Spelling H3 De schrijfwijze van getallen

Spelling H3 De schrijfwijze van getallen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Spelling H3 De schrijfwijze van getallen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
1.  Nakijken spelling H2 opdr 1 t/m 5 en 7 
2. Theorie Spelling H3
3. Maken H3 spelling opdr 1 t/m 4 + 6

Slide 2 - Tekstslide

Nakijken

Slide 3 - Tekstslide

Schrijfwijze van getallen
In veel teksten komen we nogal eens getallen tegen. Soms schrijven we deze in letters, in andere gevallen schrijven we ze in cijfers. Hiervoor is een aantal regels opgesteld die we gaan bespreken.

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer getallen in letters?
De volgende getallen schrijven we in letters:
- De getallen één tot en met twintig
- De tientallen tot honderd
- De hondertallen tot duizend
- De duizendtallen tot twaalfduizend
- De getallen 'honderdduizend, miljoen, miljard, biljoen
- De rangtelwoorden van bovenstaande getallen
Deze regels zijn ook van toepassing op breuken

Slide 5 - Tekstslide

Wanneer gebruiken we cijfers?
We schrijven getallen in cijfers:
- als we ze niet in letters schrijven
(alles boven de twintig en niet ronde getallen)
- als we te maken hebben met huisnummers, maten, gewichten, percentages, data, telefoonnummers enzovoorts

Slide 6 - Tekstslide

Let op!
- Als we getallen van een miljoen of meer in letters schrijven, komt er een spatie tussen de twee delen
(vierhonderdduizend, maar drie miljoen)
- Als we bij toepassing van de regels binnen een zin één keer cijfers en één keer letters gebruiken, gebruiken we in beide gevallen cijfers.
(Van de 31 leerlingen hadden er 4 een onvoldoende.)

Slide 7 - Tekstslide

Hij woont op huisnummer dertien/13.
A
dertien
B
13

Slide 8 - Quizvraag

Er keken 400.000/ vier honderdduizend/ vierhonderdduizend mensen naar het programma.
A
400.000
B
vier honderdduizend
C
vierhonderdduizend

Slide 9 - Quizvraag

Je moet minstens twee/2 uur wachten voor je aan de beurt bent.
A
twee
B
2

Slide 10 - Quizvraag

Neem de zin over, maak van de cijfers letters waar dat moet:

De expeditie begint in 2024 op 2e pinksterdag om 11 uur.

Slide 11 - Open vraag

Neem de zin over, maak van de cijfers letters waar dat moet:
Vanwege de temperatuur van min 15 C kwam 3/4 deel van de toeschouwers op 13 december niet opdagen voor de voorstelling van 21.00 uur.

Slide 12 - Open vraag

Aan de slag
Je gaat nu zelf oefenen:
  1. Ga naar het digitale boek van Nieuw Nederlands H3 Spelling.
  2. maken opdr 1 t/m 4 + 6
  3. Niet af? Zorg dat je het af hebt voor de volgende les

Slide 13 - Tekstslide