Stevigheid > door het skelet kun je rechtop staan en zitten
Vorm > je schedel geeft bijvoorbeeld vorm aan je hoofd
Bescherming > je borstkas beschermt tere organen zoals je hart en longen - je schedel beschermt je hersenen
Beweging > aan botten zitten spieren vast - dankzij je botten, spieren en gewrichten kun je bewegen
Slide 6 - Tekstslide
2.1 Het skelet
Waaruit bestaat het skelet?
Schedel > Alle botten in het hoofd
Wervelkolom > Ruggenwervels, heiligbeen en staartbeen
Borstkas > Borstwervels, ribben en borstbeen
Schoudergordel > Schouderbladen en sleutelbeenderen
Bekkengordel > Heupbeenderen en heiligbeen
Slide 7 - Tekstslide
Opdrachten maken!
Maak: Opdracht 1 t/m 6 vanaf bladzijde 10 Hoe: Eerste 10 minuten alleen in stilte, hierna fluisterend in 2-tal Hulp: Tekst in je boek, of hand opsteken voor de docent Klaar? Maak de test jezelf van 4.1 het skelet op het digitale lesmateriaal.
Slide 8 - Tekstslide
2.1 Het skelet
Wat? Maken 2.1 – Opdracht 1 t/m 7
Hoe? Blz. 66 t/m 71
Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
Tijd? 20 minuten
Uitkomst? Opdracht 1 t/m 7 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
2.1 Het skelet
Hoe zijn botten/beenderen gebouwd?
Twee soorten beenderen:
Pijpbeenderen - zijn rond - dienen vooral voor stevigheid - bijv. opperarmbeen en dijbeen
Platte beenderen - zijn plat - dienen vooral voor bescherming - bijv. heupbeenderen, borstbeen, ribben en de botten van je schedel
Slide 11 - Tekstslide
2.1 Het skelet
Bouw van beenderen
Geel beenmerg > hierin zit vet opgeslagen - zit alleen in pijpbeenderen
Beenvlies > hierin zitten bloedvaten die in het bot groeien
Beenweefsel > zit onder het beenvlies - is het harde gedeelte van beenderen, beenweefsel heet ook wel bot
Kraakbeen > aan het uiteinde van beenderen - zorgt ervoor dat beenderen soepel langs elkaar kunnen bewegen
Slide 12 - Tekstslide
2.1 Het skelet
Waaruit bestaat been en kraakbeen?
Beenweefsel - bestaat uit beencellen - beencellen maken een stof die tussen de cellen zit > tussencelstof - in de tussencelstof zit kalk (hard) en lijmstof (buigzaam)
Kraakbeenweefsel - bestaat uit groepjes kraakbeencellen met daartussen een geleiachtige tussencelstof - de geleiachtige tussencelstof bestaat uit veel lijmstof en weinig kalk - baby’s hebben veel kraakbeen, volwassenen hebben minder kraakbeen - daarom breken oudere mensen sneller iets dan jonge mensen
Slide 13 - Tekstslide
2.1 Het skelet
Wat? Maken 2.1 – Opdracht 8 t/m 17
Hoe? Blz. 72 t/m 75
Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
Tijd? 20 minuten
Uitkomst? Opdracht 8 t/m 17 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)