Blok 2 grammatica (Els)

grammatica
boek: blz 60 t/m 64
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

grammatica
boek: blz 60 t/m 64

Slide 1 - Tekstslide

voorkennis:
- In blok 1 heb je geleerd hoe je een werkwoord kunt herkennen in een zin.
doelen:
- je kunt de tijdproef uitleggen en toepassen.
- je kunt in zinnen de persoonsvorm herkennen en benoemen.

Lesdoelen

Slide 2 - Tekstslide

Maak de volgende learningapp.
Zoek de 6 werkwoorden. 
Weet je het nog? 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

theorie
Samen lezen:
We lezen de theorie op blz. 61

tegenwoordige tijd: ..... het gebeurt nu
verleden tijd: het is al gebeurd.

Slide 5 - Tekstslide

Tim koopt een nieuwe scooter.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 6 - Quizvraag

Vind jij dit een leuke school?
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 7 - Quizvraag

Aan het begin en het einde van de les ging de zoemer.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 8 - Quizvraag

Mijn ouders brengen mijn oma naar huis.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 9 - Quizvraag

De papegaai vloog door de kamer.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 10 - Quizvraag

Ik schrok enorm.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 11 - Quizvraag

Mounir steekt de sleutel in het slot.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 12 - Quizvraag

Mounir steekt de sleutel in het slot.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 13 - Quizvraag

De bladeren vielen uit de boom.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 14 - Quizvraag

Alle leerlingen zitten in het lokaal.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 15 - Quizvraag

Lazen jullie een stripverhaal.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 16 - Quizvraag

Er komen 5 zinnen.
Schrijf de zinnen over, maar zet ze in de andere tijd.

voorbeeld: ik loop naar school..... ik liep naar school. 
Zinnen veranderen van tijd...

Slide 17 - Tekstslide

Ik fietste naar school.

Slide 18 - Open vraag

Ik schrik enorm.

Slide 19 - Open vraag

De papegaai vloog door de kamer.

Slide 20 - Open vraag

Lazen jullie een stripverhaal?

Slide 21 - Open vraag

Tim koopt een nieuwe scooter.

Slide 22 - Open vraag

theorie
Samen lezen:
We lezen de theorie op blz. 62 en 63
De persoonsvorm: 
De persoonsvorm is een vorm van een werkwoord.
Je kunt de persoonsvorm in de tegenwoordige en verleden tijd schrijven. De persoonsvorm verandert dan. 
1
Om de persoonsvorm te vinden gebruik je de tijdproef.
Als de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd staat, schrijf je die in de verleden tijd
Als de persoonsvorm in de verleden tijd staat, schrijf je die in de tegenwoordige tijd
2

Slide 23 - Tekstslide

Ik weet hoe ik de persoonsvorm in een zin kan vinden.
A
ja
B
met hulp
C
soms
D
snap er niks van

Slide 24 - Quizvraag

Ik weet wat de tijdproef is en kan deze gebruiken.
A
ja
B
met hulp
C
soms
D
snap er niks van

Slide 25 - Quizvraag

zelfstandig werken:
Maak opdr. 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15  in je schrift.
Lees heel goed wat je moet doen.

 Als je klaar bent, scan de QR-codes en maak de opdrachten. 
Boek: blz. 60-64

Slide 26 - Tekstslide