Antwoorden opdr. 3 (p. 145-146)
9 linguïst: taalkundige10 preposities: voorzetsels
11 reductie: vermindering/versimpeling
12 kanttekening: opmerking/voorbehoud
13 Slavische: van de Slaven, een volksstam in Oost-Europa waartoe bijvoorbeeld Russen, Polen en Serviërs behoren
14 geconserveerd: behouden/bewaard
15 arbitrair: willekeurig
16 boosdoener: degene die iets kwaads of slechts doet/schurk/boef
17 collocaties: vaste verbindingen