-leg je werkblad open en laat zien wat je hebt gemaakt
-log in op lessonup en pak je werkboek
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3
In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Brug 3 ruimtegebrek
-leg je werkblad open en laat zien wat je hebt gemaakt
-log in op lessonup en pak je werkboek
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Vorige les
Doelen brug 3
Informatie Ruimtegebrek
zelf op zoek
aan de slag met de werkbladen
doelen gehaald?
Brug quiz zelf maken
Slide 2 - Tekstslide
Waar hebben we het over gehad?
Par 1: grenzen
Par 2: identiteit
Slide 3 - Tekstslide
Wat voor soort grenzen hebben we in de EU
A
zachte
B
harde
C
open
D
dicht
Slide 4 - Quizvraag
De grens die Trump aan het bouwen was tussen Mexico en de VS is een ..... grens
A
zachte
B
harde
C
open
D
kunstmatig
Slide 5 - Quizvraag
Deze grens is het voorbeeld van een:
Slide 6 - Open vraag
Max Verstappen pakt de wereldtitel F1 en het hele land staat op stelten!
A
Persoonlijke identiteit
B
Regionale identiteit
C
Nationale identiteit
D
Lokale identiteit
Slide 7 - Quizvraag
landsgrens die zonder controle te passeren is
A
Landsgrens
B
Open grens
C
Taalgrens
D
Gesloten grens
Slide 8 - Quizvraag
Tussen Engeland en Nederland ligt de Noordzee. Dat is een
A
Harde grens
B
Natuurlijke grens
C
Kunstmatige grens
Slide 9 - Quizvraag
Welk begrip past het best: De strook van twaalf zeemijl langs de Nederlandse kust noemen we de
A
Harde grens
B
Territoriale wateren
C
Natuurlijke grens
Slide 10 - Quizvraag
de inwoners van een regio, een gebied, houden vast aan hun eigen geschiedenis en cultuur.
A
Lokalisme
B
Identiteit
C
Regionalisme
D
Mentaliteit
Slide 11 - Quizvraag
gericht zijn op eigen dorp en gemeente
A
Lokalisme
B
Regionalisme
C
Mentaliteit
D
Identiteit
Slide 12 - Quizvraag
Bij welk cultuurgebied hoort Nederland
A
Orthodox
B
Islamitisch
C
Hindoeïsme
D
Westers
Slide 13 - Quizvraag
Wat denk jij dat identiteit is?
A
Documenten waarmee je internationaal kunt reizen
B
Documenten die je laat zien als je wordt aangehouden
C
Allerlei stukjes van jouw die jou vormen als mens
D
Je afkomst en waar je woont
Slide 14 - Quizvraag
Een voorbeeld van de regionale identiteit is:
A
De Nederlandse identiteit
B
De Friese identiteit
C
De identiteit van Rotterdam
D
Europese identiteit
Slide 15 - Quizvraag
gericht zijn op eigen dorp en gemeente
A
Lokalisme
B
Regionalisme
C
Mentaliteit
D
Identiteit
Slide 16 - Quizvraag
Gaat deze uitspraak over mentaliteit of identiteit?
'Zij hebben veel doorzettingsvermogen'
A
mentaliteit
B
identiteit
Slide 17 - Quizvraag
Gaat deze uitspraak over mentaliteit of identiteit?
'met oud en nieuw gaan zij carbidschieten'
A
mentaliteit
B
identiteit
Slide 18 - Quizvraag
Gaat deze uitspraak over mentaliteit of identiteit?
'Het is belangrijk te weten wie je buren zijn'
A
mentaliteit
B
identiteit
Slide 19 - Quizvraag
Gaat deze uitspraak over mentaliteit of identiteit?
'op 5 december is het pakjesavond'
A
mentaliteit
B
identiteit
Slide 20 - Quizvraag
Het behoren tot een bepaald land
A
Indentiteit
B
Mentaliteit
C
Nationaliteit
D
Soeverijn
Slide 21 - Quizvraag
de manier waarop je denkt en voelt
A
identiteit
B
mentaliteit
C
nationaliteit
D
soeverein
Slide 22 - Quizvraag
Doelen:
Je begrijpt dat bij de inrichting van de ruimte met verschillende belangen rekening gehouden moet worden. Je weet hoe in Nederland bepaald wordt hoe de ruimte wordt ingericht. Je begrijpt dat ook jij een zekere mate van invloed hebt op het gebruik van de ruimte.
