Mevrouw Julia (gedicht)

Creatief schrijven

I-zone creatief schrijven.


1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Creatief schrijven

I-zone creatief schrijven.


Slide 1 - Tekstslide

Waarom heb jij deze i-Zone gekozen?

Slide 2 - Woordweb

Wat verwacht jij te leren in deze i-Zone?

Slide 3 - Woordweb

Wat zou jij graag willen leren in deze i-Zone?

Slide 4 - Woordweb

Tjitske Jansen 
Uit: Het moest maar eens gaan sneeuwen (2003)
Mevrouw Julia doet de ramen open 
en ze weet geen woord voor de lucht die haar wangen aanraakt
en de zon heeft de kleur van honing

en ze weet
vandaag gaat het gebeuren
en ze denkt
maar eerst blijf ik nog even staan.

Slide 5 - Tekstslide

Wie zou mevrouw Julia zijn?
timer
1:00

Slide 6 - Open vraag

Nadenken over woorden
In de volgende slides mag je zoveel mogelijk woorden opschrijven waaraan je denkt als het woord hoort/leest. 

 

Slide 7 - Tekstslide

timer
1:00
Aan welke woorden denk je bij
ramen?

Slide 8 - Woordweb

timer
1:00
Aan welk woorden denk je bij
honing

Slide 9 - Woordweb

timer
1:00
Aan welke woorden denk je bij
zon

Slide 10 - Woordweb

timer
1:00
Aan welke woorden denk je bij
open

Slide 11 - Woordweb

timer
0:30
Aan welke woorden denk je bij
wangen

Slide 12 - Woordweb

Lucht
  • Hoe noem je de lucht in een kamer waar twee mensen net een relatie hebben beëindigd?
  • Hoe noem je de lucht in een kamer waar een baby net geboren is?
  • Hoe noem je de lucht in een trein tijdens het spitsuur?
  • Hoe noem je de lucht tussen haren die de waaien in de wind?
  • Hoe noem je de lucht die de wangen van mevrouw Julia aanraakt?

Slide 13 - Tekstslide

Mevrouw Julia.
De tweede regel van dit gedicht is:
' ze weet geen woord voor de lucht die haar wangen aanraakt'.

Welk woord zou mevrouw Julia zoeken?

Slide 14 - Tekstslide

timer
1:00
Lucht

Slide 15 - Woordweb

Neologismen
Nieuw bedachte woorden heten ook wel 'neologismen'. Soms worden neologismen door zoveel mensen gebruikt, dat ze uiteindelijk worden opgenomen in het woordenboek.
Zo zijn: 'doemdenken en watskeburt' in het woordenboek gekomen. 
Samenstellingen: door twee woorden samen te voegen, kun je een nieuw woord laten ontstaan. 

Slide 16 - Tekstslide

Hoeveel nieuwe woorden kun je maken door de woorden die zijn bedacht bij ‘lucht’ te combineren met de woorden die er gevonden zijn bij de woorden ‘ramen, honing, zon, wangen, open’. Schrijf ze op.

Slide 17 - Open vraag

Opdracht:
Als je de woorden van het gedicht stuk voor stuk uitknipt, kun je gaan schuiven met de volgorde. 
Welk nieuw gedicht tover jij uit deze woordenverzameling?

Plak je gedicht op een A4-vel. 

Slide 18 - Tekstslide

Nieuw gedicht
Lees:
Is jouw versie heel anders dan de originele versie van Tjitske Jansen?
Gaat het gedicht wel over het zelfde onderwerp?
Hoe komt dat?
Hoe klint dit gedicht voor een open raam?
Wat voor een vrouw is mevrouw Julia?
Hoe oud is ze?
Hoe ziet ze eruit?

Slide 19 - Tekstslide