33e les

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

mercredi le 8 décembre

Bienvenue dans la classe de français!

AUJOURD'HUI

• nakijken oefeningen AVOIR - HEBBEN 
  
• het bezittelijk voornaamwoord
• oordopjes meenemen!

FREJA! 

attention!  Let op!

1. Ik vraag je de regel na te leven. (Waarschuwing) 
2. Blauwe brief halen 

  

Deze regels zorgen ervoor dat we samen goed en met plezier kunnen leren. Deze regels zijn bedoeld om ieder van ons te ondersteunen. Er hoort een uitleg bij iedere regel. Dit bespreken we in de les. 

als je niet meer weet hoe de regel je helpt, vraag mij nog een keer. In deze les zijn er geen domme vragen. Vragen betekent namelijk dat je al bezig bent met leren en onthouden. 

Repetitie nakijken

• Il y a une fille  - il y a des filles. (Er is een meisje. Er zijn meijsjes.)
  
• c'est Tom - ce sont des filles. 
  Het is Tom. Het zijn meisjes. 
• de jongen -- > le garçon--> m in het Frans --> IL
• het meisje --> la fille --> v in het Frans--> ELLE
• het college--> le collège--> m in het Frans--> IL 
• Het college is dichtbij.
•  Le collège est tout près. IL est tout près. 

AVOIR - exercice 8 B p. 58

• Tu as trois soeurs.
• Mes parents ont 40 ans.
• J' ai une cousine.
• vous avez une passion.
• Anna a un grand frère.
• Elles ont une belle photo.
• Ma grand-mère a une voisine sympa. 

AVOIR - exercice 8 C p. 58

• Il a
• nous avons/ on a
• j 'ai
• ils ont/ elles ont
• Margot a/ elle a
• vous avez
• tu as? 

AVOIR - exercice 8 C p. 82

• la maison--> elle    elle a
• nous avons
• vous avez
• on a
• Rose et Anna--> elles      elles ont
• J'ai
• Tu as
• mon grand-père--> il      il a 

AVOIR - exercice 8 D p. 82

• oui, j 'ai douze ans.
•  oui, j'ai un frère.
• oui, nous avons un appartement.
• oui, mes parents ont une grande famille.
• oui, mon ami(e) a un jolie prénom. 

AVOIR exercice 8a 3

SAMEN aanstaande dinsdag!

Het bezittelijk voornaamwoord

• mijn
• jouw
• zijn
• haar
• ons/onze
• jullie
• hun
• uw

edition.thiememeulenhoff.nl

(mijn) père

(mijn) cousine

(haar) cousins

(haar) père

(jouw) oncle

ma

mes

son

mon

ton

ses

Tu as vu _______ copine? (mijn)

Tom, c'est _____ chien? (jouw)

Tu as vu ______ nouvelle voiture? (haar)

Quelle est ______ couleur préférée? (jouw)

______ anniversaire, c'est le 19 mars. (mijn)

C'est ____ père (haar)? 

Tu as vu ______ amie? (mijn)

mon

ma

ma

ton

ta

son

sa

ZIJN
HAAR

MIJN

JOUW

mon

ma

mes

tes

ta

ton

son

sa

ses

Mannelijk enkelvoud

Vrouwelijk enkelvoud

Meervoud

Mon

Ma

Mes

Ton

Ta

Tes

Son

Sa

Ses

quizlet.com

quizlet.com

 het bezittelijk voornaamwoord- oefenen 

• Exercice 16 C 1-2 page 64
• Exercice  16D page 65

quizlet.com

Iedereen aan het leren 

Vragen?
Hand omhoog! 

Regels in de klas 

1. Telefoons op stil & in de telefoontas, plaatsnemen en spullen op tafel
   
2. Op dezelfde plek zitten. 
3. Spullen compleet en opgeladen  (Chromebook, werkboek ,schrift, etui)
4. Hand opsteken, als je iets wilt vragen of zeggen.
5. Niet door mij heen praten.
6. Wanneer iemand aan het woord is dan is de rest stil.
7.  Er zijn geen domme vragen. We lachen elkaar niet uit. 
8. Huiswerk maken en bij de volgende les laten zien.
   

Deze regels zorgen ervoor dat we samen goed en met plezier kunnen leren. Deze regels zijn bedoeld om ieder van ons te ondersteunen. Er hoort een uitleg bij iedere regel. Dit bespreken we in de les. 

als je niet meer weet hoe de regel je helpt, vraag mij nog een keer. In deze les zijn er geen domme vragen. Vragen betekent namelijk dat je al bezig bent met leren en onthouden. 

Unité 2 Moi et les autres.

Ma famille habite à Grenoble. J'ai un frère. J'ai un père et une mère. Et toi? 

Iedereen aan het leren 

Vragen?
Hand omhoog! 

quizlet.com