H1 Bedrijfseconomie elementair Hoofdstuk 1

Bedrijfseconomie elementair
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bedrijfseconomie elementair

Slide 1 - Tekstslide

Bedrijfseconomie
  1. Elementair
  2. Basis 
  3. Expert   

Slide 2 - Tekstslide

Lesweek 1
Uitleg vak
Boeken
Planning 
Theorie
Huiswerk

Slide 3 - Tekstslide

Maak de oriëntatievragen

Slide 4 - Tekstslide

Begrippen
  • organisatie
  • productiefactoren 
  • missie
  • visie
  • bedrijf
  • onderneming

Slide 5 - Tekstslide

1. Van organisatie naar onderneming

Slide 6 - Tekstslide


Een organisatie is een samenwerkingsverband van mensen en middelen om een bepaald doel te bereiken -> als bedrijf economisch zelfstandig is ->

Een bedrijf is een organisatie die door het leveren van een product of dienst inspeelt op een markt of een vraag uit de maatschappij.-> als bedrijf naar winst streeft->

Een onderneming is een bedrijf dat streeft naar winst.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Visie
Missie
Philips streeft ernaar middels innovaties de wereld om ons heen gezonder en duurzamer te maken. Ons doel is om in 2025 de levens van drie miljard mensen te hebben verbeterd. 
Het leven van mensen verbeteren met zinvolle innovaties

Slide 10 - Sleepvraag

Slide 11 - Tekstslide

Opdrachten
Oriëntatievragen
1 t/m 4
Kennisvragen
1 t/m 2
Routineopgave 1



Slide 12 - Tekstslide

lesweek 2
Doelen van een onderneming

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Tekstslide

Triple P

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Opdrachten
Kennisvragen
3 t/m 6
Routineopgave 2


Slide 18 - Tekstslide

lesweek 3
Belanghebbende van een onderneming

Slide 19 - Tekstslide

Belanghebbende van een onderneming
  1. Werknemers
  2. Leidinggevende
  3. Uitzendbureaus
  4. Vakbonden
  5. Vermogensverschaffers
  6. Leveranciers
  7. Overheid
  8. Afnemers

Slide 20 - Tekstslide

1. Primaire sector
Bij de primaire sector horen de bedrijven die de grondstoffen en delfstoffen uit de natuur halen. Denk aan de landbouw (de boeren) en de visserij, maar ook aan de mijnbouw.

Slide 21 - Tekstslide

2. Secundaire sector
De secundaire sector wordt gevormd door de bedrijven die de grondstoffen van de primaire sector verwerken tot een product, bijvoorbeeld een ijsjesfabriek, metaalindustrie en zuivelfabriek.

Slide 22 - Tekstslide

3. Tertiaire sector
De tertiaire sector wordt ook wel de dienstverlenende sector genoemd; 
  • Hier worden de producten die geproduceerd zijn verkocht. 
  • Het gaat dus niet om productie, maar wat je er mee doet. 
  • In deze sector verdienen de meeste Nederlanders hun geld.

Slide 23 - Tekstslide

4. Quartaire sector
De quartaire sector houdt zich bezig met niet-commerciële dienstverlening; 
  • Verschil met Tertiaire sector is dat deze bedrijven geld van de overheid krijgen. Overheidsinstellingen dus. 
  • Geen winstoogmerk 
  • Collectief = Al het geld komt van de overheid. 
  • Semi-collectief= Deel van het geld komt van de overheid. 

Slide 24 - Tekstslide

Primaire sector
Secundaire sector
Tertaire sector
Quartaire sector

Slide 25 - Sleepvraag

Opdrachten
Kennisvragen
7
Routineopgave 3

Slide 26 - Tekstslide

Les 4

Slide 27 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik kan een bedrijfskolom op basis van verstrekte gegevens 
     samenstellen.
  • Ik kan een organogram tekenen en daar de lijn- en
     staffuncties in aangeven.

Slide 28 - Tekstslide

Agenda
Theorie:
Handelsondernemingen
Bedrijfskolommen
Organisatievormen

Slide 29 - Tekstslide

Handelsondernemingen
Een handelsonderneming maakt niet zelf producten, maar koopt producten in. 

Slide 30 - Tekstslide

Bedrijfskolom
van oerproducent tot consument

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Verandering bedrijfskolom
Om verschillende redenen kunnen bedrijfskolommen veranderen. Deze veranderingen hebben bijvoorbeeld te maken met nieuwe productietechnieken, andere grondstoffen, bedrijven die samengaan of bedrijven die zich opsplitsen. Er zijn vier vormen:



integratie
differentiatie
parallellisatie
specialisatie



Slide 33 - Tekstslide

Als een bedrijf wordt samengevoegd met een ander bedrijf uit een vorige of volgende bedrijfstak in dezelfde bedrijfskolom, is er sprake van;
A
Specialisatie
B
Parallellisatie
C
Differentiatie
D
Integratie

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Tekstslide

Als een bedrijf juist wordt opgesplitst in twee opeenvolgende fasen in dezelfde bedrijfskolom is dat;
A
Specialisatie
B
Parallellisatie
C
Differentiatie
D
Integratie

Slide 36 - Quizvraag

Slide 37 - Tekstslide

Als een bedrijf uit de ene bedrijfskolom een bedrijf uit een andere bedrijfskolom overneemt, is er sprake van;
A
Specialisatie
B
Parallellisatie
C
Differentiatie
D
Integratie

Slide 38 - Quizvraag

Slide 39 - Tekstslide

Bij ............... legt een bedrijf zich uitsluitend toe op een deel van de activiteiten in een bedrijfstak.
A
Specialisatie
B
Parallellisatie
C
Differentiatie
D
Integratie

Slide 40 - Quizvraag

Slide 41 - Tekstslide

Leerdoelen
Ik kan de begrippen organisatie, bedrijf, onderneming, visie missie, belanghebbenden, Tripple P, productiesector, organogram beschrijven.

Ik kan de verschillen aangeven tussen een organisatie, een bedrijf en een onderneming.
Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen visie en missie van een onderneming.
Ik kan de verschillende functies van de handel aangeven.
Ik kan ondernemingen in productiesectoren plaatsen.
Ik kan een bedrijfskolom op basis van verstrekte gegevens samenstellen.






Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Opdrachten

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

Volgende les:

Opbrengsten en kosten, inkomsten en uitgaven

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide