MC 2 - G-route - Dierlijke vs plantaardige cel

MC 2
Wetenschappelijk onderzoek : De cel
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurwetenschappenSecundair onderwijs

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

MC 2
Wetenschappelijk onderzoek : De cel

Slide 1 - Tekstslide

Even herhalen...
Zet de organisatieniveaus van groot naar klein
Orgaan
Weefsel
Organisme
Orgaan
stelsel
Cel

Slide 2 - Sleepvraag

Je lichaam van groot naar klein


Een organisme bestaat uit orgaanstelsels.
Elk orgaanstelsel bestaat uit organen.
Elk orgaan bestaat uit weefsels.
Elk weefsel bestaat uit cellen.

Slide 3 - Tekstslide

De cel

Slide 4 - Tekstslide

Soorten cellen

Slide 5 - Tekstslide

Delen van een cel

Slide 6 - Tekstslide

Dierlijke cel
  • Celmembraan: dun laagje rondom de cel, security die bepaalt wat er in en uit de cel gaat.
  • Cytoplasma: vloeistof in de cel waarin alle celorganellen liggen.
  • Celkern: controlecentrum, regelt alle processen in de cel.
  • Mitochondriën: energiefabriekjes, zorgen voor energie in de cel.

Slide 7 - Tekstslide

De cel is vergelijkbaar met een boterhamzakje. Het zakje stelt dan de celmembraan voor en het water het cytoplasma

Slide 8 - Tekstslide

De celkern zorgt voor zelfregulatie en zelforganisatie in de cel. De celkern wordt omgeven door een kernmembraan.

Slide 9 - Tekstslide

Andere celorganellen
Mitochondriën
  • Motor van de cel
  • Maken energie

Slide 10 - Tekstslide

Celkern
Mitochondriën
Cytoplasma
Celmembraan

Slide 11 - Sleepvraag

Slide 12 - Video

MICROSCOPIE

Slide 13 - Tekstslide

Tekenregels
  1. Teken de cel groot + stukjes van buurcellen
  2. Teken links
  3. Strakke lijnen, niet schetsen (potlood)
  4. Benoem rechts de onderdelen  
  5. Trek rechte lijnen met een lat tussen het onderdeel en de naam
  6. Let op verhoudingen (lijkt het echt?)
  7. Teken alleen wat je ziet
  8. Niet inkleuren

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Tijd voor actie
Volg de stappen nauwkeurig.
Werk rustig en gecontroleerd.
Luister naar elkaar en de coach.

Slide 16 - Tekstslide

Opruimen - OR aanvullen - inleveren
  1. Tafel naar beneden (draai aan de grote stelschroef)
  2. Preparaat verwijderen 
  3. Lampje uit
  4. Dekglaasje weggooien
  5. Objectglas en andere materialen netjes inleveren
  6. Onderzoeksrapport aanvullen (afwerken als taak NW C)

Slide 17 - Tekstslide

Schematische tekening
Wangslijmvlies

Slide 18 - Tekstslide

Schematische tekening
Ui

Slide 19 - Tekstslide

Schematische tekening
Waterpest

Slide 20 - Tekstslide

Plantaardige cellen

Slide 21 - Tekstslide

0

Slide 22 - Video

cel
Plantencellen en dierlijke cellen hebben overeenkomsten

Slide 23 - Tekstslide

cel
... en verschillen

Slide 24 - Tekstslide

Plantencel
  • Celkern, celmembraan, cytoplasma en mitochondrieën
  • Celwand: stevige wand aan de buitenkant van de cel.
  • Bladgroenkorrels: hierin gebeurt de fotosynthese, geven groene kleur.
  • Grote vacuole: blaasje gevuld met vocht, zorgt voor stevigheid.

Slide 25 - Tekstslide

De vacuole is een 'blaasje' gevuld met vocht
De celwand is een stevig laagje om de cel heen

Slide 26 - Tekstslide

Samen geven de vacuole en celwand stevigheid aan de plantencel

Slide 27 - Tekstslide

Plastiden zijn korrels in de plantencel
Bladgroenkorrels
Groen
Fotosynthese
Kleurstofkorrels
Rood, Oranje, Geel
Opvallende kleur 
Zetmeelkorrels
Kleurloos
Zetmeelopslag

Slide 28 - Tekstslide

Celkern
Vacuole
Bladgroenkorrel
Cytoplasma
Celmembraan
Celwand

Slide 29 - Sleepvraag

Is dit een dierlijke cel of een plantaardige cel?
A
Dierlijke cel
B
Plantaardige cel

Slide 30 - Quizvraag

Is dit een dierlijke cel of een plantaardige cel?
A
Dierlijke cel
B
Plantaardige cel

Slide 31 - Quizvraag

Is dit een dierlijke cel of een plantaardige cel?
A
Dierlijke cel
B
Plantaardige cel

Slide 32 - Quizvraag

Is dit een dierlijke cel of een plantaardige cel?
A
Dierlijke cel
B
Plantaardige cel

Slide 33 - Quizvraag

Welke cellen hebben een celwand?
A
Dierlijke cellen
B
Plantaardige cellen

Slide 34 - Quizvraag

Wat is de functie van de celkern?
A
voedingsstoffen opslaan
B
beschermen van het DNA
C
celkern heeft geen functie

Slide 35 - Quizvraag

in een bladgroenkorrel vindt fotosynthese plaats
A
waar
B
niet waar

Slide 36 - Quizvraag


nummer 4 is ...
A
celkern
B
bladgroenkorrel
C
vacuole
D
celwand

Slide 37 - Quizvraag


nummer 2 is ...
A
celkern
B
bladgroenkorrel
C
vacuole
D
celwand

Slide 38 - Quizvraag