Personal and possesive pronouns

Almost weekend...
Welcome!!!!

Take out iPad and log in lesson up
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Almost weekend...
Welcome!!!!

Take out iPad and log in lesson up

Slide 1 - Tekstslide

Today
- Introduction to digital book - Log in Malmberg.
- Homework check
-  Introduction to grammar unit 1.2 
- Test yourself 
- Ending.


Slide 2 - Tekstslide

Homework Check

Slide 3 - Tekstslide

Translate:
geography
A
geologie
B
aardrijkskunde
C
topografie
D
atlasvaardigheden

Slide 4 - Quizvraag

Translate:
etui
A
pencil case
B
etui
C
pen case
D
pencil bag

Slide 5 - Quizvraag

Translate:
science
A
wetenschap
B
techniek
C
O&O
D
natuurkunde; scheikunde

Slide 6 - Quizvraag

Translate:
leraar
A
teachter
B
teather
C
teacher
D
theatcher

Slide 7 - Quizvraag

Explanation

Slide 8 - Tekstslide

Grammar: Personal pronouns

Slide 9 - Tekstslide

Personal pronouns
ik
I (altijd hoofdletter)
jij
you (enkelvoud)
hij
he
zij (enkelvoud)
she
het
it
wij
we
jullie
you (meervoud)
zij (meervoud)
they

Slide 10 - Tekstslide

RECAP: POSSESSIVE PRONOUNS
NL
EN
Mijn
my
Jouw
your
Zijn/haar
his/her/its
Onze
our
Jullie
your
Hun
their

Slide 11 - Tekstslide

RECAP: POSSESSIVE PRONOUNS
Possessive pronouns zijn bezittelijke voornaamwoorden.

In het Nederlands zijn dat:

Mijn
Jouw
Zijn / Haar / Het
Ons (onze)
Jullie
Hun






Slide 12 - Tekstslide

Let's practise!

Slide 13 - Tekstslide

personal pronoun:
... is cold outside.(het)
A
He
B
We
C
She
D
It

Slide 14 - Quizvraag

Kies de juiste personal pronoun:

_____ is from London. (zij)
A
she
B
they
C
he
D
we

Slide 15 - Quizvraag

personal pronouns: There is Nathan. This book is for.....
A
his
B
he
C
her
D
him

Slide 16 - Quizvraag

personal pronouns
That is not fair to .... .
A
we
B
us
C
our
D
ours

Slide 17 - Quizvraag

A personal pronoun:
... like school. (ik)


A
i
B
I
C
you
D
we

Slide 18 - Quizvraag

personal pronouns: Our grandparents visit ...... every week.
A
me
B
ours
C
us
D
our

Slide 19 - Quizvraag

Kies de juiste personal pronoun

..... is sitting in the garden
A
She
B
Him

Slide 20 - Quizvraag

personal pronouns
You can watch TV with ....... .
A
their
B
they
C
theirs
D
them

Slide 21 - Quizvraag

personal pronoun.
Can you call _____ (hem)?

A
her
B
him
C
me
D
he

Slide 22 - Quizvraag

Use the correct possessive pronoun:
Is this ... umbrella?
A
your
B
yours
C
hers
D
them

Slide 23 - Quizvraag

Maak gebruik van de possessive pronouns:
I met ________ mother (haar).
A
mine
B
theirs
C
ours
D
her

Slide 24 - Quizvraag

Maak gebruik van de possessive pronouns:
Is this cup ________?
A
your
B
yours
C
our
D
it

Slide 25 - Quizvraag

Possessive pronouns:
... (hun) house is over there.
A
their
B
theirs
C
they
D
them

Slide 26 - Quizvraag

possessive pronouns
These bikes are ..... .
A
we
B
us
C
our
D
ours

Slide 27 - Quizvraag

Ik snap nu wat personal and possessive pronouns zijn.
A
Ja, tuurlijk! 100%
B
Ik ga nog even oefenen, maar dan komt het wel goed...
C
Ik vind het nog lastig. Ik lees de uitleg nog eens goed door.
D
Ik snap er niets van! Help me alsjeblieft!

Slide 28 - Quizvraag

Homework
For next class:

  •  Lesson 1.2 (online)
  • Study Lesson 2 Study Box

Slide 29 - Tekstslide