KP-2 les-1

Kostprijs-2 (Les 1)
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
KP-2Tertiary Education

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Kostprijs-2 (Les 1)

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning

Slide 2 - Tekstslide

Inhoud 
Hoofdstuk 1: kosten en kostencategorie
1.1 De onderneming opgave 1, 2 en 3
1.2 Hoe ontstaan kosten opgave 4 t/m7


Slide 3 - Tekstslide

§1.1 De onderneming
Onderscheid tussen bedrijf en onderneming:

Bedrijven
zijn voorbeelden van organisaties. Er bestaan heel veel vormen van organisaties.

Bedrijven toeleggen op een bepaald productieproces. Er worden producten  (of diensten)  voortgebracht die voorzien in de behoefte van afnemers.


Slide 4 - Tekstslide

§1.1 De onderneming
Wanneer spreken we van onderneming? 
Als een bedrijf het maken van winst als belangrijkste doel heeft, dan spreken we van een onderneming

Hoe worden opbrengsten verkregen?
Opbrengsten worden verkregen door de verkoop van goederen of het verlenen van diensten, 
terwijl kosten een gevolg van het inschakelen van productiefactoren als kapitaal, arbeid, natuur en ondernemershap. 

Slide 5 - Tekstslide

§1.1 De onderneming
Belangrijk te weten: hoe hoog de kosten van een onderneming zijn.
Zo is het voor het bepalen van de verkoopprijs  van een product nodig om de kosten te kennen. 

Verkoopprijs van een goed is HOGER dan de kosten voor de productie ervan. 

Slide 6 - Tekstslide

§1.1 De onderneming
Hoe noemen we de kosten per product?
De kostprijs van dat product.

Wanneer de verkoopprijs en de kostprijs bekend zijn, kan de verkoopwinst (= ruilwinst of transactiewinst) per product worden vastgesteld. 


Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld Kostprijs

Slide 8 - Tekstslide

Hoe weet je als een ondernemer winst maakt?
Je moet dus weten hoeveel kosten er zijn gemaakt. 

Zijn de totale kosten van de onderneming groter dan de totale opbrengsten, dan kan het bestaan van deze organisatie in gevaar komen.

Slide 9 - Tekstslide

Onderscheid tussen bedrijf, onderneming en organisatie:

Bedrijf: een bedrijf is een bedrijfshuishouding met als hoofddoel het voorzien in een maatschappelijke behoefte.

Onderneming: een onderneming is een bedrijfshuishouding waarvan het maken van winst het hoofddoel is.

 Een organisatie: is een samenwerking van mensen om een bepaald doel te bereiken


Slide 10 - Tekstslide

1.2 Hoe ontstaan kosten?
Wat is het doel van een bedrijf? (voorbeeld boek)

Afgestudeerd aan Kunstacademie: wil haar tekentalent aanwenden om in haar levensonderhoud te voorzien.

Welke product?
Zij wil met houtskool en verf tekeningen maken en deze op markten en andere drukke plaatsen in Amsterdam verkopen.

Slide 11 - Tekstslide

1.2 Hoe ontstaan kosten? (cont)
Kosten zijn iets anders dan uitgaven.... Waarom?
Sophie zal geld uitgeven, wil nog niet zeggen dat zij kosten maakt die de prijs van haar product bepalen.

  • Na twee (2) weken heeft ze 40 tekeningen gemaakt. 
  • Ze heeft daarvoor alle 100 vellen papier nodig.
  • Het is normaal dat een tekening weleens mislukt.




Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld Sophie (pag 7)

Slide 13 - Tekstslide

Hoe ontstaan hierbij nu kosten?

Slide 14 - Tekstslide

Definitie Kosten
Kosten zijn de geldwaarden van de in een productieproces opgeofferde productiemiddelen.

Kosten maak je alleen als je productiemiddelen gebruikt of verbruikt

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeeld 1

Slide 16 - Tekstslide

Voorbeeld 2
f24/6 vliegers = f4,-

Slide 17 - Tekstslide

§1.1 Opgaven 1 t/m 3

Slide 18 - Tekstslide

Opgave 1
1a. Een organisatie is een samenwerking van mensen om een bepaald doel te bereiken

1b. Een bedrijf is een organisatievorm met als doel het voortbrengen van een goed of dienst om daarmee aan de behoefte van afnemers te voldoen

1c. Een onderneming is een bedrijf dat naar winst streeft.

Slide 19 - Tekstslide

Opgave 2
De onderneming moet ervoor zorgen dat de opbrengsten GROTER zijn dan de totale kosten, zodat er sprake is van winst.
(= positief bedrijfsresultaat)

Slide 20 - Tekstslide

Opgave 3
Het transactieresultaat is het verschil tussen de opbrengst van de verkopen en de kostprijs van het aantal verkochte producten. 

Als je kijkt naar één product is het transactieresultaat het verschil tussen de verkoopprijs en de kostprijs van dat ene product. 

Transactieresultaat wordt ook wel aangeduid als ruilwinst of verkoopwinst.

Slide 21 - Tekstslide

§1.2 Opgaven 4 t/m 7

Slide 22 - Tekstslide

Opgave 4
Kosten zijn de onvermijdbaar opgeofferde (verbruikt) productiemiddelen uitgedrukt in een bedrag aan geld. 
(geldwaarde)

Slide 23 - Tekstslide

Opgave 5
Uitgaven duiden op een betaling, waardoor de geldhoeveelheid (liquide middelen) vermindert, maar hebben geen effect op het bedrijfsresultaat over een periode.

Kosten hebben niet direct te maken met het doen van een uitgave, maar op het gebruiken of verbruiken van productiemiddelen met directe gevolgen voor het bedrijfsresultaat.

Slide 24 - Tekstslide

Opgave 6
Afval is het onvermijdelijk verlies van grondstoffen tijdens een productieproces

Slide 25 - Tekstslide

Opgave 7
Kosten: b, f, e 
(bij e is het lunchen de kostpost)

Uitgaven: a, c, e
(bij e is het betalen van de lunch een uitgave)

Geen van beide: d. 

Slide 26 - Tekstslide

The end!

Slide 27 - Tekstslide