spelling: meervoud, los (verkort)

meervouden
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

meervouden

Slide 1 - Tekstslide

Meervoud van bangerik is?
A
Bangerikken
B
Bangeriken

Slide 2 - Quizvraag

Meervoud van café is?
A
cafés
B
café's

Slide 3 - Quizvraag

Meervoud van idee is?
A
ideën
B
ideeën
C
ideëen

Slide 4 - Quizvraag

Meervoud van porie
A
poriën
B
porieën
C
pories

Slide 5 - Quizvraag

Meervoud van politicus
A
politici
B
politicussen

Slide 6 - Quizvraag

Meervoud van plumeau is?
A
plumeau's
B
plumeaus

Slide 7 - Quizvraag

Het meervoud van lam is?
A
lama's
B
lammeren
C
lameren

Slide 8 - Quizvraag

Het meervoud van essay is?

Slide 9 - Open vraag

Het meervoud van chemicus is?

Slide 10 - Open vraag

Het meervoud van smid is?

Slide 11 - Open vraag

Is bases als meervoud van basis correct?
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quizvraag