Les 2 - paragraaf 2 meer dan lezen

Meer dan lezen
1. Stop je telefoon in de telefoontas.

2. Ga op je plek zitten en leg op tafel: 
je leerwerkboek, je schrift, je leesboek en je etui.
Nederlands
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Meer dan lezen
1. Stop je telefoon in de telefoontas.

2. Ga op je plek zitten en leg op tafel: 
je leerwerkboek, je schrift, je leesboek en je etui.
Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
1. Lezen in je eigen leesboek
2. Terugblik: onbekende woorden
3. Aan de slag + opdrachten bespreken

4. Voorlezen uit 'Ik moet dit doen'
5. Opdrachten afmaken?
6. Jeugdjournaal
7. Afronden en opruimen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen
Lezen in je eigen leesboek. 
Dit doen we in stilte.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit leren we
Hoe kom je achter de betekenis van onbekende woorden?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg voor je...
Je leerwerkboek - bladzijde 10

Je schrift 
Een pen
Kijk mee... nu start de uitleg

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordenlijst
Synoniem                        
Opgraven
Archeoloog
Communiceren
Wetenschapper
Onderzoeker
Voorheen
Buideldier
Snackbar

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startopdracht
Synoniem                        
Opgraven
Archeoloog
Communiceren
Wetenschapper
Onderzoeker
Voorheen
Buideldier
Snackbar

Werk samen met je schoudermaatje.

Vertel om-en-om aan elkaar wat het woord betekent. Weten jullie het allebei niet? Zoek het dan op in je schrift.
timer
3:00

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onbekende woorden

Als je een tekst leest, kom je soms onbekende woorden tegen. Hoe komt je achter de betekenis?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Synoniem

= Een ander woord heeft dezelfde betekenis.

Individueel 
          =
     alleen
     Hollen
          =
     rennen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omschrijving

= De betekenis wordt in meer dan één woord uitgelegd.

Staar

Een aandoening waarbij je ooglens troebel wordt.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld

= Soms wordt er een voorbeeld genoemd.

Hanna verzamelt haar tekengerei (potloden, stiften en krijtjes) om te werken aan haar kunstwerk.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kidsweek, leg voor je
Je stencel met het artikel

Je pen
Een markeerstift of kleurenpen
Lezen!

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kidsweek
Rood
Markeer de zin waarin een omschrijving staat van het begrip.

Blauw
Schrijf de betekenis van het woord op.

Groen
Markeer de woorden die een voorbeeld geven.

Slide 13 - Tekstslide

Grips: balletjes, staafjes en kegeltjes
Obstacle course run: Het is een soort hardloopwedstrijd waarbij je onderweg ook moet ringslingeren, touwklimmen, over muurtjes klauteren en onder netten kruipen

Aan het werk!        
Pak je schrift, bladzijde 11 en je pen.

  • Werk zelfstandig aan opdracht 2 t/m 5.
  • De eerste vijf minuten zelfstandig in stilte. Gaat dit goed? Na vijf minuten fluisterend overleggen.
  • Klaar? Opdracht over synoniemen in je eigen stelcil.


timer
13:00

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Korte pauze
We nemen 5 minuten pauze. 

Je mag nu even kletsen en/of naar het toilet.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk!        
Pak je schrift, bladzijde 11 en je pen.

  • Werk zelfstandig aan opdracht 2 t/m 5.
  • De eerste vijf minuten zelfstandig in stilte. Gaat dit goed? Na vijf minuten fluisterend overleggen.
  • Klaar? Opdracht over synoniemen in je eigen stelcil.


timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bespreken       
Pak je schrift, bladzijde 11 en je gekleurde pen.
We kijken opdracht 2 en 3 na.

  • Zet een krul als je het antwoord goed hebt.
  • Of: verbeter het antwoord.


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We hebben geleerd
Wat drie manieren zijn om achter de betekenis van een woord te komen:

  1. Synoniem zoeken
  2. Een omschrijving zoeken
  3. Een voorbeeld zoeken

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jeugdjournaal
We kijken samen het Jeugdjournaal.
Zijn we het wel of niet eens met de stelling?



Ga aan de raamkant staan als je het eens bent, ga aan de muurkant staan als je het oneens bent.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronden
Ruim je spullen op.
Blijf op je plek zitten tot de bel gaat.
Je mag even kletsen tot de les voorbij is :) 

Tot de volgende les!

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies