In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Ontdek jouw kwaliteiten en complimenteer elkaar!
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoelen
- Je begrijpt het belang van het geven van complimenten - Je kunt jouw eigen kwaliteiten identificeren - Je kunt de kwaliteiten van anderen benoemen en complimenten geven
Slide 2 - Tekstslide
Vertel de studenten wat ze aan het einde van de les zullen kunnen.
Wat weet jij al over het geven van complimenten en het ontdekken van jouw kwaliteiten?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Wat zijn kwaliteiten?
Kwaliteiten zijn positieve eigenschappen of vaardigheden die je bezit.
Slide 4 - Tekstslide
Leg kort uit wat kwaliteiten zijn en geef enkele voorbeelden.
Ontdek jouw kwaliteiten
Maak de kwaliteitenspelkaarten en geef voorbeelden van situaties waarin deze kwaliteiten belangrijk zijn.
Slide 5 - Tekstslide
Print de kwaliteitenspelkaarten uit en deel ze uit aan de studenten. Laat ze in groepen van 3-4 werken om voorbeelden te bedenken van situaties waarin de kwaliteiten op de kaarten belangrijk zijn.
Complimenten geven
Complimenten zijn positieve opmerkingen over iemands gedrag, prestaties of kwaliteiten.
Slide 6 - Tekstslide
Leg uit wat complimenten zijn en waarom ze belangrijk zijn.
Hoe geef je een compliment?
Een compliment moet specifiek, oprecht en gericht zijn op een bepaalde actie of kwaliteit.
Slide 7 - Tekstslide
Geef enkele voorbeelden van goede complimenten en bespreek waarom ze effectief zijn.
Oefenen met complimenten geven
Laat de studenten in tweetallen oefenen met het geven van complimenten aan elkaar.
Slide 8 - Tekstslide
Geef de studenten enkele suggesties voor complimenten en laat ze hun eigen complimenten bedenken.
Complimentenrondje
Laat de studenten in een kring staan en geef elke student de kans om een compliment te geven aan de persoon rechts van hen.
Slide 9 - Tekstslide
Zorg ervoor dat alle studenten de kans hebben gehad om een compliment te ontvangen.
Complimenten
Laat de studenten complimenten op post-its (stukje papier) schrijven en plak ze op de complimentenmuur.
Slide 10 - Tekstslide
Maak een grote muur in het klaslokaal waar de studenten hun complimenten kunnen plakken. Moedig de studenten aan om complimenten aan iedereen te geven.
Complimentendoos
Laat de studenten complimenten op briefjes schrijven en in de complimentendoos doen. Lees ze aan het einde van de week voor.
Slide 11 - Tekstslide
Zorg ervoor dat alle studenten een kans hebben om complimenten te schrijven en moedig hen aan om complimenten te geven aan verschillende mensen.
Kwaliteitenbingo
Speel kwaliteitenbingo om de kwaliteiten te herhalen.
Slide 12 - Tekstslide
Print kwaliteitenbingokaarten uit en speel bingo als een klas.
Raad de kwaliteit
Laat de studenten in groepen van 3-4 spelen en geef elke groep een kwaliteit. Ze moeten hints geven aan de andere groepen zodat ze de kwaliteit kunnen raden.
Slide 13 - Tekstslide
Zorg ervoor dat elke groep een andere kwaliteit heeft en geef voldoende tijd om hints te bedenken.
Kwaliteitenmatch
Laat de studenten in groepen van 3-4 werken en geef elke groep een aantal kwaliteiten. Ze moeten beslissen welke kwaliteiten bij welke studenten passen.
Slide 14 - Tekstslide
Zorg ervoor dat de studenten elkaars kwaliteiten leren kennen en moedig hen aan om elkaar complimenten te geven.
Kwaliteitendiscussie
Stel een aantal stellingen op over kwaliteiten en laat de studenten in groepen van 3-4 discussiëren.
Slide 15 - Tekstslide
Geef enkele voorbeelden van stellingen, zoals 'Welke kwaliteit is het belangrijkst?' of 'Kunnen kwaliteiten worden aangeleerd of zijn ze aangeboren?'
Reflectie
Laat de studenten reflecteren op wat ze hebben geleerd en wat ze nog willen leren.
Slide 16 - Tekstslide
Geef de studenten enkele vragen om over na te denken, zoals 'Wat heb je vandaag geleerd over kwaliteiten en complimenten?' en 'Wat wil je nog leren over dit onderwerp?'
Vermeld de bronnen die je hebt gebruikt en zorg ervoor dat de studenten toegang hebben tot alle materialen die ze nodig hebben.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 18 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 19 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 20 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.