In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
§2.4. Onafhankelijke rechtspraak?
Slide 1 - Tekstslide
Lesopbouw
Actualiteit
Lesdoelen
Toelichting §4
Afsluiting
Slide 2 - Tekstslide
1. Actualiteit
Nicky Verstappen. .
Slide 3 - Tekstslide
Het vonnis van 12,5 jaar is redelijk, gezien de omstandigheden
A
Ja, vind ik wel
B
Nee, vind ik niet
Slide 4 - Quizvraag
2. Lesdoelen §2.4.
Wettelijke procedures van de rechtspraak en het OM
Onafhankelijke en openbare rechtspraak
Effect van media op de rechtspraakl
Slide 5 - Tekstslide
3 rechtsgebieden
Civiel recht
Altijd tussen 2 burgers (of rechtspersonen)
Bestuursrecht / Strafrecht
Altijd tussen een burger (of rechtspersoon) en de staat
Alles rondom het recht is omschreven in wetboeken, ook wat de maximumstraf is voor misdrijven.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Waartoe zouden we mensen willen straffen?
Slide 8 - Open vraag
Waarom straffen rechters?
Zorgen dat iemand zijn criminele gedrag afleert en niet nog een keer hetzelfde gaat doen. = Preventie (resocialisatie/TBS)
Zorgen dat andere mensen zien dat je flink wordt gestraft als je iets fout doet. = Repressie
Zorgen dat mensen niet zelf iemand gaan straffen = Eigenrichting
Zorgen dat iemand niet meer op vrije voeten loopt om te zorgen dat anderen geen gevaar meer lopen. = Veiligheid
Wraak = Vergelding/genoegdoening
Tip: Kijken in de Ziel
Slide 9 - Tekstslide
De officier van justitie
De OvJ beslist op basis van het proces-verbaal wat er met de verdachte gaat gebeuren. Na de dagvaarding zijn er drie mogelijkheden:
Seponeren
Schikking treffen
Vervolgen
Klik op de iconen om de uitleg te openen.
Seponeren houdt in dat de verdachte niet voor de rechter hoeft te komen en er geen straf volgt. De OvJ stopt dus met de strafzaak.
Een schikking is een boete of taakstraf die de OvJ kan opleggen. Wanneer de verdachte deze betaalt, hoeft hij niet voor de rechter te verschijnen.
De OvJ wil dat de verdachte gestraft wordt en brengt deze voor de rechter. Dit noemen we vervolging.
Slide 10 - Tekstslide
Wat gebeurt er na een misdrijf?
(Overtreding?)
Verdachte ontvangt dagvaarding van OM (OM kan zelf geen vrijheidsstraf opleggen)
De politie: zoekt sporen, hoort getuigen, arresteert (houdt aan) verdachten en legt alles vast in een proces-verbaal onder toezicht van het OM.
De officier van justitie vervolgt (klaagt aan) als deze denkt dat de verdachte mogelijk schuldig is/ er voldoende bewijsmateriaal is.
De rechter bepaalt schuld en straf.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Verloop rechtszaak
De opening
De aanklacht en tenlastelegging.
Verhoor verdachte (en soms anderen, bijvoorbeeld getuigen of deskundigen)
Het requisitoir
Het pleidooi
Repliek en dupliek
Het laatste woord (voor de verdachte).
De uitspraak en het vonnis.
Dagvaarding
Een officiële brief waarin staat waarom, wanneer en waar een verdachte voor de rechter moet verschijnen.
Komt de verdachte niet op de rechtszitting, dan kan hij alsnog worden veroordeeld. Dat noemen we bij verstek veroordelen.
Requisitoir
Dit is een toespraak waarin de OvJ alle bewijzen op een rijtje zet en verteld welke straf er volgens hem gegeven moet worden. Dat laatste noemen we de strafeis.
Pleidooi
Dit is de toespraak van de advocaat waarin hij verteld dat je onschuldig bent of dat je er niet zo veel aan kon doen. Meestal vraagt de advocaat om vrijspraak of om een lichtere straf.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
01:55
"Zo werkt het systeem", zegt deze rechter. Wat vind jij van het systeem?
Slide 15 - Open vraag
Hoe zorgen we dat rechters in NL onafhankelijk en onpartijdig zijn?
Slide 16 - Open vraag
rechten van een verdachte
Slide 17 - Woordweb
Rechten van een verdachte
Het recht om te weten waarvan je verdacht wordt
Zwijgrecht
Het recht op een advocaat
Recht op een eerlijk proces
Beperkte periode vasthouden
Slide 18 - Tekstslide
Onschuldpresumptie
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Trial by Media??
De volgende 4 vragen moeten rechters voor zichzelf beantwoorden:
1. Is het ten laste gelegde feit (geheel) bewezen?
2. Levert het bewezen feit een strafbaar feit op?
3. Is de dader strafbaar?
4. Welke straf moet worden opgelegd?
Slide 22 - Tekstslide
2. Lesdoelen §2.4.
Wettelijke procedures van de rechtspraak en het OM