9.3 Huid (en kanker) deel 2

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  1. Herhalingscheck eerste deel paragraaf 9.3.
  2. Resterende uitleg 9.3 - kanker.
  3. Check inleveren (mindmap maken) 
  4. Check HW online opdrachten paragraaf 9.1 t/m 9.3 af?
  5. Zelfstandig werken opdrachten 9.4.

Slide 2 - Tekstslide

8 korte checkvragen 
Meerkeuze en een sleepvraag:
Eerste deel paragraaf 9.3

Slide 3 - Tekstslide

Zweetklieren maken zweet. Wat is de functie van zweet?
A
vochtig houden van de huid
B
soepel houden van de huid
C
afkoelen van de huid
D
lekker ruiken

Slide 4 - Quizvraag


A
1: lederhuid 2: opperhuid 3: onderhuidse bindweefsel
B
1: onderhuidse bindweefsel 2: lederhuid 3: opperhuid
C
1: opperhuid 2: lederhuid 3: onderhuidse bindweefsel

Slide 5 - Quizvraag

huid bij kou
huid bij warmte
Nauwe bloedvaten
Wijde bloedvaten
Spieren trekken samen ( trillen)
Kippenvel
Je zweetklieren produceren zweet.

Slide 6 - Sleepvraag

Wat zijn de stappen van het genezen van een wondje?
A
Wondje > vernauwing bloedvat > bloedplaatjes knappen open > propvorming >vorming fibrine draden.
B
Wondje >vernauwing bloedvat > propvorming > bloedplaatjes knappen open > vorming fibrine draden.
C
Wondje > vorming fibrine draden > vernauwing bloedvat > propvorming > bloedplaatjes knappen open.
D
Wondje > vorming fibrine draden >vernauwing bloedvat > propvorming > bloedplaatjes knappen open

Slide 7 - Quizvraag

Welk deel van je hersenen meet en regelt de temperatuur?
A
de grote hersenen
B
de kleine hersenen
C
de hypofyse
D
de hypothalamus

Slide 8 - Quizvraag

Waar in de huid vindt de bescherming tegen de zon plaats?
A
Lederhuid
B
Opperhuid
C
Lederhuid en opperhuid
D
Lederhuid, opperhuid en onderhuidse bindweefsel

Slide 9 - Quizvraag

Waar zitten de dode huidcellen?
A
Hoornlaag
B
Kiemlaag
C
Lederhuid
D
Onderhuidse bindweefsel

Slide 10 - Quizvraag

Waar is talg goed voor
A
Je huid droog houden
B
Voorkomt uitdrogen v.d. huid
C
Talg is nergens goed voor
D
Je huid beschermen

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Gevoelig onderwerp
We gaan het onderdeel kanker behandelen.

Slide 13 - Tekstslide

Huidkanker (melanoom):
  •  Extra celdeling in de opperhuid (kiemlaag).


  •  Gezwelvorming.


  •  Agressieve en moeilijk behandelbare vorm van kanker.


  • Bron 8 blz. 88 KK.

Slide 14 - Tekstslide

Wat is
kanker eigenlijk,
biologisch gezien ?

Slide 15 - Woordweb

Celdeling vs overmatige celdeling:
  •  Opsplitsen normale cel in 2/meer cellen. 
       Nodig voor groei + herstel (kankercel is beschadigde ‘normale’ cel).

  •  Cel geeft groeifactoren (eiwitten) af: stimuleren, controleren of remmen:
       - grootte v/d celgroei,
       - vorm,
       - verloop celdeling.


  •  (kanker)Cel ‘snapt’ stopsein niet door beschadiging DNA (mutatie).
  •  Gevolg: verkeerde celdeling.  Witte bloedcellen in actie – cel gaat dood.
  •  Witte bloedcel dood kankercel niet → gezwel of tumor.
  •  De delende (tumor) cellen hebben vaak hun normale vorm en functie verloren.

Slide 16 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een goedaardige en kwaadaardige gezwel?

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Video

Kwaardaardig = kanker
  • Verschijnselen:
      1. Ongecontroleerde celdeling, stoppen niet.
      2. Infiltratie = richten schade aan in omliggend weefsel.
      3. Uitzaaiing = verspreiden via lymfevaten, bloed en lichaamsholten.
  • Kanker kan erfelijk zijn, puur toeval of komen door een bepaalde leefstijl.

Slide 19 - Tekstslide

Goedaardig:
  • Geen infiltratie of uitzaaiingen.

  • Soms gevaarlijk/dodelijk door grootte, locatie of verdrukking omliggende
      weefsels/organen. 

  • Kunnen kwaadaardig worden.

Slide 20 - Tekstslide

Zijn er factoren die van
invloed kunnen zijn
op het wel of niet
krijgen van kanker?

Slide 21 - Woordweb

Slide 22 - Video

Behandeling: 
  • Effectiviteit behandeling o.a. afhankelijk van:
      - plaats,
      - type,
      - mate van uitzaaiing,
      - groeisnelheid.

Slide 23 - Tekstslide

Wel of niet erfelijk: 
  • Niet erfelijk: 
- Mutatie alleen in beschadigde lichaamscellen, dus niet in geslachtscellen. 
Daarom worden mutaties niet doorgegeven aan een volgende generatie. Dergelijke mutaties in genen zijn dus niet erfelijk.

  • Kans of erfelijk (5%):
- Mutatie in een geslachtscel. Bij bevruchting zal in alle lichaamscellen van het embryo een mutatie te vinden zijn die de gevoeligheid voor kanker verhoogt =  verhoogd risico op het ontstaan van kanker. 
Een dergelijke mutatie kan dan weer worden doorgegeven aan de volgende generatie.

Slide 24 - Tekstslide

Hoe kan een virus een rol hierin spelen? 
HPV: ter info
  • Virussen kunnen ook zorgen voor mutaties van cellen en daardoor kanker veroorzaken. 
  • Het humaan papillomavirus (HPV) veroorzaakt baarmoederhalskanker. HPV kan ook andere vormen van kanker veroorzaken,
     zoals kanker bij de anus, penis, vagina, schaamlippen en in de mond- en keelholte. 
  • 80-90% van de mensen raakt eens in zijn of haar leven besmet met HPV. Meestal ruimt je
      lichaam het virus binnen twee jaar op. 
  • HPV wordt overgedragen door contact tussen de slijmvliezen van de penis, vagina of anus. Het virus kan ook op de onderbuik
     en billen zitten en tijdens het vrijen via de huid, vingers of mond worden overgedragen. 
  • Een condoom beschermt om HPV te voorkomen niet voldoende. 
  • HPV vaccinatie voor jongens en meisje (beste voordat je seksueel actief wordt)
  • Vanaf 2022 krijgen jongens en meisjes in het jaar dat ze 10 worden een uitnodiging om twee keer een vaccinatie tegen HPV     te halen. De tweede vaccinatie krijgen ze een half jaar na de eerste.
  • Iedereen die 15 jaar of ouder is, heeft drie vaccinaties nodig om zich goed tegen HPV te beschermen. 


Slide 25 - Tekstslide

Einde deze les.
Zijn er nog vragen?

Goed doorlezen paragraaf 9.4
Zelfstandig werken aan opdrachten paragraaf 9.4

Slide 26 - Tekstslide