MA-6 Les 5

Les 5
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
MarketingTertiary Education

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 5

Slide 1 - Tekstslide

In deze les leer je:
......de prijsstelling op lange termijn prijsstrategie
......de verkoopprijs berekenen aan de hand van de cost-plus pricing methode
......target pricing
....kortingen berekenen

Slide 2 - Tekstslide

4 methoden voor de prijsstrategie:
  1. Kosten georiënteerde methode
  2. Vraag georiënteerde methode
  3.  Concurrentie georiënteerde methode
  4. Geïntegreerde prijs

Slide 3 - Tekstslide

Kosten georiënteerde prijsstrategie​
Verschillen in prijs veroorzaakt door:​
Productverschillen
Hoeveelheidsverschillen
Tijdsverschillen

Slide 4 - Tekstslide

Twee vormen van kosten georiënteerde prijsstrategieën: 

1. Cost-plus pricing:​
Winstpercentage

2. Target pricing
Winstpercentage op basis van doel. ​

Slide 5 - Tekstslide

Cost-plus pricing
De verkoopprijs wordt berekend door bij de kostprijs van het product een winstmarge op te tellen. 

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld: 
Een winkelier die lampen verkoopt heeft een inkoopprijs van $10,- per lamp. De overige kosten voor de winkelier bedragen $ 20,-. 
De winkelier wilt een winstpercentage van 20% hanteren. 

Bereken de verkoopprijs aan de hand van de cost-plus price methode: 
Inkoopprijs       $10,-
Overige kosten $ 20,-  +
Totale kosten   $ 30,-
     Winst 20%            $    6,- +
Verkoopprijs         $ 36,-

Slide 7 - Tekstslide

De totale kosten voor ondernemer A zijn Afl. 55. Ondernemer A wil 30% winst behalen. De verkoopprijs is:
A
Afl. 71, 50
B
Afl. 16, 50
C
Afl. 85,00
D
Afl. 38,50

Slide 8 - Quizvraag

Target pricing
Winstpercentage op basis van een doel (target)

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld: 
Een winkelier die lampen verkoopt heeft een inkoopprijs van $10,- per lamp. De overige kosten voor de winkelier bedragen $ 20,-. 
De winkelier heeft een investering gedaan voor deze lampen van $15.000. Hij verwacht (doel/target) 3.000 lampen te gaan verkopen. Hiermee moet hij de investering terugverdienen. 

Bereken de verkoopprijs aan de hand van de target price methode: 
$15.000 /3.000 = $ 5,-
Totale kosten : $30 
Target winst: $5,-
Verkoopprijs: $35,-

Slide 10 - Tekstslide

De schoenenfabrikant wil zijn investering van Afl. 20.000 terugverdienen door 2.000 schoenen te verkopen. De totale kosten per schoen bedragen: Afl. 28,- De verkoopprijs is dan:
A
Afl. 32,-
B
Afl. 38,-
C
Afl. 58,-
D
Afl. 68,-

Slide 11 - Quizvraag

§ 9.4 Prijsstelling op korte termijn/prijstactiek




Prijstactiek: De ondernemer kan de prijs gebruiken om de afzet tijdelijk extra te stimuleren.


Korting voor de ondernemer: genoegen nemen met minder winst. 
Beter minder winst maken dan geen winst. 

Slide 12 - Tekstslide

6 Kortingen
a. Kwantumkorting/staffelkorting
b. Actiekorting of promotionele korting
c. Korting door non-service
d. Klantenkorting
e. Betaalkorting
f. Bonuskorting

Slide 13 - Tekstslide

Kwantumkorting
a. Kwantumkorting of staffelkorting 
Kwantumkorting: De afnemer krijgt korting indien een bepaalde aantal neemt. 

Voorbeeld: Groepskorting


Slide 14 - Tekstslide

Staffelkorting
Staffelkorting:
Bij toename van de afzet neemt de verleende korting op de gebruikelijke prijs per staffel toe. 

Slide 15 - Tekstslide

1. Hoe noem je de korting die je krijgt als je grote aantallen afneemt?
A
Bulkkorting
B
Kwantumkorting
C
Standaardkorting

Slide 16 - Quizvraag

Actiekorting of promotionele korting
Om de afzet te stimuleren kan een fabrikant of detaillist de prijs tijdelijk verlagen.

Voorbeeld: Last minute verkoop

Slide 17 - Tekstslide

Korting door non-service
De afnemer krijgt korting, omdat hij niet de service heet gekregen die hem toegezegd was.

Slide 18 - Tekstslide

Klantenkorting
De afnemer krijgt korting doordat hij klant is. 

Voorbeeld:
Klantenkaart (bonuskaar superfood)
Spaarsysteem (zegeltjes bij de kapper)

Slide 19 - Tekstslide

Betaalkorting
De afnemer krijgt korting als ze contant betaalt of snel betaalt. 

Slide 20 - Tekstslide

Bonuskorting
De verkoper of tussenhandel ontvangen korting op de inkoopprijs indien ze een bepaald target halen. 
(afzet/omzet)

Slide 21 - Tekstslide

Ben heeft een eigen schilders- en klusbedrijf. Ieder jaar in de maand juni
heeft hij een speciale aanbieding waarbij hij zijn werkzaamheden uitvoert
tegen een uurtarief van € 35,- in plaats van € 50,-.
Van welke soort korting is dit een voorbeeld?

A
Actiekorting
B
Bonuskorting
C
Kwantumkorting
D
Staffelkorting

Slide 22 - Quizvraag

De verkoopster van Crown moet een target behalen van Awg. 5000,-
A
Betaalkorting
B
Bonuskorting
C
Klantenkorting
D
Actiekorting

Slide 23 - Quizvraag

De afnemer krijgt een korting doordat hij klant is.
A
Klantenkorting
B
Bonuskorting
C
Betaalkorting
D
Korting door non-service

Slide 24 - Quizvraag

Gevolg van kortingen
Kortingen op de verkoopprijs laat dat de winst ook lager wordt. 
Een bedrijf kan ook kortingen op de inkoopprijs bedingen -> winst wordt weer hoger . 

Slide 25 - Tekstslide

Voorbeeld
Voorbeeld

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide