgelegd dat de Gemeente verantwoordelijk is voor het armoedebeleid en het verlenen van hulp aan inwoners met financiële problemen.
B
Deze wet regelt hulp en ondersteuning voor burgers, zodat zij zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen wonen en deel kunnen blijven nemen aan de maatschappij.
C
In deze wet staat vastgelegd wat goede zorg precies inhoudt en wat er moet gebeuren als mensen een klacht hebben over de zorg.
D
De regeling helpt professionals bij vermoedens van huiselijk geweld of kindermishandeling.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als verpleegkundige mag je gewoon aan het werk zonder BIG-registratie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een big registratie heb je voor je hele leven
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke beroepen hebben een BIG registratie?
A
Diëtist
B
Apotheker
C
Mondhygiënist
D
Fysiotherapeut

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie valt onder de wet- BIG registratie?
A
Doktersassistente
B
Verpleegkundige
C
Mantelzorger
D
Maatschappelijke begeleider

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zorgverleners met een BIG- registratie moeten iedere ...... herregistreren
A
6 maanden
B
2,5 jaar
C
5 jaar
D
10 jaar

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie heeft er een BIG registratie?
A
Verpleegkundige
B
Mondhygiënist
C
Fysiotherapeut
D
Tandarts

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie heeft er een BIG registratie?
A
Mondhygiënist
B
Tandarts
C
Beide
D
Beide niet

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

WGBO
staat voor:
A
Wet op Geneeskundige Behandelings-Overeenkomst
B
Wet voor Geneeskundige Begeleidings- ondersteuning
C
Wet Gezondheids- Bevorderende overeenkomst
D
Alle antwoorden zijn onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De WGBO geldt:
A
zodra er een behandelingsovereenkomst is
B
alleen voor ziekenhuiszorg
C
alleen voor artsen
D
alleen voor patiënten

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat regelt de WGBO
A
Recht op informatie
B
Inzage in dossier
C
Kosten van de zorg
D
Klachten

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom bestaat het tuchtrecht?
A
Om zorgvragers te beschermen van onprofessionele en onzorgvuldige zorg
B
Om overzicht te krijgen van een BIG- registratie
C
Zodat zorgverleners geen persoonlijke informatie delen met andere

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De wet WGBO gaat over...
A
Behandelingsovereenkomst
B
Geheimhoudingsplicht
C
Informed consent
D
Alle

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

...............document dat aangeeft welke stappen gevolgd moeten worden om tot juiste resultaat te komen


A
Richtlijn
B
Protocol
C
Geprotocolleerde werkinstructie
D
wet

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke wet is het inzagerecht geregeld?
A
WGBO
B
Wet BIG
C
Wkggz
D
Zelfbeschikkingsrecht

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een wilsbekwame patiënt weigert reanimatie middels een schriftelijke wilsverklaring. Mag je toch reanimeren?
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vaak moet volgens de Wet zorg en dwang een nieuwe maatregel geëvalueerd worden (niet toegepast in noodsituatie)?
A
Minimaal elke 2 weken
B
Minimaal elke 4 weken
C
In eerste instantie 3 maanden en daarna 6 maanden
D
Minimaal elk half jaar

Slide 28 - Quizvraag

Onvrijwillige zorg moet in eerste instantie minimaal elke 3 maanden geëvalueerd worden.
Bij een maatregel ter overbrugging van een noodsituatie moet zo snel mogelijk, maar in ieder geval binnen 2 weken, geëvalueerd worden of deze maatregel al dan niet moet worden voortgezet.
Als de onvrijwillige zorg na het doorlopen van het stappenplan definitief is, dan moet het elke 6 maanden, tijdens de reguliere zorgplanbesprekingen, worden geëvalueerd.
Welke maatregelen zijn onder de Wet zorg en dwang verboden, tenzij er sprake is van een noodsituatie?
A
Het toedienen van medicatie zonder toestemming van de cliënt
B
Het beperken van bewegingsvrijheid van een cliënt
C
Het toepassen van fysieke fixatie
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mag je onvrijwillige zorg verlenen?
A
Ja, als het een noodsituatie is en je bent niet op de hoogte van bijvoorbeeld een niet reanimatieverklaring.
B
Ja, Als er een noodsituatie is en dit wordt overlegd met de Arts. 
C
Nee, want je hebt te maken met de wet Wzd (Wet zonder dwang) je mag niet zomaar voor een zorgverlener beslissen .

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dwangzorg is:
A
Gedwongen opname
B
Vrijwillige opname
C
Gedwongen behandeling
D
Gedwongen opname en/of gedwongen behandeling

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Wet zorg en dwang regelt de rechten van mensen met een verstandelijke beperking bij onvrijwillige zorg. De wet is er ook voor mensen met dementie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vanaf .......jaar neemt het kind zelf de beslissing over de zorg die aan hem of haar wordt verleend (art. 3, lid 1).
A
16
B
18
C
12
D
8

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies