I&S Unit 1 - Week 4: conflict

Startklaar
       
       Oortjes weg, telefoon in het zakkie
       Jas uit, tas van de tafel
       Map en pen op tafel
       Inloggen op LessonUp op je laptop
      
       
         
timer
2:30
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Startklaar
       
       Oortjes weg, telefoon in het zakkie
       Jas uit, tas van de tafel
       Map en pen op tafel
       Inloggen op LessonUp op je laptop
      
       
         
timer
2:30

Slide 1 - Tekstslide

Welkom bij 
Individuals & Societies MYP3
Unit 1: Cooperation and conflict

Slide 2 - Tekstslide

Programma
  1. Korte terugblik vorige les
  2. Aantekeningen maken 
  3. Start klein onderzoek 

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les...
  • Kan je in een paar zinnen uitleggen hoe de wereldcrisis is ontstaan 
  • Kan je uitleggen wat laagconjunctuur is
  • Weet je wat het begrip BBP is en kan je een procentuele verandering berekenen. 
  • Kan je uitleggen wat overheden hebben gedaan om de crisis tegen te gaan in de jaren 30 

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik 
De Roaring Twenties - economische bloei 
  • Veel productie >massaproductie> productie werd steeds goedkoper 
  • Veel vraag > consumptiemaatschappij
  • Hoogconjunctuur
  • Lage werkloosheid 
  • Hoge consumentenvertrouwen
  • Betalen op krediet 
  • Mensen/ bedrijven / banken speculeren op de markt (kopen veel aandelen)
  • Procentuele verandering:                         (nieuw- oud) : oud x 100

Slide 5 - Tekstslide

Hoogconjunctuur 
Een periode van sterke economische groei, lage werkloosheid, en stijgend consumentenvertrouwen

Slide 6 - Tekstslide

BBP 
  • BBP: Bruto Binnenlands Product.
BBP is de totale waarde van alle productie van alle bedrijven en de overheid in een land bij elkaar opgeteld. 

  • Maatstaf om te kijken hoe een land er economisch voor staat. 
  • Daalt het BBP > economisch gaat het slecht
  • Stijgt het BBP> economisch gaat het goed 

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld BBP

Een Nederlandse autofabrikant verkoopt auto's ter waarde van €1 miljard. De kosten voor grondstoffen en onderdelen zijn €700 miljoen. De toegevoegde waarde is dan €300 miljoen.

Een landbouwbedrijf produceert ter waarde van €500 miljoen, en de kosten  zijn €200 miljoen. De toegevoegde waarde is €300 miljoen.

Andere sectoren voegen samen nog eens €2 miljard toe.

Totale toegevoegde waarde:
300+300+2.000 =€2,6𝑚𝑖𝑙𝑗𝑎𝑟𝑑

Slide 8 - Tekstslide

Studievaardigheid: aantekeningen maken en materiaal organiseren
BBP 
Bruto Binnenlands Product
Maatstaf die laat zien hoe het met de economie van een land gaat. 

BBP is de totale waarde van alle productie van alle bedrijven en de overheid in een land bij elkaar opgeteld. 

Slide 9 - Tekstslide

BBP in de jaren 20 VS 
(nieuw - oud) : oud x 100%

1920: BBP  $88 miljard 
1929: BBP $104 miljard


Bereken met hoeveel procent het bbp in de VS is gestegen tussen 1920 en 1929.

Slide 10 - Tekstslide

In 1920 was het bbp van de VS $88 miljard en in 1929 was het $104 miljard. Bereken met hoeveel procent het bbp in de VS is gestegen tussen 1920 en 1929.

Slide 11 - Open vraag

De grote depressie 

Slide 12 - Tekstslide

Beurskrach 1929 
Speculatieve zeepbel: In de jaren 1920 kochten veel mensen aandelen in de hoop snel winst te maken. Vaak deden ze dit door geld te lenen, wat zorgde voor een sterke toename van de vraag naar aandelen en een snelle stijging van de koersen. Dit creëerde een speculatieve zeepbel, waarbij de aandelenkoersen veel hoger werden dan de werkelijke waarde van de bedrijven.

Slide 13 - Tekstslide

Beurskrach 1929 
Overproductie en dalende winstgevendheid: In dezelfde periode produceerden veel bedrijven meer dan de vraag van de consument. De winstgevendheid van bedrijven nam af, maar dit werd niet direct weerspiegeld in de aandelenkoersen, die bleven stijgen.

Slide 14 - Tekstslide

Beurskrach 1929 
Zwarte Donderdag (24 oktober 1929): De eerste grote schok kwam op 24 oktober 1929, toen beleggers massaal hun aandelen begonnen te verkopen. Deze dag staat bekend als Zwarte Donderdag. De plotselinge golf van verkopen leidde tot een scherpe daling van de koersen. Beurshandelaren probeerden nog in te grijpen door aandelen op te kopen, maar het vertrouwen was al aangetast.

Slide 15 - Tekstslide

Beurskrach 1929 
Zwarte Dinsdag (29 oktober 1929): De beurskrach bereikte zijn hoogtepunt op 29 oktober 1929, toen er opnieuw een massale verkoopgolf plaatsvond. Deze dag staat bekend als Zwarte Dinsdag. De koersen daalden dramatisch en konden niet meer herstellen. Dit veroorzaakte paniek, en veel beleggers en banken verloren enorme hoeveelheden geld.

Slide 16 - Tekstslide

In 1929 bedroeg het BBP in de VS $104 miljard. In 1933, tijdens het dieptepunt van de Grote Depressie, was het bbp van de Verenigde Staten gedaald naar ongeveer $56 miljard. Bereken met hoeveel procent het bbp in de VS is gedaald tussen 1929 en 1933.

Slide 17 - Open vraag

Laagconjunctuur
Een periode van economische daling, hoge werkloosheid, lage productie en consumptie 

Slide 18 - Tekstslide

Verwerkingsopdracht 
Zie teams voor de opdracht 

Slide 19 - Tekstslide

Samenvatting
Pak een stuk kladpapier 
Probeer in maximaal 5 zinnen een samenvatting te schrijven over de stof van vandaag 
  • Economie na de Eerste Wereldoorlog in de VS
  • Hoogconjunctuur / laagconjunctuur 
  • Lage werkloosheid / hoge werkloosheid 
  • Consumptiemaatschappij 
  • Consumentenvertrouwen
  • Krediet 
  • Beurskrach
  • BBP 

Slide 20 - Tekstslide