Les 3 Indonesië

Organisatie tijd
Pak je katern en een pen
timer
5:00
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Organisatie tijd
Pak je katern en een pen
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Lees/ Verwerkingstijd
Maak de vragen bij le s 1 en 2 af
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Lestijd 15 min

Slide 3 - Tekstslide

herhaal vragen

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer is de VOC opgericht?
A
1602
B
1906
C
1487
D
1537

Slide 5 - Quizvraag

Door wie werd de VOC opgericht?
A
Heren 17
B
Staten-Generaal
C
Willem III
D
Johan de Witt

Slide 6 - Quizvraag

Had de VOC het alleenrecht op de handel met de Oost?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Waarom werd de VOC opgericht?
A
Handel drijven
B
Gebieden veroveren
C
Schepen bouwen
D
Vakantie

Slide 8 - Quizvraag

Wie heeft de leiding over de VOC?
A
Staten-Generaal
B
Johan de Witt
C
Heren 17
D
Willem III

Slide 9 - Quizvraag

Wat mocht de VOC NIET doen?
A
Oorlog voeren
B
Verdragen sluiten
C
Gebieden besturen
D
Ze mochten zowel A, B als C doen.

Slide 10 - Quizvraag

De koloniale relatie tussen Indonesië en Nederland


2. Van verlies naar winst (1800-1870)

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen op welke manier de VOC zoveel winst kon maken in Indië.

Slide 12 - Tekstslide

Het 'arme' Nederland
  • Franse bezetting (1795-1813)

  • Java in Engelse handen

  • Nederlandse vloot ouderwets en kan concurrentie met andere landen niet meer aan.

  • Java-oorlogen (1825-1830) kosten veel geld

Slide 13 - Tekstslide

Het cultuurstelsel
 (1830-1870)
  • Doel: Indië moet weer winstgevend (voor Nederland) worden

  • Met dat geld kan Nederland een modern land worden (wens van koning Willem I)

  • Uitvoering onder leiding van Johannes van den Bosch

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Hoe werkt het cultuurstelsel? (1)

  • Javaanse boeren moeten 1/5 deel van hun land verbouwen met voor de Nederlanders interessante producten: koffie, thee en indigo (cultures)

  • Javaanse boeren krijgen hiervoor plantloon

Slide 16 - Tekstslide

Hoe werkt het cultuurstelsel? (2)

  • Javaanse boeren moeten 66 dagen werken voor de Nederlanders (herendiensten), bijvoorbeeld wegen, kanalen en spoorwegen aanleggen

  • De Javaanse vorsten (Regenten) krijgen cultuurprocenten. Hoe meer hun boeren leveren, hoe meer cultuurprocenten.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Bestuur tijdens het cultuurstelsel
  • Nederland laat het bestaande, inlandse (Javaanse) bestuur intact

  • Nederland plaats boven en naast dit inlandse bestuur, een eigen, binnenlands, bestuur met Nederlandse ambtenaren van de NHM (Nederlandsche Handelsmaatschappij)
Gouverneur-Generaal
Gouverneur
Resident
Binnenlands bestuur
Assistent-resident
Regent
Inlands bestuur
Districtshoofd
Onderdistrictshoofd
Dorpshoofd
Verdeelt het werk en betaalt het plantloon uit
Hoogste ambtenaar in Nederlands-Indië
Hoofd van een provincie
Controleur
Javaanse vorsten

Slide 19 - Tekstslide

Gevolgen voor Nederland
  • Indië is binnen paar jaar weer winstgevend voor Nederland: het batig slot

  • Infrastructuur (wegen, kanalen en spoorwegen) in Nederland  zijn vrijwel geheel betaald door deze winsten

Slide 20 - Tekstslide

Positieve gevolgen voor Java

  • Verbetering van de infrastructuur op het eiland

  • Ontstaan van een geldeconomie

Slide 21 - Tekstslide

Negatieve gevolgen voor Java
  • Uitbuiting door eigen Javaanse vorsten (regenten)

  • Vaak meer dan 66 dagen herendiensten

  • Plantloon is laag

Slide 22 - Tekstslide

Negatieve gevolgen voor Java

  • Beste land moest voor het cultuurstelsel worden gebruikt

  • Hongersnoden

Slide 23 - Tekstslide

Pauzemomentje
timer
4:00

Slide 24 - Tekstslide

Werktijd max. 15 min.
  1. Maak de opdrachten bij les 3 van het werkboek af
  2. Stel vragen als je er niet uitkomt
  3. Klaar? Kijk wat je alvast voor de volgende les kunt doen. 
timer
15:00
timer
10:00

Slide 25 - Tekstslide

Afsluiting
Schrijf 3 woorden op die je deze les hebt geleerd en licht deze toe
timer
5:00

Slide 26 - Tekstslide