H3, les 7

Economie jaar 3
Hoofdstuk 3: sparen en lenen

Bladzijde 40
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Economie jaar 3
Hoofdstuk 3: sparen en lenen

Bladzijde 40

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud van de les
  • Planning komende weken
  • Opdracht 3.22 en 3.23 afmaken?
  • Theorie over onderdeel 'lenen'
  • Opdrachten maken. 

Doelen:
- Je kan rente en aflossing op een lening berekenen.
- Je kan verschillende vormen van leningen noemen. 

Slide 2 - Tekstslide

Planning komende weken
Datum
Les 1
Les 2
6-10 nov
3.26 t/m 3.30
3.31 t/m 3.35
13-17 nov
Projectweek
Projectweek
20-24 nov
Uitloop
Leren voor de toets
27 nov - 01 dec
Toets H3
Start H6

Slide 3 - Tekstslide

Absoluut en relatief
Meneer Evers verdient nu €2750 en dat was €2500.

Met absolute aantallen wordt in de wiskunde gewoon de grootte bedoeld. 
Meneer Evers verdient absoluut 250 euro meer. 
Het woord relatief betekent: in vergelijking met iets anders.
250 / 2500 x 100 = relatief 10% meer loon. 

Slide 4 - Tekstslide

Herhalingsopdracht
Johan heeft in het jaar 2022 €23,86 aan rente ontvangen. Het rentepercentage was 0,42%. 

Bereken het bedrag wat aan het begin van het jaar op de rekening stond. 

Slide 5 - Tekstslide

Herhalingopdracht
Van deze school is 78% van de leerlingen actief op TikTok. Het totaal aantal leerlingen op Mariënburg is 1500. 

Bereken hoeveel leerlingen actief op TikTok zitten. 

Slide 6 - Tekstslide

3.3 Lenen
Aflossen: het terugbetalen van een lening.
Rente: vergoeding die je betaalt voor het lenen van geld. 

Voorbeeld. Je leent €10 met €2rente. 

Slide 7 - Tekstslide

Bilghetto
Verhuizen?!




Slide 8 - Tekstslide

3.3 Lenen --> soorten leningen
Hypothecaire lening: dit is een lening voor het kopen van een huis. Dit met het huis als onderpand. 
Zo heeft de bank zekerheid wanneer jij de lening niet kunt terugbetalen. 

Persoonlijke lening: dit is een lening waarbij het bedrag dat je leent direct in zijn geheel op je rekening wordt gestort. Je betaalt iedere maand een vast bedrag voor rente en aflossing

Slide 9 - Tekstslide

3.3 Lenen --> soorten leningen
Kopen op afbetaling: Hierbij wordt de koopprijs in termijnen achteraf betaald

Doorlopend krediet: je mag flexibel een maximumbedrag lenen indien je dat nodig hebt. Dit wordt ook wel 'rood staan' genoemd. 

Slide 10 - Tekstslide

Opdrachten maken

Wat: maak opdrachten 3.26 t/m 3.29 op blz. 42 en 43.
Tijd: jullie krijgen hiervoor 20 minuten. 
Hulp?: overleg rustig met diegene naast je. Daarna vraag je het aan de docent. 
Ben je klaar? maak opdracht 3.30 en 3.31 op blz. 44 en 45.
timer
20:00

Slide 11 - Tekstslide

Oefen opdracht (blz. 44).
Fleur wilt een nieuwe scooter van €5000 kopen. Ze heeft berekent dat ze per maand €130 kan missen.
Vraag 1: Toon aan dat zij een lening kan nemen om deze scooter aan te schaffen. Geef aan welke opties fleur heeft.  

  Vraag 2: Bereken de rente die zij in totaal moet
                    betalen, gebruik de minst lange looptijd. 

Slide 12 - Tekstslide

Opdrachten maken

Wat: maak opdrachten 3.30 en 3.31 op blz. 44 en 45.
Tijd: jullie krijgen hiervoor 15 minuten. 
Hulp?: overleg rustig met diegene naast je. Daarna vraag je het aan de docent. 
Ben je klaar? maak opdracht 3.32 en 3.33 op blz. 45 en 46.
timer
15:00

Slide 13 - Tekstslide

Doorlopend krediet
Je spreekt een maximum leenbedrag af. Dit mag je dus maximaal in de min staan bij de bank. 

Maandelijks betaal je één bedrag aan de bank als je gebruikt maakt van het krediet. Dat bedrag bestaat uit rente én aflossing. 

Slide 14 - Tekstslide

Opdrachten maken

Wat: maak opdrachten 3.30 en 3.31 op blz. 44 en 45.
Tijd: jullie krijgen hiervoor 15 minuten. 
Hulp?: overleg rustig met diegene naast je. Daarna vraag je het aan de docent. 
Ben je klaar? maak opdracht 3.30 en 3.31 op blz. 44 en 45.
timer
15:00

Slide 15 - Tekstslide