Mutaties en kanker

Welkom terug!
Vandaag hebben we het over mutaties en kanker.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom terug!
Vandaag hebben we het over mutaties en kanker.

Slide 1 - Tekstslide

Programma van deze les
  1. Terugblik vorige les
  2. Nieuwe lesstof: mutaties en kanker
  3. Afsluiting met korte quiz 

Slide 2 - Tekstslide

Wie is de vader van Marianne?
Leg je antwoord uit.

Slide 3 - Tekstslide

5.3: genen en allelen
Leerdoelen

6.3.6 Je kunt omschrijven wat genen en allelen zijn.

6.3.7 Je kunt omschrijven wat een mutatie is.

6.3.8 Je kunt omschrijven wat kanker is.

Slide 4 - Tekstslide

Mutatie
Een chromosoom kan beschadigd raken waarbij de informatie voor een of meer genetische eigenschappen verandert.

Slide 5 - Tekstslide

Mutatie in lichaamscel: andere cellen worden niet beinvloed

Slide 6 - Tekstslide

Mutatie in geslachtscel: embryo krijgt gemuteerde gen in alle lichaamscellen

Slide 7 - Tekstslide

Albinisme
Een organisme met een mutatie die te zien is in het fenotype heet een mutant.
Een bekend voorbeeld is albinisme, waarbij het lichaam geen pigment kan vormen.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Mutagene invloeden
DNA kan beschadigd raken door invloeden van buitenaf, zoals straling of chemische stoffen.

Slide 10 - Tekstslide

Tumoren
De snelheid waarmee cellen zich delen wordt ook bepaald door DNA. Door mutaties in genen die verantwoordelijk zijn voor celdeling kan een cel zich ongeremd gaan delen, er ontstaat dan een tumor. Veel tumoren verstoren het weefsel niet, deze noem je goedaardig.
Verstoort een tumor het weefsel wel, dan wordt dit een kwaadaardige tumor of kanker genoemd.

Slide 11 - Tekstslide

Er is schade aan      De kankercel deelt      De tumor verstoort      Cellen van de 
een cel waardoor    zich ongeremd.            de bouw van de            tumor komen in
deze een kanker-                                              weefsels.                         bloedbaan of 
cel wordt.                                                                                                      lymfe  terecht. 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Zelfstandig werken
Wat: Paragraaf 5.3: opdr. 2 en 3 (kennis), 6 en 7 (inzicht)
Hoe:  Je mag zacht overleggen met je buur. Heb je een vraag, steek dan je hand op (oranje). Tip: Lees eerst de lesstof door.
Tijd: tot 11:10
Klaar?: Maak een samenvatting van deze paragraaf of
vorige paragrafen op je eigen manier.
Maak ook alvast opdracht 9 (+opdracht)



Slide 14 - Tekstslide

Afsluiting
  • Quiz
  • Vraag 9
  • Volgende les 

Slide 15 - Tekstslide

Is het dier dat je hier ziet een albino?
A
Ja
B
Nee
C
Dat kun je niet weten aan de hand van deze foto.

Slide 16 - Quizvraag

Is albinisme erfelijk?
A
Ja
B
Nee
C
Dat kun je niet weten.

Slide 17 - Quizvraag

Vraag 9 +
Een dierenarts maakt regelmatig röntgenfoto’s. Daarbij 
draagt hij een loodschort (zie afbeelding 12). Het lood houdt
 röntgenstralen tegen. Om de hals zit een kraag van lood. 
Deze beschermt de schildklier tegen straling. Dit orgaan is 
erg stralingsgevoelig, vooral bij personen onder de 30 jaar.

Welk ander deel van het lichaam moet zeker worden beschermd tegen röntgenstraling? Leg je antwoord uit.
timer
1:00

Slide 18 - Tekstslide