7.2 Krachten meten en tekenen
1 / 21
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Lees de grootte van de kracht op de krachtmeter af.
De kracht is...
De kracht is...
A
2,5N
B
2,2N
C
2,6N
D
2,8N
Slide 11 - Quizvraag
Wat is bij het TEKENEN van krachten het allerbelangrijkst?
A
Grootte
B
Richting
C
Aangrijpingspunt
D
Allemaal even belangrijk.
Slide 12 - Quizvraag
Waar zit het aangrijpingspunt van de kracht op het paard?
A
bij de handen van de mannen
B
Bij de rode band onder de voorpoot
C
Bij de rode band op de rug
Slide 13 - Quizvraag
Je tekent een 8 cm lange pijl bij een krachtenschaal van 3 N ≡ 5 cm. Hoe groot is de kracht?
A
8 cm
B
4,8 N
C
3 N
D
1,875 N
Slide 14 - Quizvraag
Er werkt een zwaartekracht van 300N. De krachtenschaal is als volgt: 1cm = 50N
Hoe groot moet de pijl worden om een kracht van 300N weer te geven?
Hoe groot moet de pijl worden om een kracht van 300N weer te geven?
A
6,0 cm
B
6,5 cm
C
7,0 cm
D
7,5 cm
Slide 15 - Quizvraag
Hoe groot is de kracht die naar links wijst <--
A
60 N
B
140 N
C
100 N
D
40 N
Slide 16 - Quizvraag
Hoe groot is de kracht die naar rechts wijst -->
A
60 N
B
140 N
C
100 N
D
40 N
Slide 17 - Quizvraag
Hoe groot is de resultante kracht?
A
40 N naar links
B
40 N naar rechts
Slide 18 - Quizvraag
Welke waarde geven de krachtmeters aan?
A
0,1
B
0,1 N
C
0,1 kg
D
0,1 kracht
Slide 19 - Quizvraag
Laatste vraag
Een weegschaal is een krachtmeter.
Een weegschaal is een krachtmeter.
A
waar
B
niet waar
