In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
thema 2 - voortplanting
basisstof 1
ongeslachtelijke voortplanting
Slide 1 - Tekstslide
leerdoelen BS1
Na deze BS:
ken je de gebeurtenissen tijdens de celcyclus en toepassen.
weet je dat door ongeslachtelijke voortplanting nakomelingen ontstaan die genetisch identiek zijn aan de ouder.
herken je ethische en biologische argumenten bij standpunten over klonen van organismen.
Slide 2 - Tekstslide
begrippen - BS1
celdeling
moedercel
dochtercel
ongeslachtelijke voortplanting
weefselkweek
kloon -> klonen
mitose
spiraliseren
plasmagroei
celcyclus
DNA-replicatie/ DNA-synthese
S-fase
chromatiden
centromeer
M-fase
interfase
G2-fase / G1-fase / G0-fase
centrosoom
centriolen
profase
prometafase
trekdraden
kernspoel
metafase
anafase
telefase
ethische argumenten biologische argumenten
embryosplitsing
celkerntransplantatie
Slide 3 - Tekstslide
BS1: celdeling
nodig voor:
ongeslachtelijke voorplanting
vernieuwing weefsels
door:
mitose
Slide 4 - Tekstslide
celdeling
celcyclus
binas 76A
G = gap = rust
S = synthese
M = mitose
Slide 5 - Tekstslide
mitose
binas
76B1
centriolen:
vormen de
trekdraden
Slide 6 - Tekstslide
Zet de fasen van de in de juiste volgorde:
1
2
3
4
5
6
7
8
Slide 7 - Sleepvraag
vragen over??
mitose
opdracht 1 t/m 10
Slide 8 - Tekstslide
thema 2 - voortplanting
basisstof 2
geslachtelijke voortplanting
Slide 9 - Tekstslide
Leerdoelen
Na deze les kun je:
uitleggen hoe door meiose geslachtscellen ontstaan en de bevruchting verloopt.
de delen en werking van het voortplantingsstelsel van de mens beschrijven.
Slide 10 - Tekstslide
begrippen
geslachtelijke voortplanting
geslachtscellen /
gameten
somatische cellen /
lichaamscellen
bevruchting
haploïde cellen
zygote cellen
diploïde cellen
reductiedeling
meiose I en meiose II
eicel (oöcyt)
zaadcellen
testes (ev. testis)
spermatogenese
ovaria
öogenese
follikel
poollichaampje
ovulatie
Slide 11 - Tekstslide
BS 2: geslachtelijke voortplanting
nodig voor:
bevruchting van geslachtscellen
aanmaak door:
meiose
omdat:
halvering DNA om na bevruchting niet te veel chromosomen te krijgen in de cel
Slide 12 - Tekstslide
Bevruchting
Bij de bevruchting fuseren twee gameten. De gameten bevatten de helft van de genetische informatie (n).
Dit levert een bevruchte cel op met een normale hoeveelheid genetische informatie (2n)
Slide 13 - Tekstslide
Geslachtscellen (gameten)
meiose
Somatische (lichaams)cellen
mitose
Slide 14 - Tekstslide
meiose binas 76
start
1 cel (2n) diploide
92 chromatiden
resultaat
geen synthese tussendoor
4 cellen (n) haploïde
elk 23 chromatiden
Slide 15 - Tekstslide
Welke celdeling is dit?
interfase
profase 1
metafase 1
anafase 1
telofase 1
celdeling 1
profase 2
anafase 2
metafase 2
telofase 2
celdeling 2
profase 2
meiose
mitose
Slide 16 - Sleepvraag
mannelijke voortplantingsorgaan
teelballen
zaadbuisjes waarin de zaadcellen worden geproduceerd
in de bijballen worden de zaadcellen opgeslagen
waarom in een balzak?
