2C Nederlands 9 juni Taalverzorging H5
1 / 19
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Wat is de vergrotende trap van bang
A
banger
B
bangst
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de vergrotende trap van stoer?
Slide 6 - Open vraag
Wat is de overtreffende trap van schoon?
Slide 7 - Open vraag
Noteer de vergrotende en overtreffende trap van warm
Slide 8 - Open vraag
Lotte vindt goud mooier als/dan zilver.
A
als
B
dan
Slide 9 - Quizvraag
Met de fiets ben je net zo snel als/dan met de auto.
A
als
B
dan
Slide 10 - Quizvraag
Jouw lunch is veel lekkerder als/dan de mijne.
A
dan
B
als
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Mijn foto's stuur ik digitaal aan mijn zus.
Wat is het lijdend voorwerp?
Wat is het lijdend voorwerp?
Slide 13 - Open vraag
Mijn foto's stuur ik digitaal aan mijn zus.
Wat is het meewerkend voorwerp?
Wat is het meewerkend voorwerp?
Slide 14 - Open vraag
Mijn foto's stuur ik digitaal aan mijn zus.
Wat is de bijwoordelijke bepaling?
Wat is de bijwoordelijke bepaling?
Slide 15 - Open vraag
Ik wil Werner even een vraag stellen.
Wat is het meewerkend voorwerp?
Wat is het meewerkend voorwerp?
Slide 16 - Open vraag
Ik wil Werner even een vraag stellen.
Wat is de bijwoordelijke bepaling?
Wat is de bijwoordelijke bepaling?
Slide 17 - Open vraag
De bal belandde met een boog in het doel.
Wat is de bijwoordelijke bepaling?
Wat is de bijwoordelijke bepaling?
A
met een boog
B
in het doel
C
allebei
D
allebei niet
