Spelling 4.5

Spelling 4.5
  • Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
  • Samenstelling met tussen-s en tussen-n
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Spelling 4.5
  • Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
  • Samenstelling met tussen-s en tussen-n

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling 
Wat was een voltooid deelwoord (VD) ook alweer?
= iets is al gebeurd/geweest wat het is al 'voltooid'

Ik slaap                                               Hij verhuist                          Zij heeft hem 
ik heb geslapen (VD)                    Hij is verhuisd (VD)          bedankt (VD)

!! VD begint altijd met ge-, be-, ver-, ont-, her-
!! Bij twijfel over een 'd' of 't' op het einde, maak er een BN van
    Zie volgende pagina

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling
Wat was een bijvoeglijk naamwoord (BN) ook alweer?
= zegt iets extra's over een zelfstandig naamwoord (ZN)

Het mooie huis  -  De hete soep  -  De vervelende Corona  -  Het rode boek


Slide 3 - Tekstslide

Van een VD een BN maken
Van een voltooid deelwoord (VD) een bijvoeglijk naamwoord (BN) maken

* Het huis is verbouwd (VD)      *Het verbouwde (BN) huis      = verbouwd 'd'
* Het vliegtuig is geland (VD)   *Het gelande (BN) vloegtuig  = geland met 'd' 
* De prijs is verloot (VD)              *De verlote (BN) prijs                 = verloot met 't'
* De man is verhuisd (VD)          *De verhuisde (BN) man           = verhuisd met 'd'

Op de volgende pagina nog een samenvatting hiervan.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Schrijf voor de volgende zinnen het juist geschreven voltooid deelwoord op. (met 't' of 'd')
Siem heeft GEFIETSD/GEFIETST

Slide 6 - Open vraag

Schrijf voor de volgende zinnen het juist geschreven voltooid deelwoord op. (met 't' of 'd')
Kim heeft gisteren GEREND/GERENT

Slide 7 - Open vraag

Schrijf voor de volgende zinnen het juist geschreven voltooid deelwoord op. (met 't' of 'd')
Siem heeft GEFIETSD/GEFIETST

Slide 8 - Open vraag

Schrijf voor de volgende zinnen het juist geschreven voltooid deelwoord op. (met 't' of 'd')
Hij is voor zijn examen GEZAKD/GEZAKT

Slide 9 - Open vraag

Schrijf voor de volgende zinnen het juist geschreven voltooid deelwoord op. (met 't' of 'd')
Ik heb gisteren OPGEPASD/OPGEPAST op die kids.

Slide 10 - Open vraag

Schrijf voor de volgende zinnen het juist geschreven voltooid deelwoord op. (met 't' of 'd')
Ik ben GEREED/GEREET om te vertrekken

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Filmpjes extra uitleg
  • Tussenletter 's'
https://youtu.be/GBwTG1IdVO4

  • Tussenletter 'n'
https://youtu.be/ClZ8kUaUWj0

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag:
  • Tussenletter 's'
https://youtu.be/GBwTG1IdVO4

  • Tussenletter 'n'
https://youtu.be/ClZ8kUaUWj0

Slide 15 - Tekstslide