5.1 prikkels en signalen

H5: Gedrag
5.1 Prikkels en signalen
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H5: Gedrag
5.1 Prikkels en signalen

Slide 1 - Tekstslide

Startopdracht:
Maak opdr. 2 op blz 94




Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 5.1 
- Je kunt uitleggen dat gedrag door inwendige en uitwendige prikkels ontstaat.
- Je kunt uitleggen welke prikkels altijd dezelfde reactie geven en hoe dit bijdraagt aan verzorggedrag.
- Je kunt voorbeelden geven van hoe dieren en mensen met lichaamstaal communiceren.
- Je kunt toepassingen van signalen in reclame, cartoons en kledingstijl herkennen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Gedrag
Alles wat een mens of een dier doet in reactie op een prikkel.

Prikkel > verandering in de omgeving, hier reageren (respons) dieren en mensen op.


Slide 5 - Tekstslide

Oorzaak van gedrag
Gedrag ontstaat doordat mensen en dieren reageren op inwendige en uitwendige prikkels.
Inwendige prikkel -> komt vanuit het lichaam 
  • Honger
  • Pijn
  • Sexuele drift (hormonen)
  • Agressie
Uitwendige prikkel -> komt van buiten
  • Geuren
  • Geluiden
  • Smaak
  • Enz.


Slide 6 - Tekstslide

Drempelwaarde en motivatie
Mensen en dieren reageren niet altijd op prikkels.
Daarvoor zijn twee oorzaken:

1. De sterkte van de prikkel is lager dan de drempelwaarde (de minimale sterkte om een impuls naar de hersenen te sturen).

2. De motivatie (de wil) om te reageren is klein.

Slide 7 - Tekstslide

Bij een hond die geen honger heeft is de motivatie om te eten laag.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Altijd dezelfde reactie

  • Mensen en dieren zenden zelf ook prikkels uit, dit noemen we een signaal. De reactie op een signaal noem je een respons.

  • Op sommige signalen komt altijd dezelfde respons. Zo'n signaal noemen we een sleutelprikkel.
Op de volgende dia's zie je enkele voorbeelden.

Slide 10 - Tekstslide

Dreiggedrag

  • De rode buik van een mannetjes stekelbaars is een uitwendige prikkel voor een ander mannetje.

  • Het andere mannetje zal hier altijd hetzelfde op reageren, namelijk met dreiggedrag (weg jij!). De rode buik is dus een sleutelprikkel.

Slide 11 - Tekstslide

Spergedrag
  • Hiernaast zie je jonge vogeltjes. De opengesperde bekjes met de feloranje binnenkant, is een uitwendige prikkel voor de ouders. De ouders zullen de jongen gaan voeren.

  • De schaduw van de ouders boven het nest, is voor de jongen de sleutelprikkel om dit spergedrag te vetonen.

Slide 12 - Tekstslide

Verzorggedrag
  • Een klein kind heeft grote ogen, bolle wangen en een korte kin. Een puppy heeft grote ogen en een korte snuit. Dit zorgt voor een 'rond hoofd'. 

  • Zo'n rond hoofd bij jonge dieren, baby's en kinderen is voor ouders de sleutelprikkel om over te gaan op verzorggedrag. Deze jonge dieren, baby's en kinderen hebben verzorging nodig.

Slide 13 - Tekstslide

Supranormale prikkel
  • Surpanormale prikkel: als een sleutelprikkel wordt overdreven. 

Voorbeeld:
  • De koekoek legt zijn eieren in het nest van andere soorten vogels.
  • De extra grote rode opengesperde snavel is voor de pleegouders de prikkel om het koekoeksjong te voeren, zelfs wanneer deze al veel groter is.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Sleutelprikkel
Supranormale prikkel

Slide 16 - Tekstslide

0

Slide 17 - Video

Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 5.1
Maken: opdr 1 t/m 14

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of testjezelf 

timer
8:00

Slide 18 - Tekstslide

5.1 Prikkels en signalen Les 2 

Slide 19 - Tekstslide

Herhalen vorige les 

Slide 20 - Tekstslide

Uitwendige prikkels
Inwendige prikkels
Geur
licht
Geluid
kou
Warmte
honger
Dorst
Pijn

Slide 21 - Sleepvraag

De drempelwaarde voor een prikkel is niet altijd even hoog. Wat speelt een rol bij de drempelwaarde?
A
Motivatie
B
Gewenning
C
Beide

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een sleutelprikkel?
A
een klein stukje van gedag dat ethologen onderzoeken.
B
een overdreven prikkel die door reclamemakers wordt gebruikt.
C
een prikkel die altijd hetzelfde gedrag oproept.
D
een signaal waarmee een dominant dier aangeeft dat hij de baas is.