de temperatuur is hier zo'n 2 graden kouder
dit is gunstig voor de productie van de zaadcellen
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
eigenschappen sperma
eiwitten
zaadcellen
vocht
basische pH -> zo langer in leven in zure vagina
buiten lichaam gaan ze na 5 minuten dood
in vagina leven ze 24-48 uur (tot wel 5 dagen)
beweegt met een zweepstaart
Slide 19 - Tekstslide
de route van een zaadcel:
teelballen
bijbal
prostaat
zaadblaasjes
zaadleider
urineleider
Slide 20 - Sleepvraag
het vrouwelijke voortplantingselsel
eicellen
in de eierstokken
vanaf geboorte miljoenen aanwezig
-> fase begin meiose = diploïde
-> puberteit afronding meiose I = haploïde
zit blaasje omheen = follikel -> barst open = ovulatie = eisprong = halverwege meiose II (BS4)
Slide 21 - Tekstslide
het vrouwelijke voortplantingsstelsel
Slide 22 - Tekstslide
Welk nummer hoort bij welk onderdeel van het vrouwelijke geslachtsorgaan?
eileider
eierstok
baarmoeder
schaamlip
vagina
baarmoedermond
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
Slide 23 - Sleepvraag
Mitose
Meiose
chromosomen uit elkaar
poollichaampje
Crossing-over
eerste deling spermacelmoedercel
haploïd
chromatiden gaan uit elkaar
Slide 24 - Sleepvraag
Mitose
Meiose
identiek DNA
Helft chromosomen
gewone celdeling
reductiedeling
gebeurt in eierstokken
Gebeurt in je huid
Slide 25 - Sleepvraag
In de zitten de onrijpe in de .
Wanneer de eicel rijp is vindt er een plaats.
De rijpe eicel komt na de ovulatie in de .
De eileider vervoert de naar de .
Tijdens de wordt het baarmoederslijmvlies dikker.
eicelrijping
eicel
eisprong
eierstokken
baarmoeder
eileider
follikels
eicellen
Slide 26 - Sleepvraag
Zet de woorden bij de juiste onderdelen.
zaadcel
celkern
kop
staart
eicel
Slide 27 - Sleepvraag
Vragen over?
meiose
geslachtsorganen
opdracht 11 t/m 18? -> of donderdag ?
Slide 28 - Tekstslide
thema 2 - voortplanting
basisstof 3
hormonen
Slide 29 - Tekstslide
Leerdoelen
Na deze les kun je:
de werking van de hormonen bij de voortplanting van de mens herkennen.
Slide 30 - Tekstslide
Begrippen:
hormoonklieren
hormonen
geslachtshormonen
hypofyse
hypothalamus
follikelstimulerend hormoon (FSH)
luteïniserend hormoon (LH)
testosteron
menstruatiecyclus
oestrogenen
gele lichaam
progesteron
Slide 31 - Tekstslide
Wat zijn hormonen?
Slide 32 - Tekstslide
Wat zijn hormonen?
door hormoonklieren geproduceerde eiwitten die worden afgegeven aan het bloed en leiden tot een reactie ergens anders in het lichaam (stimulerend of remmend)
Slide 33 - Tekstslide
Waar? - hormoonklieren
hypofyse
testis
eierstokken
Slide 34 - Tekstslide
Wat doen ze?
1 - hypothalamus
-> stuurt hypofyse aan
2- hypofyse -> hormoon productie +
stimulering andere
hormoonklieren
8 - testis -> testosteron
7 - eierstokken -> oestrogeen +
progesteron
Slide 35 - Tekstslide
regeling bij de mens
hypothalamus = regelcentrum van hypofyse
hypofyse = hormoon klier
follikelstimulerend hormoon (FSH)
luteïniserend hormoon (LH)
Slide 36 - Tekstslide
regeling bij de mens
binas 89 C + A
Slide 37 - Tekstslide
hormonen regeling bij de man
pubertijd
-> GnRH komt op gang in hypothalamus
(gonadotropine releasing hormoon)
-> stimuleert aanmaak in hypofyse van
FSH -> vorming zaadcellen in de wand van zaadbuisjes