3K 1.2 - 1.3 & 2.1 - 2.2 - 2.3 Herhalingsvragen
1 / 30
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Alle organen samen,
dus de gehele plant noemen we een:
dus de gehele plant noemen we een:
A
Cel
B
Orgaan
C
Organisme
D
Weefsel
Slide 3 - Quizvraag
Zet de woorden op
de goede afbeelding.
Organisme
Orgaan
Weefsel
Cel
Slide 4 - Sleepvraag
Deel van een organisme met een eigen functie noemen we een:
A
Cel
B
Orgaan
C
Organisme
D
Weefsel
Slide 5 - Quizvraag
Het kleinste onderdeel van een plant noemen we een:
A
Cel
B
Orgaan
C
Organisme
D
Weefsel
Slide 6 - Quizvraag
Een groep cellen met
dezelfde vorm en functie noemen we:
dezelfde vorm en functie noemen we:
A
Cel
B
Orgaan
C
Organisme
D
Weefsel
Slide 7 - Quizvraag
Het orgaan voor de voortplanting,
hier worden de zaden gemaakt.
Dit orgaan is een:
hier worden de zaden gemaakt.
Dit orgaan is een:
A
Blad
B
Bloem
C
Stengel
D
Wortel
Slide 8 - Quizvraag
Het orgaan voor het maken van voedingsstoffen (door fotosynthese).
Dit orgaan is een:
Dit orgaan is een:
A
Blad
B
Bloem
C
Stengel
D
Wortel
Slide 9 - Quizvraag
Het orgaan wat water met mineralen/voedingsstoffen vervoert.
Dit orgaan is een:
Dit orgaan is een:
A
Blad
B
Bloem
C
Stengel
D
Wortel
Slide 10 - Quizvraag
Het orgaan wat water met mineralen opneemt uit de grond.
Dit orgaan is een:
Dit orgaan is een:
A
Blad
B
Bloem
C
Stengel
D
Wortel
Slide 11 - Quizvraag
Zet de woorden op de goede afbeelding.
Blad
Bloem
Stengel
Wortel
Slide 12 - Sleepvraag
Zet de onderdelen van de cel achter het juiste nummer.
Bladgroenkorrel
Celmembraan
Celwand
Vacuole
Cytoplasma
Celkern
Slide 13 - Sleepvraag
Heeft de plant voldoende water
gehad de laatste dagen?
gehad de laatste dagen?
Veel te weinig
Te weinig water
Precies genoeg water
Te veel water
Veel te veel
Slide 14 - Poll
Slide 15 - Tekstslide
Zet de begrippen bij de goede beschrijving.
In deze groene korrels kan de plant zelf voedingsstoffen maken.
Dun vliesje om de cel heen.
Stevige laag om de cel heen.
Blaasje met vocht.
Stroperige vloeistof waar alles in drijft.
Regelt alles wat er in de cel gebeurd.
Zitten in de celkern en bestaan voor het grootste deel uit DNA.
Bladgroenkorrels
Celkern
Celmembraan
Celwand
Cytoplasma
Chromosomen
Vacuole
Slide 16 - Sleepvraag
Heeft de plant voldoende water
gehad de laatste dagen?
gehad de laatste dagen?
Veel te weinig
Te weinig water
Precies genoeg water
Te veel water
Veel te veel
Slide 17 - Poll
Kruidachtige planten:
stevigheid door
Houtachtige planten:
stevigheid door
water
in de vacuole.
houtcellen
in de stammen en takken.
Slide 18 - Sleepvraag
Kleinste
Grootste
Zet de woorden en afbeeldingen
in de goede volgorde, van klein naar groot.
weefsel
organisme
orgaanstelsel
orgaan
cellen
Slide 19 - Sleepvraag
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Bovenkaak
Halswervel
Onderkaak
Schedelbeenderen
Slide 24 - Sleepvraag
Sleutelbeen
Schouderblad
Borstbeen
Rib
Opperarmbeen
Borstwervel
Lendenwervel
Spaakbeen
Ellepijp
Handwortelbeentjes
Middenhandsbeentjes
Vingerkootjes
Slide 25 - Sleepvraag
Hielbeen
Voetwortelbeentjes
Scheenbeen
Kuitbeen
Heupbeen
Dijbeen
Middenvoetsbeentjes
Heiligbeen
Staartbeen
Knieschijf
Teenkootjes
Slide 26 - Sleepvraag
Kalk
Lijmstof
Maakt botten hard
Maakt botten sterk
Maakt botten soepel
Maakt botten beetje buigzaam
Slide 27 - Sleepvraag
Gewricht
Meest beweeglijke verbinding tussen de botten.
Komt het meeste voor in je lichaam.
Kraakbeen- verbinding
Buigzame verbinding tussen twee botten.
Beetje beweging mogelijk.
Naadverbinding
Als je geboren wordt zitten ze nog niet vast.
Na één jaar is er geen beweging meer mogelijk.
Alleen bij de schedelbeenderen.
Vergroeiing
Als meerdere botten vergroeid zijn tot één bot.
Geen beweging mogelijk.
Alleen bij het heiligbeen.
Slide 28 - Sleepvraag
1
2
3
4
5
6
7
Gewrichtsbanden
Gewrichtskapsel
Gewrichtsknobbel
Gewrichtskom
Gewrichtssmeer
Kraakbeen
Gewrichtsbanden
Slide 29 - Sleepvraag
samengetrokken armbuigspier
uitgerekte armstrekspier
pezen
pees
spaakbeen
ellepijp
schouderblad
opperarmbeen
