I&S Unit 1 - Week 5: conflict

Startklaar
       
       Oortjes weg, telefoon in het zakkie
       Jas uit, tas van de tafel
       Map en pen op tafel
       Inloggen op LessonUp op je laptop
      
       
         
timer
2:30
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Startklaar
       
       Oortjes weg, telefoon in het zakkie
       Jas uit, tas van de tafel
       Map en pen op tafel
       Inloggen op LessonUp op je laptop
      
       
         
timer
2:30

Slide 1 - Tekstslide

Welkom bij 
Individuals & Societies MYP3
Unit 1: Cooperation and conflict

Slide 2 - Tekstslide

Programma
  1. Korte terugblik vorige les
  2. Aantekeningen maken 
  3. Start klein onderzoek 

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik 
De Roaring Twenties - economische bloei 
  • Veel productie >massaproductie> productie werd steeds goedkoper 
  • Veel vraag > consumptiemaatschappij
  • Hoogconjunctuur
  • Lage werkloosheid 
  • Hoge consumentenvertrouwen
  • Betalen op krediet 
  • Mensen/ bedrijven / banken speculeren op de markt (kopen veel aandelen)
  • Procentuele verandering:                         (nieuw- oud) : oud x 100

Slide 4 - Tekstslide

Hoogconjunctuur 
Een periode van sterke economische groei, lage werkloosheid, en stijgend consumentenvertrouwen

Slide 5 - Tekstslide

BBP 
  • BBP: Bruto Binnenlands Product.
BBP is de totale waarde van alle productie van alle bedrijven en de overheid in een land bij elkaar opgeteld. 

  • Maatstaf om te kijken hoe een land er economisch voor staat. 
  • Daalt het BBP > economisch gaat het slecht
  • Stijgt het BBP> economisch gaat het goed 

Slide 6 - Tekstslide

BBP in de jaren 20 VS 
(nieuw - oud) : oud x 100%

1920: BBP  $88 miljard 
1929: BBP $104 miljard


Bereken met hoeveel procent het bbp in de VS is gestegen tussen 1920 en 1929.

Slide 7 - Tekstslide

In 1929 bedroeg het BBP in de VS $104 miljard. In 1933 was het bbp van de VS gedaald naar ongeveer $56 miljard. Bereken met hoeveel procent het bbp in de VS is gedaald tussen 1929 en 1933.

Slide 8 - Open vraag

Laagconjunctuur
Een periode van economische daling, hoge werkloosheid, lage productie en consumptie 

Slide 9 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les...
  • Kan je in een paar zinnen uitleggen hoe de wereldcrisis is ontstaan 
  • Kan je uitleggen wat hoog- en laagconjunctuur is
  • Kan je uitleggen wat een kapitalistisch systeem is (en wat de kenmerken zijn) 
  • Ken je het Keynesiaanse economische model en kan je uitleggen hoe overheidsuitgaven tijdens een crisis de economie kunnen stimuleren.

Slide 10 - Tekstslide

Kapitalisme
Kapitalisme is een economisch systeem waarin bedrijven en productiemiddelen in privébezit zijn. De economie wordt gestuurd door vraag en aanbod op de markt, waarbij mensen en bedrijven streven naar winst. De overheid speelt een beperkte rol, vooral om regels te handhaven en eigendom te beschermen, maar laat de markt verder vrij.

Slide 11 - Tekstslide


  • Privébezit: Bedrijven, grondstoffen, en productiemiddelen zijn in handen van individuen of particuliere bedrijven, niet van de overheid.

  • Vrije markt: Prijzen van goederen en diensten worden bepaald door vraag en aanbod, zonder veel overheidsingrijpen.

  • Winststreven: Bedrijven en individuen streven naar winst door het verkopen van goederen en diensten.

  • Concurrentie: Bedrijven concurreren met elkaar om de beste producten te leveren voor de laagste prijs, wat innovatie en efficiëntie bevordert.

  • Beperkte rol van de overheid: De overheid grijpt zo min mogelijk in, behalve om eigendomsrechten te beschermen en regels te handhaven.





Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Hoe denk je dat het kapitalistische systeem, zoals uitgelegd in het filmpje, heeft bijgedragen aan de economische welvaart tijdens de Roaring Twenties én de wereldwijde economische crisis die daarop volgde?

Slide 14 - Tekstslide

Keynes
  • Engels econoom
  • Grondlegger: Keynesiaanse economie
  • Keynes stelde dat overheden tijdens een economische crisis hun uitgaven moesten verhogen om de vraag naar goederen en diensten te stimuleren. 

Slide 15 - Tekstslide

In tijden van crisis.... 
Vergroting van de overheidsuitgaven: Keynes pleitte voor grootschalige overheidsprojecten (bijvoorbeeld infrastructuur) om werkgelegenheid te creëren en de koopkracht te herstellen.

Stimuleringsmaatregelen: Door werkloosheidsuitkeringen en subsidies voor bedrijven zou de vraag naar producten toenemen, wat zou leiden tot economisch herstel.

Slide 16 - Tekstslide

Volgens Keynes:
Is werkloosheid is een probleem:
Loonkosten verhogen > de bestedingen zullen stijgen > de productie zal stijgen > de werkgelegenheid stijgt > minder werkloosheid. 

Volgens Keynes moet de overheid ingrijpen om een negatieve spiraal te doorbreken, dat kan op 2 manieren.
 

Slide 17 - Tekstslide


- via de belastingen > die moeten omlaag 
- via de overheidsbestedingen > die moeten omhoog 

Slide 18 - Tekstslide

Het anticyclisch beleid van Keynes

Slide 19 - Tekstslide

In tijden van recessie of economische krimp:
 Keynes pleitte voor een toename van de overheidsuitgaven en het verlagen van belastingen. Dit zou de vraag naar goederen en diensten stimuleren, waardoor bedrijven meer zouden gaan produceren en meer mensen zouden aannemen, wat de werkloosheid zou verlagen en de economie weer op gang zou brengen.

Slide 20 - Tekstslide

In tijden van economische groei of hoogconjunctuur:
 Keynes stelde voor om de overheidsuitgaven juist te verlagen en belastingen te verhogen om oververhitting van de economie en inflatie te voorkomen. Dit zou ook helpen om eventuele schulden die tijdens de recessie zijn gemaakt, terug te betalen.


Slide 21 - Tekstslide

Samenvatting
Pak een stuk kladpapier 
Probeer in maximaal 5 zinnen een samenvatting te schrijven over de stof van vandaag 
  • Economie na de Eerste Wereldoorlog in de VS
  • Hoogconjunctuur / laagconjunctuur 
  • Lage werkloosheid / hoge werkloosheid 
  • Consumptiemaatschappij 
  • Consumentenvertrouwen
  • Economie van de VS en Europa na de Beurskrach in 1929 
  • Kapitalisme
  • Keynes (wat moet de overheid doen in tijden van crisis? 

Slide 22 - Tekstslide