Engels schrijfvaardigheid

Wat is het verschil tussen formeel en informeel?
1 / 13
volgende
Slide 1: Open vraag
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat is het verschil tussen formeel en informeel?

Slide 1 - Open vraag

Wat is het verschil tussen formeel en informeel?

Slide 2 - Open vraag

Wat is géén passende aanhef voor een formele brief?
A
Dear Mr Roberts,
B
Dear Sir/ Madam,
C
Hello Ms Roberts,

Slide 3 - Quizvraag

Welke afsluiting gebruik je bij een formele brief als je de naam niet weet?
A
Yours faithfully,
B
Yours sincerely.

Slide 4 - Quizvraag

Is dit een formele of informele afsluiting:
Kind regards,
A
formeel
B
informeel

Slide 5 - Quizvraag

Welke informele afsluiting ken je nog meer?

Slide 6 - Open vraag

Waar gebruik je hoofdletters in het Engels?

Slide 7 - Woordweb

Prefixes & Suffixes
1. Wat is een prefix/ suffix
2. Wanneer gebruik ik een prefix/ suffix
3. Veelvoorkomende prefixes/ suffixes en hun betekenis

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een prefix / suffix
 In het Nederlands zijn dit 'voorvoegsels' en 'achtervoegsels'.

Het zijn kleine stukjes van een woord, die je voor of achter een ander woord plaats.

Slide 9 - Tekstslide

Wanneer gebruik ik een prefix/ suffix?
Je gebruikt een prefix of suffix om de betekenis van een woord te veranderen. 
Bijvoorbeeld:
to care = zorgen
careful = zorgvuldig
careless = zorgeloos

Slide 10 - Tekstslide

Veelvoorkomede prefixes:
dis-
niet, on-
to disable
to disagree
to dislike
re-
her-, opnieuw,
terug
to return
to rewrite
ro return
un-
niet,
on- 
unable
unkind
unfair

Slide 11 - Tekstslide

Veelvoorkomede suffixes:
-ful

-vol,
met
hopeful
colourful
succesful
-less
-loos,
zonder
hopeless
useless
endless
-ly
-ig,
op die manier
happily
honestly
quickly

Slide 12 - Tekstslide

Look at the study guide in Magister.
Homework for next lesson:
- finished all the exercises of lesson 3.1, 3.2 and 3.3
-finished the test jezelf 3.1, 3.2 and 3.3

Things to do when you're finished:
- write and study vocabulary and expressions
- practice with quizlet
- word search



Slide 13 - Tekstslide