In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
week 38, les 2
welkom;
herhaling vorigige les(sen);
zelfstandig werken aan hfdst.3.
Slide 1 - Tekstslide
2.2 (On)beheersbare rivieren
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen 2.1
Je kent de kenmerkende eigenschappen van de Rijn en de Maas en hun stroomgebied.
Slide 3 - Tekstslide
Kenmerkende eigenschappen van (stroomgebieden) Rijn en Maas.
A
Rijn is regenrivier, Maas is gemengde rivier.
B
Rijn is gemengde rivier, Maas is regenrivier.
C
Stroomgebied van de Rijn is groter dan van de Maas.
D
Stroomgebied van de Rijn is kleiner dan van de Maas
Slide 4 - Quizvraag
Verbind de juiste begrippen met de juiste afbeelding
Lengteprofiel
Middenloop
Benedenloop
Dwarsprofiel
Slide 5 - Sleepvraag
Verbindt de begrippen met de omschrijving
Dwarsdoorsnede van een rivier op een bepaalde plek.
Het gedeelte van een rivier dicht bij de monding.
Het gedeelte van een rivier tussen de bovenloop en de benedenloop.
Het verval van een rivier, gemeten in meters per kilometer.
Het hoogteverschil tussen twee punten langs een rivier.
Doorsnede in de lengterichting van de rivier.
Gebied dat zijn water afvoert via één hoofdrivier met zijn zijrivieren.
Het stelsel van de hoofdrivier en zijn zijrivieren.
De grens tussen twee stroomgebieden.
lengteprofiel
verval
verhang
middenloop
benedenloop
dwarsprofiel
Stroomgebied
Stroomstelsel
Waterscheiding
Slide 6 - Sleepvraag
Leerdoelen 2.2
Je kent de kenmerken van het Nederlandse rivierenprofiel.
Je kent de gevolgen van de eigenschappen van het rivierprofiel van de Rijn en de Maas voor de waterafvoer.
Slide 7 - Tekstslide
Begrippen:
-debiet
-regiem
Maas=regenrivier
Rijn=gemengde rivier
Invloed hiervan op regiem?
Slide 8 - Tekstslide
Vertragingstijd
Regenval
Water in de rivier.
Invloed op de piekafvoer.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Verstedelijking
Verstening/verharding = groter oppervlakte straten, wegen en bebouwing.
Slide 11 - Tekstslide
Wat is de relatie tussen verstening, vertragingstijd en piekafvoer? Formuleer je antwoord: Door............. zal de ................ afnemen waardoor de ................. groter wordt (en je waarschijnlijk overstromingen en gedoe enzo krijgt).
Slide 12 - Open vraag
Verstedelijking
Verstening/verharding = groter oppervlakte straten, wegen en bebouwing.
Door verstening zal de vertragingstijd afnemen en de piekafvoer groter worden.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Leerdoelen 2.3
Je kun de hoofdpunten van het huidige nationale rivierbeleid benoemen.
Je weet hoe de waterafvoer van de grote rivieren wordt beheerst.
Je weet waarom de Europese landen moeten samenwerken op het gebied van rivierbeleid.
Slide 17 - Tekstslide
Hoe werken kribben?
A
Stroomsnelheid rivier wordt hoger, rivier in het midden dieper door uitschurende werking.
B
Stroomsnelheid rivier wordt lager, rivier in het midden dieper door uitschurende werking.
C
Stroomsnelheid rivier wordt lager, rivier in het midden ondieper door sedimenterende werking.
D
Stroomsnelheid rivier wordt lager, rivier in het midden dieper door sedimenterende werking.
Slide 18 - Quizvraag
Nieuw waterbeleid
Het nieuwe waterbeleid breekt met de traditie van dijkverzwaring, hard pompen en snel lozen.
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
Drietrapsstrategie
Slide 21 - Tekstslide
https:
Slide 22 - Link
Huiswerk voor volgende les:
Lezen 2.3; maken 1 - 6
Maak een samenvatting door het uitwerken van het Leeroverzicht (antwoord geven op de deelvragen;
Maak de examentraining van H2.
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Video
Wat is het risico van 'simpelweg' dijken verzwaren?
Slide 25 - Open vraag
Ruimte voor de Rivier
Slide 26 - Tekstslide
Noodoverloopgebied
Toegewezen gebied waar de rivier in noodsituaties kan overstromen. Er zit dan in de winterdijk een verlaging, waardoor het water hier kan wegstromen.