THV2C leçon 10: landennamen

Bonjour
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Bonjour

Slide 1 - Tekstslide

Programme 
pour la leçon 10
        Aujourd'hui (=vandaag) :
- Quizizz sur le passé composé
- Lire un texte sur le carnaval
- Apprendre : de landennamen
- Pratiquer les dialogues 1 + 2



mercredi 22 février

Slide 2 - Tekstslide

Vous avez des questions sur le passé composé ?

Slide 3 - Tekstslide

Quizizz sur le passé composé
Als je klaar bent met Quizizz, ga naar Verbuga. 
In de linkerkolom zet je een vinkje voor Passé Composé – het vinkje bij Présent mag je weghalen.
Oefen met de volgende onregelmatige werkwoorden:    
ALLER (vwo)– AVOIR – ÊTRE – FAIRE – PRENDRE 
en met deze regelmatige werkwoorden:
AIMER – ARRIVER (vwo) – CHERCHER – DONNER – PARLER – REGARDER – RESTER (vwo)

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Les noms des pays en français

Slide 7 - Tekstslide

Wat valt je op?
La France - Le Portugal - Les Pays-Bas

Slide 8 - Open vraag

Welk lidwoord gebruik je?
Landennamen die eindigen op een -e = vrouwelijk
Landennamen die eindigen op een andere letter dan -e = mannelijk
Landennamen die meervoud zijn
Landennamen die met een klinker beginnen
LA 
LE
LES
L'
La France, la Belgique etc.
Le Portugal, le Royaume-Uni etc.
Les Pays-Bas, les États-Unis etc.
L'Espagne, l'Allemagne etc.

Slide 9 - Tekstslide

Welke lidwoord?
Espagne
A
la
B
le
C
l'
D
les

Slide 10 - Quizvraag

Welke lidwoord?
Pays-Bas
A
la
B
le
C
l'
D
les

Slide 11 - Quizvraag

Welke lidwoord?
France
A
la
B
le
C
l'
D
les

Slide 12 - Quizvraag

Welke lidwoord?
Belgique
A
la
B
le
C
l'
D
les

Slide 13 - Quizvraag

Welke lidwoord?
Portugal
A
la
B
le
C
l'
D
les

Slide 14 - Quizvraag

Supplément, p.19, exercice L
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16

Slide 15 - Tekstslide

Corrigé de l'exercice L
  • 1. la France
  • 2. l’Espagne
  • 3. le Maroc
  • 4. le Portugal
  • 5. l’Angleterre - la Grande-Bretagne - le Royaume-Uni
  • 6. la Norvège
  • 7. la Suède




  • 8. le Danemark
  • 9. les Pays-Bas
  • 10. la Belgique
  • 11. l’Allemagne
  • 12. la Pologne
  • 13. la Suisse
  • 14. l’Italie
  • 15. la Grèce
  • 16. la Turquie

Slide 16 - Tekstslide

Supplément pages 23 + 24

Pratiquer
 les dialogues 1 + 2

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide