3TB - Lezen H5

Hoofdstuk 5
Lezen

Ga zitten op je plaats
Pak je spullen
stil lezen 

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5
Lezen

Ga zitten op je plaats
Pak je spullen
stil lezen 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we 
vandaag doen?
  • Uitleg over H5 lezen;

  • Zelfstandig aan het werk met de opdrachten van H5 Lezen;

  • De les afsluiten.

Slide 2 - Tekstslide

Na vandaag kan/ken ik:
Kan ik tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden;

Kan ik onderscheid maken tussen meningen, argumenten en de conclusie.

Slide 3 - Tekstslide

Waaraan kun je een mening het makkelijkst herkennen
A
Er staat uitgelegd met welk doel iemand ergens van vindt
B
Er staat uitgelegd met welke reden iemand ergens over denkt
C
Er wordt een signaalwoord zoals 'Volgens mij' gebruikt
D
Er wordt uitgelegd waarom iemand iets vindt.

Slide 4 - Quizvraag

Mening, argument, conclusie
Mening / Standpunt
Als je ergens iets van vindt of ergens op een bepaalde manier over denkt 

Signaalwoorden:
Ik vind, ik denk, volgens mij, naar mijn mening, mijn opvatting is, als je het mij vraagt...

Slide 5 - Tekstslide

Mening, argument, conclusie
Mening / Standpunt
De uitleg waarom je iets vindt, hoort niet bij de mening!

Voorbeeld:
Ik vind dat het proefwerk te moeilijk was, want we hadden nooit uitleg gekregen over zinsdelen en woordsoorten.

Ik vind dat het proefwerk te moeilijk was, want we hadden nooit uitleg gekregen over zinsdelen en woordsoorten.

Slide 6 - Tekstslide

In welke zin staat een argument dat herkenbaar is aan een signaalwoord
A
Ik heb geen zin in het feest; ik ben moe
B
Omdat ik moe ben heb ik geen zin om weg te gaan
C
Ik ben moe
D
Ik ben echt supermoe.

Slide 7 - Quizvraag

Mening, argument, conclusie
Argument
Je legt uit waarom je iets vindt.

Signaalwoorden
want, omdat, namelijk, immers

Slide 8 - Tekstslide

Mening, argument, conclusie
Conclusie
Als alle argumenten zijn gegeven, maakt iemand de balans op. 
Hij kan dan alles wat hij heeft gezegd kort herhalen. 
Dan trekt hij de conclusie

Signaalwoorden
Dus, concluderend, uiteindelijk, dat betekent...

Slide 9 - Tekstslide

Noteer twee signaalwoorden voor een standpunt.

Slide 10 - Open vraag

Noteer twee signaalwoorden voor een argument.

Slide 11 - Open vraag

Aan de slag met:
  • H5 Lezen Opdr. 1 t/m 5

Hoe? Per boek of laptop

Vragen:
Ik loop door het lokaal om je vraag te beantwoorden. Ik kom vanzelf bij je 
langs.

Wat te doen als je klaar bent:
  • Afmaken H4 Lezen Opdr. 1, 2 & 4
  • Nakijken opdracht H4/H5
  • Lezen Anne Frank


Voor hoe lang?




Groen: Overleggen met je klasgenoten mag. Heb je vragen? Wacht op de docent, of vraag je klasgenoot.
Oranje: We werken op fluisterniveau, vragen? Wacht op de docent.
Rood: We zijn stil aan het werk. Je vragen mag je op een later moment stellen.



timer
1:00

Slide 12 - Tekstslide

Mijn kennis over meningen, argumenten en conclusies (1 = ik snap er niks van, 10 = ik weet alles)
010

Slide 13 - Poll