T1B2 - Hormonale regulatie

T1B2: Hormonale regulatie
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

T1B2: Hormonale regulatie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven op welke manieren hormonen de cellen en weefsels van organismen kunnen beïnvloeden.
  • Je kunt de werking van hormoonklieren en hun hormonen beschrijven. 
  • Je kunt beredeneren hoe organen reageren op hormonen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen BS2
  • Signaalmoleculen
  • receptoren
  • doelwitcellen
  • hormonen
  • endocriene klieren
  • exocriene klieren
  • hormoonconcentratie
  • hormoonstelsel
  • hypofyse
  • hypothalamus
  • Groeihormoon (GR)
  • antidiuretisch hormoon (ADH)
Begrippen bij BS2
  • Schildklier
  • thyroxine
  • schildklierhormoon
  • eilandjes van Langerhans
  • Insuline
  • Glucagon
  • bloedsuikerspiegel
  • glycogeen
  • Erytropoëtine (epo)
  • bijnieren
  • adrenaline



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hormonale regulatie
  • Langzaam
  • Moleculen via bloedvaten
  • Ongericht


Zenuwstelsel
  • Snel
  • Impulsen via zenuwen
  • Zeer gericht
Communicatie tussen organen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hormonen
Signaalstoffen/moleculen afgegeven door hormoonklieren

Endocriene klieren = produceert hormonen en geeft af aan het bloed (zoals hypothalamus).

Exocriene klieren = geeft stoffen af aan oppervlakten in het lichaam (zoals speekselklier, zweetklier). Produceert geen hormonen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelwitorgaan
  • Hormonen binden aan receptoren op de celmembraan van het doelwitorgaan 
  • Hormoon past alleen op de receptor van het doelwitorgaan. 
  • Na binding aan receptor vindt er een actie plaats. 
  • Mate van reactie o.a. bepaald door hormoonconcentratie (Hormoonspiegel)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Type hormonen
Peptidehormonen
  • Eiwit
  • Receptoreiwit op celmembraan nodig
Steroïdenhormonen
  • Vet (lipide)
  • Kan direct door celmembraan
  • Receptoreiwit op kernmembraan

Slide 7 - Tekstslide

Hormoon-receptorcomplex
Second messenger
Signaalcascade
BINAS 89

Hormoon-receptorcomplex
Second-messenger
De werking van hormonen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BINAS 89B: werking van hormonen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hormoonklieren (binas 89A)
Het hormoonstelsel bestaat uit een aantal hormoonklieren.
  • Hypofyse
  • Hypothalamus
  • Schildklier
  • Bijnieren
  • Eilandjes van Langerhans
  • Testes/ovaria

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hypothalamus en hypofyse
Via de hypothalamus en de hypofyse 
zijn het hormoonstelsel en zenuwstelsel 
met elkaar verbonden

Neurosecretie; wanneer hormonen door 
neuronen worden gevormd.
Neurohormonen; hormonen gevormd 
door neuronen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hypothalamus en achterkwab
1. Zenuwcellen produceren neurohormonen Oxytocine en ADH 
2. Zenuwcellen geven deze hormonen af aan bloedvat in achterkwab van hypofyse.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hypothalamus
Releasing-Hormones (RH) en
Inhibiting-Hormonen (IH) zijn neurohormonen die de endocriene cellen in de hypofysevoorkwab beïnvloeden.

IH: voorkomt productie groeihormoon en prolactine
RH: stimuleert productie van TSH, FSH, LH, groeihormoon, prolactine en adrenocorticotroop hormoon


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hypofyse
 (BiNas 89C)
Ligging hypofyse

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hypofyse hormonen
Follikelstimulerend hormoon (FSH) en luteïniserend hormoon (LH)
  • beïnvloeden ovaria en testes

Prolactine 
  • melk productie 

Oxytocine 
  • weeën, melkproductie
  • knuffelhormoon: hechtingsband 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hypofyse hormonen
Adrenocorticotroop hormoon (ACTH)
  • geproduceerd bij stress
  • bevordert de aanmaak van hormonen in de bijnierschors

Groeihormoon (GH)
  • regelt de groei en ontwikkeling
  • stimuleert in puberteit de groei van de beenderen
  • te veel: reuzengroei, te weinig: dwerggroei

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schildklierhormonen
BiNas 89A

De schildklier zit
  • in de hals, tegen je strottenhoofd aan
  • maakt o.i.v. TSH uit de hypofyse verschillende schildklierhormonen, zoals thyroxine
  • bevat jodium (krop bij tekort)
  • jodiumpillen bij fall out 

functie is het stimuleren dissimilatie; invloed op metabolisme en groei


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spijsverteringsklieren
BINAS 89A
maag      gastrine => stimulatie maagsecretie 
versterking maagmotoriek

twaalfvingerige darm (alvleesklier)     secretine
=> stimulatie afgifte HCO3- alvleesklier
remming maagmotoriek



Let op! dit zijn hormonen en zullen door de bloedbaan hun doel bereiken.
Wat doet HCO3-?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

eilandjes van Langerhans
alfa-cellen produceren glucagon en beta-cellen produceren insuline

* door insuline meer glucosetransporteiwitten in celmembraan

* insuline stimuleert omzetting glucose naar  glycogeen, vetten en eiwitten

* glucagon stimuleert afbraak glycogeen naar glucose

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

nieren en bijnieren
nieren
  • erytropoëtine = epo: stimulatie erytrocyten (bloed dikker)
bijnieren
  • kapjes boven de nieren bestaande uit schors en merg
  • reageert op stress
    - adrenaline (merg) - toename glucose, hartslag en      
      ademhaling om te "vluchten of te vechten"
    - ACTH (schors) - stimuleert cortisol =stresshormoon
      verhoogt afweersysteem en de glucoseconcentratie

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig
Lezen, bestuderen, leren: Thema 1 Basisstof 2
Bestuderen Binas tabel 89
Maken: opdr. 5, 6, 8, 9, 10, 12, 13, 15, 16, 17, 19, 20 


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees het nieuws bericht hiernaast. 

Op een hoogte van 1000 meter bevat de lucht veel minder zuurstof dan op zeeniveau. Leg uit welk effect het niet kunnen doen van een hoogtestage heeft op de productie van EPO bij Tom Dumoulin.  (zie o.a. Binas 89A)
Licht toe waarom Tom zichzelf niet ziet als Tour winnaar. Schrijf je antwoord op de volgende dia.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op een hoogte van 1000 meter bevat de lucht veel minder zuurstof dan op zeeniveau. Leg uit welk effect het niet kunnen doen van een hoogtestage heeft op de productie van EPO bij Tom Dumoulin.
Licht toe waarom Tom zichzelf niet ziet als Tour winnaar.

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maakt EPO gebruik van een second messenger of kan het direct door het celmembraan de cel in?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies