Les 5 - H2 Fictie stijlfiguren

Lesprogramma
  • Lesdoel
  • Uitleg
  • Zelf aan de slag
  • Voor de volgende les
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lesprogramma
  • Lesdoel
  • Uitleg
  • Zelf aan de slag
  • Voor de volgende les

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind van deze les ...
... ken en herken je verschillende stijlfiguren in een tekst.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

0

Slide 16 - Video

Zelf aan de slag
  • Nakijken opdr. 1 en 2
  • Maken opdr. 6 H2 fictie. Als je klaar bent, kijk je de opdrachten alvast na.

  • Maak alvast een samenvatting van de reeds behandelde theorie.

Slide 17 - Tekstslide

Herhaling H1: Wat weet je nog?
De maan bespiedde ons vanuit de hemel.
A
Vergelijking
B
Personificatie
C
Metafoor
D
Beeldspraak

Slide 18 - Quizvraag

Herhaling H1: Wat weet je nog?
'Die Rembrandt vind ik mooier dan die Van Gogh.' Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
vergelijking
B
metonymia
C
metafoor
D
personificatie

Slide 19 - Quizvraag

Herhaling H1: Wat weet je nog?
'Zij is net een nachtegaal.' Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
vergelijking
B
metonymia
C
metafoor
D
personificatie

Slide 20 - Quizvraag

Herhaling H1: Wat weet je nog?
'De wind huilt door de bomen.' Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
metafoor
B
personificatie
C
metonymia
D
vergelijking

Slide 21 - Quizvraag

Herhaling H1: Wat weet je nog?
'Geef mij nog eens een glas'. Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymia

Slide 22 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
De tafels in het lokaal staan schots en scheef.
A
pleonasme
B
herhaling
C
opsomming
D
tautologie

Slide 23 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
Wat een mooie rode aardbeien!
A
tautologie
B
pleonasme
C
overdijving
D
understatement

Slide 24 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
Ik erger me dood aan hem.
A
overdrijving
B
eufemisme
C
tautologie
D
understatement

Slide 25 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
We hadden ruzie, maar nu weer vrede.
A
opsomming
B
eufemisme
C
tegenstelling
D
pleonasme

Slide 26 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
Een 10 voor je werkstuk. Nou best aardig gedaan.
A
understatement
B
eufemisme
C
overdrijving
D
herhaling

Slide 27 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
Gisteren hebben we opa naar zijn laatste rustplaats gebracht.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement
D
tautologie

Slide 28 - Quizvraag

Waarom een eufemisme?
Gisteren hebben we opa naar zijn laatste rustplaats gebracht.

Slide 29 - Open vraag

Welk stijlfiguur herken je?
Ik had een twee voor het proefwerk, ik had dus wel een paar foutjes gemaakt.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement
D
pleonasme

Slide 30 - Quizvraag

Welk stuk van de zin is de understatement?
Ik had een twee voor het proefwerk, ik had dus wel een paar foutjes gemaakt.

Slide 31 - Open vraag

Welk stijlfiguur herken je?
Zij werkt daar als interieurverzorgster.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement
D
tautologie

Slide 32 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
Dat is niet onwaarschijnlijk.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement
D
paradox

Slide 33 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
Je wordt doodgegooid met informatie over de verkiezingen.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement
D
paradox

Slide 34 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
Dat vind ik geen verkeerd plan.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement
D
paradox

Slide 35 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
De gele zonnebloemen maken de kamer veel gezelliger.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 36 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
Door de regen kon je de overkant haast bijna niet meer zien.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 37 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
Misschien dat ze er wellicht nog achter komen.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 38 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
Deze zomer hadden wij de parasol wel nodig tegen de hete tropenzon.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 39 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
Een deel van het personeel zal moeten AFVLOEIEN.
A
overdrijving
B
understatement
C
eufemisme

Slide 40 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
Ik sta hier al eeuwen op te wachten
A
Overdrijving
B
Understatement
C
Eufemisme

Slide 41 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
Moet ik het nu VOOR DE DUIZENDSTE KEER zeggen? Deur achter je dicht!
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 42 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
'Ik heb EEN MAZZELTJE gehad', zei de winnaar van de jackpot.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 43 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
De verdediger schoot de strafschop HUIZENHOOG over.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 44 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
Die poolreizigers zullen het wel FRISJES hebben.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 45 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
Ik WORD KNETTERGEK van je gezeur.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 46 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
Helaas moest Kees zijn oude hond Willem laten INSLAPEN.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 47 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
De bewoners waren ONAANGENAAM VERRAST door de rellen in de wijk.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 48 - Quizvraag

Welk stijlfiguur herken je?
Het ongeluk was veroorzaakt door een dame VAN GEVORDERDE LEEFTIJD.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 49 - Quizvraag