Les 2 (5 november, week 45)

Dienstag, 5. November
Woche 45
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Dienstag, 5. November
Woche 45

Slide 1 - Tekstslide

Heute
  • Huiswerkcontrole + bespreken
  • Werken uit het boek

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van de les kan je:
  • modale werkwoorden herkennen en juist vervoegen.
  • specifieke informatie vinden in een leestekst.
  • de vergrotende trap in het Duits gebruiken.
 
Lernziele

Slide 3 - Tekstslide

Arbeit aus dem Buch
Aufgabe 5 (S. 27)

Erklärung

Slide 4 - Tekstslide

Modale werkwoorden + 'wissen'
Let op!
  • de modale werkwoorden en 'wissen' hebben in het enkelvoud telkens een andere klinker dan in het meervoud, behalve bij sollen.
  • Bij ich en er/sie/es is er geen uitgang!
De modale werkwoorden zijn vaak hulpwerkwoorden en geven aan met welk gevoel iets gebeurt.
Ich muss Hausaufgaben machen.
Du willst nach Hause gehen?

Slide 5 - Tekstslide

ich
darf
kann
mag
muss
soll
will
weiß
du
darfst
kannst
magst
musst
sollst
willst
weißt
er/sie/es
darf
kann
mag
muss
soll
will
weiß
wir
dürfen
können
mögen
müssen
sollen
wollen
wissen
ihr
dürft
könnt
mögt
müsst
sollt
wollt
wisst
sie/Sie
dürfen
können
mögen
müssen
sollen
wollen
wissen
Modalverben + wissen
dürfen
(mogen, toestemming hebben)
können
(kunnen, in staat zijn tot)
mögen
(houden van, lusten)
müssen
(moeten, noodzaak)
sollen
(moeten, bevel)
wollen
(willen)
wissen
(weten)
gedurft
gekonnt
gemocht
gemusst
gesollt
gewollt
gewusst

Slide 6 - Tekstslide

Arbeit aus dem Buch
Aufgabe 9 bis 13 (S. 35-36)
Fertig? Vul de Lernwortschatz in t/m 'mehr' (S. 39-40).

We bespreken de antwoorden

Slide 7 - Tekstslide

Arbeit aus dem Buch
Aufgabe 7 (S. 28) + Erklärung

We lezen de tekst samen. 

We bespreken de antwoorden

Slide 8 - Tekstslide

Vergrotende trap (Komperativ)
De regel: 
+ -er wordt aan het woord toegevoegd.
Er volgt een Umlaut op de klinker
LET OP! klinkers -e/-i krijgen geen Umlaut

Slide 9 - Tekstslide

Grammatik: die drei Steigerungsstufen
1.  (positiv)            de stellende trap           schnell 
2. (komperativ)  de vergrotende trap     schneller  --> stellende trap + er
3. (superlativ)     de overtreffende trap  schnellst  -->  stellende trap + st





schön
traurig
positiv
koperativ
superlativ

Slide 10 - Tekstslide

Arbeit aus dem Buch
Aufgabe 14ab und 15 (S. 36-37)
Fertig? Vul de Lernwortschatz in t/m 'mehr' (S. 39-40).

We bespreken de antwoorden

Slide 11 - Tekstslide

  t/m 'mehr'
Lernwortschatz

Slide 12 - Tekstslide

Dictee

Slide 13 - Tekstslide