Spelling editie 6 § 11 - Getallen

Spelling § 11 De schrijfwijze van getallen
- Uitleg en oefeningen
- Zelfstandig werken:
     - opdrachten spelling § 11 en
     - opdrachten formuleren § 5
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Spelling § 11 De schrijfwijze van getallen
- Uitleg en oefeningen
- Zelfstandig werken:
     - opdrachten spelling § 11 en
     - opdrachten formuleren § 5

Slide 1 - Tekstslide

Schrijfwijze van getallen
In veel teksten komen we nogal eens getallen tegen. Soms schrijven we deze in letters, in andere gevallen schrijven we ze in cijfers. Hiervoor is een aantal regels opgesteld die we gaan bespreken.

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer getallen in letters?
De volgende getallen schrijven we in letters:
- De getallen één tot en met twintig
- De tientallen tot honderd
- De honderdtallen tot duizend
- De duizendtallen tot twaalfduizend
- De getallen honderdduizend, miljoen, miljard, biljoen
- De rangtelwoorden van bovenstaande getallen
Deze regels zijn ook van toepassing op breuken

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer gebruiken we cijfers?
We schrijven getallen in cijfers:
- als we ze niet in letters schrijven
(alles boven de twintig en niet-ronde getallen)
- als we te maken hebben met exacte waarden
(maten, gewichten, huisnummers, tijdstippen, enz.)

Slide 4 - Tekstslide

Let op!
- Als we getallen van een miljoen of meer in letters schrijven, komt er een spatie tussen de twee delen (vierhonderdduizend, maar drie miljoen)
- Als we bij toepassing van de regels binnen een zin één keer cijfers en één keer letters gebruiken, gebruiken we in beide gevallen cijfers
(Van de 31 leerlingen hadden er 4 een onvoldoende.)
- Als we breuken in letters schrijven, schrijven we ze los (twee achtste), behalve in een samenstelling (drievierdemeerderheid)

Slide 5 - Tekstslide

Hij woont op huisnummer dertien/13.
A
dertien
B
13

Slide 6 - Quizvraag

Je moet minstens twee/2 uur wachten voor je aan de beurt bent.
A
twee
B
2

Slide 7 - Quizvraag

In de oorlog, die ruim drie/3 jaar duurde, vielen 5346 slachtoffers.
A
drie
B
3

Slide 8 - Quizvraag

Neem de zin over, maak van de cijfers letters waar dat moet:

De expeditie begint in 2024 op 2e pinksterdag om 11 uur.

Slide 9 - Open vraag

Neem de zin over, maak van de cijfers letters waar dat moet:
Van de 134 vwo-examenkandidaten zijn er 121 geslaagd en 13 afgewezen.

Slide 10 - Open vraag

Neem de zin over, maak van de cijfers letters waar dat moet:
Vanwege de temperatuur van min 15 C kwam 3/4 deel van de toeschouwers op 13 december niet opdagen voor de voorstelling van 21.00 uur.

Slide 11 - Open vraag

Aan de slag
- Bestudeer de theorie van spelling § 11
- Maak de opdrachten van
     - spelling § 11 



Slide 12 - Tekstslide