Slide 23 - Quizvraag

Wat zie je in het plaatje?
A
Zorgen/ zorggedrag
B
Dreigen/ dreiggedrag
C
Bedelen/ bedelgedrag
D
Sperren/ spergedrag

Slide 24 - Quizvraag

Een supranormale prikkel (vergeleken met een sleutelprikkel) is:
A
Een sterkere prikkel voor hetzelfde gedrag.
B
Een kunstmatige prikkel voor hetzelfde gedrag.
C
Een aangeboren prikkel voor hetzelfde gedrag.
D
Een aangeleerde prikkel voor hetzelfde gedrag.

Slide 25 - Quizvraag

0

Slide 26 - Video

De sleutelprikkel bij de stekelbaars is
A
Vorm van de vis
B
Kleur van de buik

Slide 27 - Quizvraag

Leerdoelen 5.1 
- Je kunt uitleggen dat gedrag door inwendige en uitwendige prikkels ontstaat.
- Je kunt uitleggen welke prikkels altijd dezelfde reactie geven en hoe dit bijdraagt aan verzorggedrag.
- Je kunt voorbeelden geven van hoe dieren en mensen met lichaamstaal communiceren.
- Je kunt toepassingen van signalen in reclame, cartoons en kledingstijl herkennen

Slide 28 - Tekstslide

Communicatie
  • Mensen kunnen elkaar iets duidelijk maken door te praten (verbaal gedrag). Dieren doen dit vaak met hun lichaamshouding
    (non-verbaal gedrag of lichaamstaal).

  • Dieren communiceren op verschillende manieren:
1. Geluiden
2. Lichaamshouding
3. Kleuren

Slide 29 - Tekstslide

Geluiden
  • Veel dieren maken geluiden. Daarmee kunnen ze berichten uitwisselen.

  • Zo kunnen dieren elkaar bijvoorbeeld waarschuwen voor gevaar. 

  • Een leeuw kan met zijn gebrul laten weten dat hij in zijn gebied de baas is.

Slide 30 - Tekstslide

Lichaamshouding
  • Aan de staart van een hond kun je zien hoe hij zich voelt. 

  • Met de staart tussen de benen laten ze zien dat ze bang zijn (plaatje 2).

  • Met de staart omhoog laten ze zien dat ze veel zelfvertrouwen hebben (plaatje 3).

  • Bij plaatje 4 kan een hond met zijn staart laten zien dat hij kan gaan dreigen.

Slide 31 - Tekstslide

Kleuren
  • Sommige dieren gebruiken kleuren om een boodschap over te brengen.

  • Een pauw zet zijn gekleurde veren uit om een hen (vrouwtje) te laten zien dat hij met haar wil paren.

  • Als een vrouwtjes baviaan een rood en opgezwollen achterwerk heeft, is dit voor een mannetje het signaal dat ze vruchtbaar is.

Slide 32 - Tekstslide

Welke signalen gebruiken mensen?
  • Mensen communiceren door verbaal gedrag en non-verbaal gedrag.

  • De keuze voor je kleding en haardracht is een vorm van communiceren. Denk maar eens aan de oranje kleding die mensen aantrekken bij een voetbalwedstrijd. Je geeft een signaal af zodat andere weten bij welke groep je hoort.

  • Mensen gebruiken ook supranormale prikkels (de overdreven sleutelprikkels). Dit zie je bijvoorbeeld bij knuffels. Knuffels lijken op jonge dieren, maar dan met nóg ronder hoofd. 

Slide 33 - Tekstslide

Supranormale prikkel

Slide 34 - Tekstslide

Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 5.1
Maken: opdr 15 t/m 26

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of testjezelf 

timer
8:00

Slide 35 - Tekstslide

geluiden
lichaamshouding
kleuren
spergedrag

Slide 36 - Sleepvraag

Deze extra grote, rode opengesperde snavel van dit koekoeksjong is een supranormale prikkel
A
Juist
B
Onjuist

Slide 37 - Quizvraag

Twee katten komen elkaar tegen, ze nemen een agressieve lichaamshouding aan. Is dit verbaal of non-verbaal?
A
verbaal
B
non-verbaal

Slide 38 - Quizvraag