In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
2.2 (On)beheersbare rivieren
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen 2.1
Je kent de kenmerkende eigenschappen van de Rijn en de Maas en hun stroomgebied.
Slide 2 - Tekstslide
Kenmerkende eigenschappen van (stroomgebieden) Rijn en Maas.
A
Rijn is regenrivier, Maas is gemengde rivier.
B
Rijn is gemengde rivier, Maas is regenrivier.
C
Stroomgebied van de Rijn is groter dan van de Maas.
D
Stroomgebied van de Rijn is kleiner dan van de Maas
Slide 3 - Quizvraag
Verbind de juiste begrippen met de juiste afbeelding
Lengteprofiel
Middenloop
Benedenloop
Dwarsprofiel
Slide 4 - Sleepvraag
Verbindt de begrippen met de omschrijving
Dwarsdoorsnede van een rivier op een bepaalde plek.
Het gedeelte van een rivier dicht bij de monding.
Het gedeelte van een rivier tussen de bovenloop en de benedenloop.
Het verval van een rivier, gemeten in meters per kilometer.
Het hoogteverschil tussen twee punten langs een rivier.
Doorsnede in de lengterichting van de rivier.
Gebied dat zijn water afvoert via één hoofdrivier met zijn zijrivieren.
Het stelsel van de hoofdrivier en zijn zijrivieren.
De grens tussen twee stroomgebieden.
lengteprofiel
verval
verhang
middenloop
benedenloop
dwarsprofiel
Stroomgebied
Stroomstelsel
Waterscheiding
Slide 5 - Sleepvraag
Welk verband is er tussen de stroomsnelheid in een rivier en de mate van erosie en sedimentatie?
Slide 6 - Open vraag
Welke sedimenten worden afgezet door een rivier? Zet in volgorde van groot (zwaar) naar klein (licht).
Slide 7 - Open vraag
Bij hoog water wordt vooral zand en klei afgezet. Waar wordt vooral zand afgezet en waar klei? Wat is hiervoor
Slide 8 - Open vraag
Leerdoelen 2.2
Je kent de onderdelen/kenmerken van het Nederlandse rivierenprofiel.
Je kent de gevolgen van de eigenschappen van het rivierprofiel van de Rijn en de Maas voor de waterafvoer.
Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met het debiet, de piekafvoer en het regiem van een rivier.
Je kunt het verband uitleggen tussen eigenschappen van het rivierprofiel en de afvoer van de rivieren Rijn en Maas.
Slide 9 - Tekstslide
Begrippen:
-debiet
-regiem
Maas=regenrivier
Rijn=gemengde rivier
Invloed hiervan op regiem?
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
2. Debiet/ regiem
1. Regenrivier (Maas)
Onregelmatig regiem
Laagste afvoer in de zomer
2. Gletsjerrivier:
Vrij regelmatig regiem
Laagste afvoer in winter
3. Gemengde rivier (Rijn)
Regelmatig regiem
Slide 12 - Tekstslide
Regiem is afhankelijk van...
klimaatomstandigheden, hoeveelheid en vorm neerslag. Temperatuur en wind.
voeding rivier
eigenschappen ondergrond, reliëf en bodem.
ingrepen van de mens, dijken, ontbossing, verstening.
Slide 13 - Tekstslide
Vertragingstijd
Regenval ->
Water in de rivier ->
Invloed op de piekafvoer.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Verstedelijking
Verstening/verharding = groter oppervlakte straten, wegen en bebouwing.
Slide 16 - Tekstslide
Verstedelijking
Verstening/verharding = groter oppervlakte straten, wegen en bebouwing.
Door verstening zal de vertragingstijd afnemen en de piekafvoer groter worden.
Slide 17 - Tekstslide
Wat is de relatie tussen verstening, vertragingstijd en piekafvoer? Formuleer je antwoord: Door............. zal de ................ afnemen waardoor de ................. groter wordt (en je waarschijnlijk overstromingen en gedoe enzo krijgt).
Slide 18 - Open vraag
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Leerdoelen 2.3
Je kun de hoofdpunten van het huidige nationale rivierbeleid benoemen.
Je weet hoe de waterafvoer van de grote rivieren wordt beheerst.
Je weet waarom de Europese landen moeten samenwerken op het gebied van rivierbeleid.
Slide 22 - Tekstslide
Hoe werken kribben?
A
Stroomsnelheid rivier wordt hoger, rivier in het midden dieper door uitschurende werking.
B
Stroomsnelheid rivier wordt lager, rivier in het midden dieper door uitschurende werking.
C
Stroomsnelheid rivier wordt lager, rivier in het midden ondieper door sedimenterende werking.
D
Stroomsnelheid rivier wordt lager, rivier in het midden dieper door sedimenterende werking.
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Video
Nieuw waterbeleid
Het nieuwe waterbeleid breekt met de traditie van dijkverzwaring, hard pompen en snel lozen.
Slide 25 - Tekstslide
Wat is het risico van 'simpelweg' dijken verzwaren?
Slide 26 - Open vraag
Slide 27 - Video
Drietrapsstrategie
Slide 28 - Tekstslide
Ruimte voor de Rivier
Slide 29 - Tekstslide
Noodoverloopgebied
Toegewezen gebied waar de rivier in noodsituaties kan overstromen. Er zit dan in de winterdijk een verlaging, waardoor het water hier kan wegstromen.