In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
T1B2: Hormonale regulatie
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt beschrijven op welke manieren hormonen de cellen en weefsels van organismen kunnen beïnvloeden.
Je kunt de werking van hormoonklieren en hun hormonen beschrijven.
Je kunt beredeneren hoe organen reageren op hormonen.
Slide 2 - Tekstslide
Begrippen BS2
Signaalmoleculen
receptoren
doelwitcellen
hormonen
endocriene klieren
exocriene klieren
hormoonconcentratie
hormoonstelsel
hypofyse
hypothalamus
Groeihormoon (GR)
antidiuretisch hormoon (ADH)
Begrippen bij BS2
Schildklier
thyroxine
schildklierhormoon
eilandjes van Langerhans
Insuline
Glucagon
bloedsuikerspiegel
glycogeen
Erytropoëtine (epo)
bijnieren
adrenaline
Slide 3 - Tekstslide
Hormonale regulatie
Langzaam
Moleculen via bloedvaten
Ongericht
Zenuwstelsel
Snel
Impulsen via zenuwen
Zeer gericht
Communicatie tussen organen
Slide 4 - Tekstslide
Werking van hormonen
Peptidehormonen
Eiwit
Receptoreiwit op celmembraan nodig
Second messenger
Beïnvloedt genexpressie
Steroïdenhormonen
Vet (lipide)
Kan direct door celmembraan
Receptoreiwit op kernmembraan
Beïnvloedt genexpressie
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
BINAS 89B: werking van hormonen
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Slide 11 - Tekstslide
Lees het nieuws bericht hiernaast.
Op een hoogte van 1000 meter bevat de lucht veel minder zuurstof dan op zeeniveau. Leg uit welk effect het niet kunnen doen van een hoogtestage heeft op de productie van EPO bij Tom Dumoulin. (zie o.a. Binas 89A)
Licht toe waarom Tom zichzelf niet ziet als Tour winnaar. Schrijf je antwoord op de volgende dia.
Slide 12 - Tekstslide
Op een hoogte van 1000 meter bevat de lucht veel minder zuurstof dan op zeeniveau. Leg uit welk effect het niet kunnen doen van een hoogtestage heeft op de productie van EPO bij Tom Dumoulin. Licht toe waarom Tom zichzelf niet ziet als Tour winnaar.
Slide 13 - Open vraag
Maakt EPO gebruik van een second messenger of kan het direct door het celmembraan de cel in?