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Video
Bevolkingsdichtheid
= aantal mensen dat gemiddeld op een km2 woont
Slide 25 - Tekstslide
Den Haag
6344 per km2
Groningen
250 per km2
Slide 26 - Tekstslide
bevolkingsdichtheid Europa
Slide 27 - Tekstslide
Hoe gaan we om met de beschikbare ruimte?
Nederland is dichtbevolkt, de ruimte moet goed gebruikt worden.
Dit noem je:
Ruimtelijke ordening
Slide 28 - Tekstslide
Ruimtelijke ordening
De wetten en regels van de overheid waarmee bepaald wordt op welke manier de ruimte gebruikt mag worden.
Regels voor de ruimte worden op drie niveaus gemaakt. 1. het Rijk, 2. provincies 3. gemeenten
Slide 29 - Tekstslide
Bestemmingsplan
Een gedetailleerd plan waarin staat wat er met de ruimte in een bepaalde gemeente gaat gebeuren en waarop je van elk stukje ruimte de vastgestelde functie ziet.
Slide 30 - Tekstslide
Wat nou als je het niet eens bent met de plannen
-
Slide 31 - Tekstslide
Bewoners hebben dus inspraak en kunnen bezwaar indienen
Slide 32 - Tekstslide
Aan de slag
Maak de opgaven op het werkblad van Brug 3.
Blz. 142 en 143
Werk stil
Werk zelfstandig
timer
20:00
Slide 33 - Tekstslide
Doelen:
Je begrijpt dat bij de inrichting van de ruimte met verschillende belangen rekening gehouden moet worden. Je weet hoe in Nederland bepaald wordt hoe de ruimte wordt ingericht. Je begrijpt dat ook jij een zekere mate van invloed hebt op het gebruik van de ruimte.
Slide 34 - Tekstslide
Een bestemmingsplan is...
A
Een plan waarin staat beschreven wat de gemeente gaat doen met een gebied.
B
Een document waarin beschreven staat welke bestemming in de provincie het meest geschikt is voor een bepaald doel.
C
Een document waarin staat beschreven wat de bestemmingen zijn voor de komende zakenreizen.
D
Een kaart van een gemeente waarin staat aangegeven welke ruimte waarvoor bedoeld is.
Slide 35 - Quizvraag
WAT KAN DE GEMEENTE MET HET BESTEMMINGSPLAN?
A
WEGEN AANLEGGEN
B
VERHUIZINGEN REGELEN
C
BUITENRING AANLEGGEN IN PARKSTAD
D
PRECIES AANGEVEN WAT ER MET DE RUIMTE GEBEURD
Slide 36 - Quizvraag
Door wie wordt het bestemmingsplan gemaakt?
A
Gemeente
B
Provincie
C
Rijksoverheid
D
John de Mol
Slide 37 - Quizvraag
VOOR WIE IS EEN BESTEMMINGSPLAN BEDOELD?
A
VOOR IEDEREEN IN DE GEMEENTE
B
VOOR DE POLITIEK
C
VOOR MENSEN DIE IN KERKRADE KOMEN WONEN
D
VOOR DE GROTE GROEP OUDEREN
Slide 38 - Quizvraag
Wat staat er NIET in een bestemmingsplan?
A
plannen voor wonen
B
plannen voor wegen
C
plannen voor reizen naar het buitenland
D
plannen voor natuurgebieden
Slide 39 - Quizvraag
Op welk schaalniveau maakt de gemeente Haarlemmermeer een bestemmingsplan?
A
lokaal
B
regionaal
C
nationaal
D
continentaal
Slide 40 - Quizvraag
Wat kun je doen als je het niet eens bent met het bestemmingsplan?
A
Naar een inspraakavond gaan.
B
Bezwaar maken.
C
Een aanklacht sturen naar de gemeente.
D
Zelf het bestemmingsplan aanpassen.
Slide 41 - Quizvraag
Als de gemeente plannen maakt voor de inrichting van een straat, hebben de bewoners ..........
A
Ruimtelijke ordening
B
Bestemmingsplan
C
Inspraak
D
Niks te zeggen
Slide 42 - Quizvraag
Welke overheid heeft het meeste "macht" als het gaat om ruimtelijke ordening