,

WRE 1TC - Cursus Grammatica - herhaling

Welkom 1TC!
Nederlandse les - 13 november 2023
Checklist:
- Mobiel in de (telefoon)tas
- Boek Nederlands op tafel
- Inloggen LessonUp
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom 1TC!
Nederlandse les - 13 november 2023
Checklist:
- Mobiel in de (telefoon)tas
- Boek Nederlands op tafel
- Inloggen LessonUp

Slide 1 - Tekstslide

Programma
1. Dagopening: week van de mediawijsheid
2. Oefenzinnen
3. Herhaling grammatica
4. Zelf aan de slag
5. Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Wat zijn deep fakes?
A
Video's waarin mensen dingen doen die niet echt zijn
B
Video's die echt lijken, maar die met de computer zijn bewerkt of aangepast.
C
Video's die fake news laten zien.

Slide 6 - Quizvraag

Hoe herken je deep fakes?
A
Het gezicht heeft een andere kleur en de mond lijkt erop geplakt.
B
Randen van het gezicht zijn onduidelijk en beweging van de mond klopt niet.

Slide 7 - Quizvraag

Hoe kon je aan de video met Virgil van Dijk zien dat het niet echt was? Er zijn meerdere antwoorden goed.

Slide 8 - Open vraag

Waarom is het gek dat iemand als Virgil van Dijk reclame zou willen maken voor zo'n app?

Slide 9 - Open vraag

Er volgen nu wat herhalingsvragen

Slide 10 - Tekstslide

Noteer van de volgende twee zinnen de persoonsvorm, het onderwerp,
het werkwoordelijk gezegde, het lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp en bijwoordelijke bepaling:
1. Met kerst leg ik een cadeautje onder de boom voor mijn zusje.

2. Aan alle leerlingen van de school heeft de directeur gisteren een brief gestuurd.

Twee zinnen ontleden

Slide 11 - Tekstslide

Die kapotte voetbalschoenen lopen nog altijd prima. 
Benoem het zinsdeel 'lopen'.
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
timer
0:30
Onderwerp (ow)
werkwoordelijk gezegde (wg)
persoonsvorm (pv)
meewerkend voorwerp (mv)
bijwoordelijke
bepaling (bwb)

Slide 12 - Sleepvraag

Mijn vader is drie weken geleden van de trap gevallen.
Benoem het zinsdeel 'is gevallen'.
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
timer
0:30
Onderwerp (ow)
werkwoordelijk gezegde (wg)
lijdend voorwerp
(lv)
persoonsvorm
bijwoordelijke
bepaling (bwb)

Slide 13 - Sleepvraag

In verband met het onderzoek zette de recherche het strand af met hekken.
Benoem het zinsdeel 'het strand'.
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
timer
0:30
Onderwerp (ow)
werkwoordelijk gezegde (wg)
lijdend voorwerp
(lv)
meewerkend voorwerp (mv)
bijwoordelijke
bepaling (bwb)

Slide 14 - Sleepvraag

In de buurt van Lelystad ontdekte de politie gisteren bij toeval een wietplantage.
Benoem het zinsdeel 'een wietplantage'.
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
timer
0:30
Onderwerp (ow)
werkwoordelijk gezegde (wg)
lijdend voorwerp
(lv)
meewerkend voorwerp (mv)
bijwoordelijke
bepaling (bwb)

Slide 15 - Sleepvraag

In de buurt van Lelystad ontdekte de politie gisteren bij toeval een wietplantage.
Benoem het zinsdeel 'gisteren'.
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
timer
0:30
Onderwerp (ow)
werkwoordelijk gezegde (wg)
lijdend voorwerp
(lv)
meewerkend voorwerp (mv)
bijwoordelijke
bepaling (bwb)

Slide 16 - Sleepvraag

In de buurt van Lelystad ontdekte de politie gisteren bij toeval een wietplantage.
Benoem het zinsdeel 'in de buurt van Lelystad'.
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
timer
0:30
Onderwerp (ow)
werkwoordelijk gezegde (wg)
lijdend voorwerp
(lv)
meewerkend voorwerp (mv)
bijwoordelijke
bepaling (bwb)

Slide 17 - Sleepvraag

'Janneke heeft haar jas opgehangen.'

Wat is het lijdend voorwerp?

Slide 18 - Open vraag

Geef jij je neefje ook een stukje taart?
Benoem het zinsdeel je neefje'
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
Onderwerp (ow)
naamwoordelijk gezegde (wg)
lijdend voorwerp
(lv)
meewerkend voorwerp (mv)
bijwoordelijke
bepaling (bwb)

Slide 19 - Sleepvraag

Tijdens de vakantie is iedereen vast en zeker zeer vrolijk. 
Benoem het zinsdeel 'tijdens de vakantie'
sleep het juiste zinsdeel naar het vak hiernaast
Onderwerp (ow)
werkwoordelijk gezegde (wg)
lijdend voorwerp
(lv)
meewerkend voorwerp (mv)
bijwoordelijke
bepaling (bwb)

Slide 20 - Sleepvraag


Woensdag 15/11
Oefentoets + vragen stellen

Donderdag 16/11 
Halfuurrooster - Oefenen voor toets

Maandag 20/11
SO Grammatica

De planning

Slide 21 - Tekstslide

ZELFSTANDIG WERKEN
Wat:
Oefenen in de online trainer.
Cursus Grammatica -> trainen
Hoe:
Je kiest zelf de paragrafen die je nog moeilijk vindt. Je bent zelfstandig aan het werk.
Hulp:
Theorie uit je boek.
Tijd:
Tot het einde van deze les.
Extra:
Je mag een muziekje luisteren tijdens het werken.

Slide 22 - Tekstslide